RvdW 2020/459:OM-cassatie en cassatie verdachte. Overtreding wetgeving financieel toezicht begaan door rechtspersoon, art. 3 lid 1 Wet toezicht effectenverkeer 1995 (oud) en art. 2:55 lid 1 Wet op financieel toezicht (feit 2). Verjaring. Gelet op toepasselijke straf- en verbodsbepalingen in samenhang met art. 70 lid 1 en 72 lid 2 Sr beloopt verjaringstermijn t.a.v. eerste en tweede deelfeit ten hoogste 2 maal 6 jaren en t.a.v. derde deelfeit ten hoogste 10 jaren. Wat betreft al deze feiten is recht tot strafvordering wegens verjaring vervallen. HR verklaart OM n-o in vervolging wat betreft onder 2 tenlastegelegde. Samenhang met 17/03445.