Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/480
Aanhoudingsverzoek raadsman voorafgaand aan terechtzitting gedaan op de grond dat verdachte onbekende verblijfplaats heeft, raadsman al enige tijd geen contact heeft gehad met verdachte en raadsman zelf is verhinderd om ttz. te verschijnen, door hof afgewezen o.g.v. overweging dat enkele mededeling van raadsman dat hij is verhinderd, hoewel hij eerder akkoord is gegaan met zittingsdatum, onvoldoende is om behandeling van zaak aan te houden. HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 24-03-2020, ECLI:NL:HR:2020:491
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
24 maart 2020
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, J.C.A.M. Claassens
- Zaaknummer
19/02945
- Conclusie
P-G mr. J. Silvis
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:491, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 24‑03‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:67, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑02‑2020
Essentie
Aanhoudingsverzoek raadsman voorafgaand aan terechtzitting gedaan op de grond dat verdachte onbekende verblijfplaats heeft, raadsman al enige tijd geen contact heeft gehad met verdachte en raadsman zelf is verhinderd om ttz. te verschijnen, door hof afgewezen o.g.v. overweging dat enkele mededeling van raadsman dat hij is verhinderd, hoewel hij eerder akkoord is gegaan met zittingsdatum, onvoldoende is om behandeling van zaak aan te houden. HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag van 17 februari 2015, nummer 22/000486-14, in de strafzaak tegen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.