Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/1100
Niet-ontvankelijkheid verdachte in hoger beroep wegens niet-verontschuldigbare overschrijding beroepstermijn is niet begrijpelijk, gelet op hetgeen door verdediging is aangevoerd met betrekking tot aan verdachte voor het verstrijken van de beroepstermijn door griffiemedewerker telefonisch verstrekte informatie. Volgt vernietiging en terugwijzing.
HR 08-10-2019, ECLI:NL:HR:2019:1553
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
8 oktober 2019
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
18/00473
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1553, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 08‑10‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:817, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑08‑2019
Essentie
Niet-ontvankelijkheid verdachte in hoger beroep wegens niet-verontschuldigbare overschrijding beroepstermijn is niet begrijpelijk, gelet op hetgeen door verdediging is aangevoerd met betrekking tot aan verdachte voor het verstrijken van de beroepstermijn door griffiemedewerker telefonisch verstrekte informatie. Volgt vernietiging en terugwijzing.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 18/00473
Datum 8 oktober 2019
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 23 januari 2018, nummer 22/002128-17, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1992,
hierna: de verdachte.