Einde inhoudsopgave
Algemene wet bestuursrecht
Artikel 4 Beroep bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven
Geldend
Geldend van 01-01-2024 tot 01-01-2025
- Bronpublicatie:
25-08-2023, Stb. 2023, 306 (uitgifte: 25-09-2023, kamerstukken: 36314)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-10-2023, Stb. 2023, 371 (uitgifte: 25-10-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht (V)
Bestuursrecht algemeen (V)
Tegen een besluit, genomen op grond van een in dit artikel genoemd voorschrift of anderszins in dit artikel omschreven, kan beroep worden ingesteld bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven.
Een besluit van de Sociaal-Economische Raad of van de Kamer van Koophandel, genoemd in artikel 2 van de Wet op de Kamer van Koophandel, met uitzondering van:
- a.
een besluit op grond van de Wet open overheid
- b.
een besluit ten aanzien van een persoon met betrekking tot diens in artikel 3 van de Ambtenarenwet 2017 bedoelde hoedanigheid
- c.
een besluit op grond van de Algemene verordening gegevensbescherming
Algemene douanewet: een beschikking ter zake van landbouwrestituties
Bankwet 1998: artikel 12, vierde lid, voor zover het een schorsing of ontheffing van een directeur betreft
Burgerlijk Wetboek, Boek 2, voor zover het besluit is bekendgemaakt voor 1 juli 2011:
- a.
artikel 64, derde lid, tweede volzin, voor zover het betreft een weigering om de in de eerste volzin bedoelde termijn te verlengen
- b.
de artikelen 68, tweede lid, en 125, tweede lid, voor zover het betreft een weigering van een verklaring
- c.
artikel 156, voor zover het betreft:
- 1.
een weigering, wijziging of intrekking van een ontheffing
- 2.
een besluit tot verlening van de ontheffing voor zover daaraan voorschriften zijn verbonden dan wel daarbij beperkingen zijn opgelegd
- d.
artikel 175, derde lid, tweede volzin, voor zover het betreft een afwijzing van een verzoek
- e.
de artikelen 179, tweede lid, en 235, tweede lid, voor zover het betreft een weigering van een verklaring
- f.
artikel 266, voor zover het betreft:
- 1.
een besluit tot weigering, wijziging of intrekking van de ontheffing
- 2.
een besluit tot verlening van de ontheffing voor zover daaraan voorschriften zijn verbonden dan wel daarbij beperkingen zijn opgelegd
Elektriciteitswet 1998, met inbegrip van een besluit van de Autoriteit Consument en Markt, genomen op grond van de artikelen 36, 37, 41, 41c, 55, 56, tweede lid, en 57, derde en vierde lid, dat kan worden aangemerkt als algemeen verbindend voorschrift als bedoeld in artikel 8:3, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht en met uitzondering van een besluit op grond van de artikelen 9b, vierde lid, 9c, derde lid, 9d, tweede en derde lid, 9e, vijfde lid, 9f, zesde lid, 20a, derde lid, 20b, derde lid, 20c, tweede en derde lid, 77h en 77i
Gaswet, met inbegrip van een besluit van de Autoriteit Consument en Markt, genomen op grond van de artikelen 12f, 12g, 23, 24, tweede lid, 25, derde en vierde lid, 81, 81c en 82, dat kan worden aangemerkt als algemeen verbindend voorschrift als bedoeld in artikel 8:3, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht en met uitzondering van een besluit op grond van de artikelen 16, 39b, derde lid, 39c, derde lid, 39d, tweede en derde lid, 60ac en 60ad
Gemeentewet: artikel 125, voor zover het betreft een besluit dat betrekking heeft op de handhaving van het bepaalde bij of krachtens de Winkeltijdenwet
Implementatiewet registratie uiteindelijk belanghebbenden van trusts en soortgelijke juridische constructies, met uitzondering van de artikelenĀ 22 enĀ 23
Landbouwwet: de artikelen 13, 15, 17 tot en met 22 en 26
Loodsenwet: de artikelen 21, derde lid, 27b, vierde lid, 27d, 27f, 27h en 27l
Meststoffenwet, met uitzondering van artikel 51
Noodwet voedselvoorziening: de artikelen 6 tot en met 10 en 29, behoudens in geval van toepassing van artikel 18
Plantgezondheidswet, met uitzondering van artikel 26
Postwet 2009: hoofdstuk 3A en artikel 58
Scheepvaartverkeerswet: de artikelen 14a, tweede lid, eerste volzin, en 15ba, eerste lid
Spoorwegwet: artikel 63, tweede lid, hoofdstuk 5, paragraaf 2, en artikel 71, tweede lid
Telecommunicatiewet, voor zover het betreft een besluit van de Autoriteit Consument en Markt, genomen op grond van:
- a.
hoofdstuk 6, tenzij beroep kon worden ingesteld voor de inwerkingtreding van de Wet implementatie Europees regelgevingskader voor de elektronische communicatiesector 2002
- b.
de hoofdstukken 5a, 5c, 6a, 6b en 12
- c.
hoofdstuk 15, met uitzondering van de artikelen 15.2,15.2a en 15.4
Uitvoeringswet EU-zeehavenverordening: artikel 7, voor zover het betreft een besluit van de Autoriteit Consument en Markt
Uitvoeringswet verordening Europese coƶperatieve vennootschap: het verzet, bedoeld in de artikelen 6, eerste lid, en 9
Uitvoeringswet verordening Europese vennootschap: het verzet, bedoeld in de artikelen 5, eerste lid, en 7
Verordening (EG) nr. 1435/2003 van de Raad van 22 juli 2003 betreffende het statuut voor een Europese Coƶperatieve Vennootschap (SCE) (PbEU 2003, LĀ 207): artikel 7, veertiende lid, tweede alinea
Verordening (EU) nr.Ā 2017/1129 van het Europees Parlement en de Raad van 14Ā juni 2017 betreffende het prospectus dat moet worden gepubliceerd wanneer effecten aan het publiek worden aangeboden of tot de handel op een gereglementeerde markt worden toegelaten en tot intrekking van Richtlijn 2003/71/EG (PbEU 2017, LĀ 168): de artikelen 20, eerste en vijfde lid, en 23, eerste lid.
Verordening (EU) 2021/23 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2020 betreffende een kader voor het herstel en de afwikkeling van centrale tegenpartijen en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1095/2010, (EU) nr. 648/2012, (EU) nr. 600/2014, (EU) nr. 806/2014 en (EU) 2015/2365, en de Richtlijnen 2002/47/EG, 2004/25/EG, 2007/36/EG, 2014/59/EU en (EU) 2017/1132 (PbEU 2021, L 22): de artikelen 21 tot en met 58
Verordening (EG) nr. 2157/2001 van de Raad van 8 oktober 2001 betreffende het statuut van de Europese vennootschap (SE) (PbEG 2001, LĀ 294): artikel 8, veertiende lid, tweede alinea
Verordening (EU) nr. 806/2014 van het Europees parlement en de Raad van 15 juli 2014 tot vaststelling van eenvormige regels en een eenvormige procedure voor de afwikkeling van kredietinstellingen en bepaalde beleggingsondernemingen in het kader van een gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme en een gemeenschappelijk bankenafwikkelingsfonds en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees parlement en de Raad (PbEU 2014, LĀ 225): de artikelen 16, 18 en 21
Waarborgwet 2019, met uitzondering van artikel 38
Warmtewet, met inbegrip van een op grond van artikel 5, eerste lid, genomen besluit tot vaststelling van een maximumprijs, en met uitzondering van artikel 18
Wedervergeldingswet zeescheepvaart:
- a.
een verlening of weigering van een vergunning of een ontheffing
- b.
een intrekking van een vergunning of een ontheffing krachtens artikel 7
- c.
een oplegging van een heffing
Wet dieren, met uitzondering van een besluit op grond van artikel 8.7
Wet geneesmiddelenprijzen, met uitzondering van artikel 11 en met inbegrip van een besluit tot vaststelling van een maximumprijs
Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden, met uitzondering van de artikelen 90 en 108
Wet inkomstenbelasting 2001:
- a.
de artikelen 3.37, eerste lid, en 3.42, eerste lid, voor zover het betreft een besluit van Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat, en
- b.
artikel 3.52a, eerste, tweede en elfde lid, voor zover het betreft een besluit van Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat, met uitzondering van een boetebesluit als bedoeld in het elfde lid en een daarmee samenhangende correctie-RDA-beschikking als bedoeld in het tweede lid
Wet langdurige zorg: artikel 11.4.1 en artikel 11.4.2
Wet luchtvaart: de artikelen 8.25ea, vierde lid, 8.25f, tweede, vierde en vijfde lid, 8.25g, eerste lid, 8.40f, vierde lid, en 8.40g, tweede, vierde en vijfde lid
Wet marktordening gezondheidszorg, met uitzondering van beschikkingen van de Nederlandse Zorgautoriteit als bedoeld in paragraaf 4 van hoofdstuk 6
Wet op de architectentitel, met inbegrip van een besluit inzake een aanwijzing als bedoeld in de artikelen 9, eerste lid, onderdeel j, 10, eerste lid, onderdeel f, 11, eerste lid, onderdeel f, en 12, eerste lid, onderdeel f, dat kan worden aangemerkt als algemeen verbindend voorschrift als bedoeld in artikel 8:3, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, tenzij het betreft een besluit als bedoeld in artikel 8:4, derde lid, onderdeel b, van de Algemene wet bestuursrecht
Wet op het financieel toezicht:
- a.
artikel 1:26, eerste en tweede lid, de afdelingen 3A.1.3, 3A.1.4, 3A.1.5, 3A.2.3 en 3A.2.4 en de artikelen 5:77, eerste lid, en 5:81, derde lid
- b.
een besluit terzake van het ingevolge artikel 5:76, tweede lid, of 5:80b, vijfde lid, bepaalde, met uitzondering van een besluit tot het opleggen van een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 1:80
Wet personenvervoer 2000, met uitzondering van de artikelen 56, eerste lid, 59, eerste lid, 94, eerste lid, en 96, eerste lid
Wet terugvordering staatssteun: artikel 3
Wet uitvoering EU-handelingen energie-efficiƫntie, met uitzondering van de artikelen 21 en 22
Wet van 22 juni 1994 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, het Wetboek van Koophandel en de Wet nationaliteit zeeschepen in rompbevrachting (wijziging voorwaarden nationaliteitsverlening en registratie zeeschepen) (Stb. 1994, 507): een verklaring als bedoeld in artikel V, eerste lid
Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen: een besluit genomen door een van de in artikel 30, eerste lid, genoemde bestuursorganen, tenzij toepassing of mede toepassing is gegeven aan artikel 26
Wet voorraadvorming aardolieproducten 2012, met uitzondering van artikel 26 en met inbegrip van een besluit van Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat dat is genomen op grond van een bilateraal akkoord en betrekking heeft op het niet in Nederland aanhouden van een wettelijke voorraad
Wet windenergie op zee: artikelen 15, vierde lid, 16, 17, 21, tweede lid, en 25
Wetboek van Koophandel: artikel 311a
Zorgverzekeringswet: artikel 122a