Einde inhoudsopgave
Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen
Artikel 30 [Bijzondere bepalingen]
Geldend
Geldend vanaf 28-12-2021. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-2021
- Bronpublicatie:
22-12-2021, Stb. 2021, 655 (uitgifte: 27-12-2021, kamerstukken: 35873)
- Inwerkingtreding
28-12-2021, terugwerkend tot: 01-01-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-12-2021, Stb. 2021, 655 (uitgifte: 27-12-2021, kamerstukken: 35873)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
- Vakgebied(en)
Loonbelasting / Afdrachtvermindering loonbelasting en premie volksverzekeringen
Loonbelasting (V)
Bestuursprocesrecht / Beroep
Premieheffing (V)
1.
De Algemene wet inzake rijksbelastingen, met uitzondering van de artikelen 63 en 67, is niet van toepassing met betrekking tot de uitvoering van deze wet door andere dan de in artikel 2, derde lid, onderdelen a en b, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen genoemde bestuursorganen.
2.
Voor de toepassing van de artikelen 63 en 67 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen betreffende de uitvoering van deze wet door Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat, of de door hem aangewezen ambtenaren, treedt Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat, in de plaats van Onze Minister.
3.
Tegen een uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven kunnen de belanghebbende en het bestuursorgaan beroep in cassatie instellen ter zake van schending van de artikelen 1 en 2 met betrekking tot het bepaalde omtrent de begrippen ‘inhoudingsplichtige’, ‘aangiftetijdvak’, ‘loon’, ‘onderneming’, ‘fiscale eenheid’ en ‘werknemer’.
4.
Op dit beroep zijn de voorschriften betreffende het beroep in cassatie tegen uitspraken van de gerechtshoven inzake beroepen in belastingzaken van overeenkomstige toepassing, waarbij het College van Beroep voor het bedrijfsleven de plaats inneemt van een gerechtshof.