Einde inhoudsopgave
Algemene wet bestuursrecht
Bijlage 1 Regeling rechtstreeks beroep
Geldend
Geldend van 01-01-2024 tot 01-03-2027
- Bronpublicatie:
25-08-2023, Stb. 2023, 306 (uitgifte: 25-09-2023, kamerstukken: 36314)
14-03-2020, Stb. 2020, 112 (uitgifte: 09-04-2020, kamerstukken: 35133)
12-02-2020, Stb. 2020, 172 (uitgifte: 17-06-2020, kamerstukken: 34986)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-10-2023, Stb. 2023, 371 (uitgifte: 25-10-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht (V)
Bestuursprocesrecht / Beroep
(artikel 7:1, eerste lid, onderdeel g)
Tegen een besluit, genomen op grond van een in deze regeling genoemd voorschrift dan wel anderszins in deze regeling omschreven, kan geen bezwaar worden gemaakt.
Archiefwet 1995:
artikel 38, indien overeenkomstige toepassing is gegeven aan de artikelen 124, 124a en hoofdstuk XVII van de Gemeentewet
Bekendmakingswet: artikel 21, indien overeenkomstige toepassing is gegeven aan artikel 121 van de Provinciewet
Elektriciteitswet 1998: artikel 51
Gaswet: artikel 19
Gemeentewet:
- a.
- b.
een beschikking tot ophouding als bedoeld in artikel 154a
- c.
de artikelen 278a, vierde lid, en 281, tweede lid, indien overeenkomstige toepassing is gegeven aan de artikelen 124 en 124a
Kaderwet dienstplicht: artikel 13
Kieswet:
- a.
- b.
artikel Y 2 in samenhang met artikel D 7, G 1, G 4, I 4, K 8, L 11 of M 4
- c.
de artikelen Y 32 en Y 33
Landbouwkwaliteitswet: een besluit van een tuchtgerecht of een centraal tuchtgerecht, ingesteld door een controle-instelling als bedoeld in artikel 13
Omgevingswet:
- a.
artikel 2.32, voor zover het betreft de weigering om een ontheffing te verlenen van een regel die is gesteld over een besluit waartegen geen bezwaar kan worden gemaakt
- b.
de artikelen 2.33 en 2.34, voor zover artikel 16.85 van de Omgevingswet niet van toepassing is
- c.
artikel 2.36, derde lid, betreffende de toepassing van artikel 121 van de Provinciewet, voor zover het beroep wordt ingesteld door het dagelijks bestuur of het algemeen bestuur van een waterschap
- d.
- e.
- f.
Mededingingswet: de artikelen 37, eerste lid, 44, eerste lid, en 47, eerste lid
Postwet 2009: hoofdstuk 3A en artikel 58
Provinciewet:
- a.
- b.
de artikelen 271a, vierde lid, en 274, tweede lid, indien overeenkomstige toepassing is gegeven aan artikel 121
Spoorwegwet: hoofdstuk 5, paragraaf 2 en artikel 71, tweede lid
Telecommunicatiewet, voor zover het betreft een besluit van de Autoriteit Consument en Markt, genomen op grond van:
- a.
- b.
hoofdstuk 6, tenzij bezwaar kon worden ingesteld voor de inwerkingtreding van de Wet implementatie Europees regelgevingskader voor de elektronische communicatiesector 2002
- c.
de hoofdstukken 6A, 6B en 12
Tijdelijke experimentenwet nieuwe stembiljetten: de artikelen 5 tot en met 10.
Tijdelijke wet bestuurlijke maatregelen terrorismebestrijding: de artikelen 2 tot en met 4
Uitvoeringswet EU-zeehavenverordening: artikel 7, voor zover het betreft een besluit van de Autoriteit Consument en Markt
Uitvoeringswet verordening Europees burgerinitiatief: artikel 2, aanhef en onder c
Verordening (EU) nr. 2017/1129 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 betreffende het prospectus dat moet worden gepubliceerd wanneer effecten aan het publiek worden aangeboden of tot de handel op een gereglementeerde markt worden toegelaten en tot intrekking van Richtlijn 2003/71/EG (PbEU 2017, L 168): de artikelen 20, eerste en vijfde lid, en 23, eerste lid.
Verordening (EU) 2021/23 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2020 betreffende een kader voor het herstel en de afwikkeling van centrale tegenpartijen en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1095/2010, (EU) nr. 648/2012, (EU) nr. 600/2014, (EU) nr. 806/2014 en (EU) 2015/2365, en de Richtlijnen 2002/47/EG, 2004/25/EG, 2007/36/EG, 2014/59/EU en (EU) 2017/1132 (PbEU 2021, L 22): de artikelen 21 tot en met 58
Verordening (EU) nr. 806/2014 van het Europees parlement en de Raad van 15 juli 2014 tot vaststelling van eenvormige regels en een eenvormige procedure voor de afwikkeling van kredietinstellingen en bepaalde beleggingsondernemingen in het kader van een gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme en een gemeenschappelijk bankenafwikkelingsfonds en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees parlement en de Raad (PbEU 2014, L 225): de artikelen 16, 18 en 21
Vreemdelingenwet 2000:
- a.
- b.
een aanwijzing als bedoeld in artikel 55, eerste lid
- c.
een kennisgeving als bedoeld in artikel 62a, eerste lid, of 62b
- d.
een inreisverbod als bedoeld in artikel 66a, eerste of tweede lid, dat door middel van een zelfstandige beschikking is uitgevaardigd
- e.
de opheffing of tijdelijke opheffing van een inreisverbod
- f.
Waterschapswet: de artikelen 31, derde lid, 33, vierde lid, en 41, vijfde lid
Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften: artikel 32
Wet gemeenschappelijke regelingen:
- a.
een ontslagbesluit als bedoeld in artikel 16, vierde lid
- b.
de artikelen 25, achtste lid, 32b, 32c, 36, eerste lid, 45a gelezen in samenhang met artikel 32b, 49 gelezen in samenhang met artikel 36, eerste lid, en 50h, eerste lid
- c.
de artikelen 39c, vierde lid en 39e, tweede lid, indien overeenkomstige toepassing is gegeven aan de artikelen 32b en 32c, en artikel 49 gelezen in samenhang met dit onderdeel
Wet luchtvaart: de artikelen 8.25ea, vierde lid, 8.25f, tweede, vierde en vijfde lid, 8.40f, vierde lid, en 8.40g, tweede, vierde en vijfde lid
Wet milieubeheer:
- a.
- b.
artikel 17.15, tweede lid, indien overeenkomstige toepassing is gegeven aan artikel 121 van de Provinciewet
Wet Naleving Europese regelgeving publieke entiteiten: de artikelen 2, eerste lid, 3 en 5
Wet op het financieel toezicht:
- a.
de afdelingen 3A.1.3, 3A.1.4, 3A.1.5, 3A.2.3 en 3A.2.4
- b.
- c.
een besluit terzake van het ingevolge artikel 5:76, tweede lid, of 5:80b, vijfde lid, bepaalde, met uitzondering van een besluit tot het opleggen van een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 1:80
- d.
de artikelen 6:1 en 6:2
Wet politiegegevens: artikelen 25 en 28
Wet tijdelijk huisverbod