Einde inhoudsopgave
Wet gemeenschappelijke regelingen
Artikel 32c [Verzoek minister]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2015
- Bronpublicatie:
09-07-2014, Stb. 2014, 306 (uitgifte: 12-08-2014, kamerstukken: 33597)
- Inwerkingtreding
01-01-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-11-2014, Stb. 2014, 466 (uitgifte: 04-12-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Staatsrecht / Bestuur
Staatsrecht / Decentralisatie
1.
In overeenstemming met Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, kan Onze Minister die het aangaat, indien hij van oordeel is dat toepassing van artikel 32b, eerste lid, uit oogpunt van een zwaarwegend algemeen belang gewenst is, gedeputeerde staten verzoeken toepassing te geven aan artikel 32b, eerste lid. Een afschrift van het verzoek wordt gezonden aan het orgaan waaraan de bevoegdheid is overgedragen, de raden van de deelnemende gemeenten en provinciale staten. Indien gedeputeerde staten niet binnen een door Onze Minister die het aangaat gestelde termijn toepassing hebben gegeven aan artikel 32b, eerste lid, gaat de bevoegdheid van artikel 32b, eerste lid, over op Onze Minister die het aangaat.
2.
De artikelen 32b, tweede tot en met vierde lid, 32e, 32f en 32h zijn van overeenkomstige toepassing bij toepassing van artikel 32b, eerste lid, door Onze Minister die het aangaat.