Einde inhoudsopgave
Wet op de architectentitel
Artikel 11
Geldend
Geldend vanaf 18-01-2016
- Bronpublicatie:
02-12-2015, Stb. 2015, 478 (uitgifte: 11-12-2015, kamerstukken: 34272)
- Inwerkingtreding
18-01-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-12-2015, Stb. 2016, 2 (uitgifte: 08-01-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
Ministerie van Justitie
Ministerie van Economische Zaken
- Vakgebied(en)
Bouwrecht / Architectenrecht
1.
Onverminderd de overige eisen waaraan krachtens deze wet moet worden voldaan om op verzoek als tuin- en landschapsarchitect te worden ingeschreven in het register, dient een persoon in het bezit te zijn van:
- a.
het getuigschrift van een masteropleiding op het gebied van landschapsarchitectuur aan een in de bijlage bij de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek genoemde universiteit;
- b.
het getuigschrift van een masteropleiding op het gebied van landschapsarchitectuur aan een in de bijlage bij de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek genoemde hogeschool;
- c.
een getuigschrift van een door Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen opleiding op het gebied van tuin- en landschapsarchitectuur met een opleidingsniveau dat vergelijkbaar is met een opleiding als bedoeld in onderdeel a of b;
- d.
een opleidingstitel op het gebied van tuin- en landschapsarchitectuur, die door het bureau, na een daartoe ingesteld onderzoek, met overeenkomstige toepassing van de artikelen 5 tot en met 13 van de Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties is erkend, mits hij kan worden aangemerkt als migrerend beroepsbeoefenaar;
- e.
een in een derde land behaald of verworven diploma, certificaat of andere titel op het gebied van tuin- en landschapsarchitectuur, dat of die door het daartoe bij of krachtens wet in een andere betrokken staat aangewezen bevoegd gezag overeenkomstig artikel 2, tweede lid, van de richtlijn is erkend, mits hij kan worden aangemerkt als migrerend beroepsbeoefenaar en in het bezit is van een door dat gezag afgegeven verklaring dat hij ten minste drie jaar beroepservaring in die staat heeft op het gebied van tuin- en landschapsarchitectuur, of
- f.
een getuigschrift op het gebied van tuin- en landschapsarchitectuur, dat door een daartoe bevoegde instelling in een derde land is verstrekt en door het bureau, na een daartoe ingesteld onderzoek, is erkend.
2.
Een persoon kan krachtens artikel 28 of 29 als tuin- en landschapsarchitect in het register worden ingeschreven op grond van een ander getuigschrift dan bedoeld in het eerste lid.
3.
Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit stelt nadere regels over de inrichting welke degene die op grond van het voldoen aan een der eisen, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, b of c, inschrijving in het register wenst te verkrijgen aan zijn opleiding moet hebben gegeven.