Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/305
Art. 81 lid 1 RO. Procesrecht. Hervatting hoger beroep. Art. 334 Rv. Berusting nadat rechtsmiddel is aangewend? Afstand van recht? Gerechtvaardigd vertrouwen?
HR 21-02-2020, ECLI:NL:HR:2020:316
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
21 februari 2020
- Magistraten
Mrs. T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
19/00096
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:316, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 21‑02‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:1103, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑11‑2019
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 19/00096
Datum 21 februari 2020
ARREST
In de zaak van
GEMEENTE WIJCHEN, zetelende te Wijchen,
EISERES tot cassatie,
hierna: de gemeente,
advocaat: aanvankelijk P.A. Fruytier en thans J.F. de Groot,
tegen
1. [verweerster 1] B.V., gevestigd te [vestigingsplaats],
2. [verweerder 2], wonende te [woonplaats],
3. [verweerder 3], wonende te [woonplaats],
VERWEERDERS in cassatie,
hierna gezamenlijk: [verweerders],
advocaat: J.H.M. van Swaaij. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.