Einde inhoudsopgave
RvdW 2021/706
Belaging van ex-partner (art. 285b lid 1 Sr) en vernieling van planten, lampjes, deuren en voorgevel van haar woning (art. 350 lid 1 Sr). Vordering b.p. Kunnen kosten van plaatsen van camerasysteem bij woning b.p. worden aangemerkt als rechtstreekse schade? HR herhaalt relevante overwegingen uit HR 28 mei 2019, NJ 2019/379 m.b.t. rechtstreekse schade. Oordeel hof dat kosten van plaatsen van camerasysteem bij woning van b.p. kunnen worden aangemerkt als rechtstreekse schade a.b.i. art. 51f lid 1 Sv getuigt niet van onjuiste rechtsopvatting en is niet onbegrijpelijk, mede in aanmerking genomen dat schadeonderbouwingsformulier inhoudt dat benadeelde een beveiligingscamera heeft aangeschaft om haar door belaging ontstane gevoel van onveiligheid te verminderen en dat hof heeft vastgesteld dat benadeelde a.g.v. bewezenverklaarde gedragingen van verdachte hevige gevoelens van angst en onveiligheid heeft ervaren waardoor zij zich op een gegeven moment zelfs niet meer veilig voelde in haar eigen woning.
HR 15-06-2021, ECLI:NL:HR:2021:840
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
15 juni 2021
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, A.L.J. van Strien, J.C.A.M. Claassens
- Zaaknummer
20/01168
- Conclusie
A-G mr. B.F. Keulen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:840, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 15‑06‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:596, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑04‑2021
Essentie
Belaging van ex-partner (art. 285b lid 1 Sr) en vernieling van planten, lampjes, deuren en voorgevel van haar woning (art. 350 lid 1 Sr). Vordering b.p. Kunnen kosten van plaatsen van camerasysteem bij woning b.p. worden aangemerkt als rechtstreekse schade? HR herhaalt relevante overwegingen uit HR 28 mei 2019, NJ 2019/379 m.b.t. rechtstreekse schade. Oordeel hof dat kosten van plaatsen van camerasysteem bij woning van b.p. kunnen worden aangemerkt als rechtstreekse schade a.b.i. art. 51f lid 1 Sv getuigt niet van onjuiste rechtsopvatting en is niet onbegrijpelijk, mede in aanmerking genomen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.