Einde inhoudsopgave
RvdW 2021/674
Geen ambtshalve vervanging van vervangende hechtenis door gijzeling. Art. 421 lid 4 Sv van toepassing bij niet-ontvankelijkheid in hoger beroep of tijdige intrekking hoger beroep.
HR 15-06-2021, ECLI:NL:HR:2021:806
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
15 juni 2021
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, Y. Buruma, M.J. Borgers
- Zaaknummer
20/00385
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:806, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 15‑06‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:209, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑03‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:143, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑02‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 03‑11‑2020
- Wetingang
Essentie
1. Hof hoeft niet ambtshalve de aan de schadevergoedingsmaatregel gekoppelde vervangende hechtenis te vervangen door gijzeling. 2. Art. 421 lid 4 Sv is van overeenkomstige toepassing als verdachte of Openbaar Ministerie in het door hem ingestelde hoger beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard en bij tijdige intrekking hoger beroep.
Samenvatting
Ad 1. Middel verdachte. Het hof heeft zonder daarbij art. 416 lid 2 Sv te miskennen aan zijn oordeel dat de verdachte niet-ontvankelijk is in het hoger beroep ten grondslag gelegd dat door of namens de verdachte geen grieven zijn ingediend en niet mondeling bezwaren tegen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.