Einde inhoudsopgave
RvdW 2021/683
Poging tot zware mishandeling door hamer tegen voorruit van auto te gooien, art. 302 Sr. Hof heeft kennelijk geoordeeld dat verdachte bewust aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat A zwaar lichamelijk letsel zou oplopen doordat verdachte een hamer gooide tegen voorruit van auto waarin A zich bevond, waarbij hof met verdediging er vanuit is gegaan dat hamer niet door voorruit kon gaan en A zou kunnen treffen. Oordeel dat kans aanmerkelijk was dat A toch zwaar lichamelijk letsel had kunnen oplopen nu A glassplinters in zijn ogen had kunnen krijgen en oordeel dat verdachte deze aanmerkelijke kans bewust heeft aanvaard, zijn zonder nadere motivering niet begrijpelijk. Volgt (partiële) vernietiging en terugwijzing.
HR 15-06-2021, ECLI:NL:HR:2021:924
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
15 juni 2021
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, J.C.A.M. Claassens, M. Kuijer
- Zaaknummer
19/05434
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:924, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 15‑06‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:394, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑04‑2021
Essentie
Poging tot zware mishandeling door hamer tegen voorruit van auto te gooien, art. 302 Sr. Hof heeft kennelijk geoordeeld dat verdachte bewust aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat A zwaar lichamelijk letsel zou oplopen doordat verdachte een hamer gooide tegen voorruit van auto waarin A zich bevond, waarbij hof met verdediging er vanuit is gegaan dat hamer niet door voorruit kon gaan en A zou kunnen treffen. Oordeel dat kans aanmerkelijk was dat A toch zwaar lichamelijk letsel had kunnen oplopen nu A glassplinters in zijn ogen had kunnen krijgen en oordeel dat verdachte deze aanmerkelijke kans bewust ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.