Einde inhoudsopgave
RvdW 2023/179
Ontvankelijkheid hoger beroep, bijzondere schriftelijke volmacht tot instellen h.b. per niet ondertekende e-mail van advocaat. Hof heeft verdachte n-o verklaard in zijn h.b. omdat advocaat niet op rechtsgeldige wijze h.b. heeft ingesteld, aangezien de bij e-mailbericht door advocaat toegestuurde schriftelijke bijzondere volmacht in het geheel niet is ondertekend. HR: een door verdachte bepaaldelijk gevolmachtigde advocaat kan op de wijze van art. 450 lid 3 Sv een rechtsmiddel instellen d.m.v. verlenen van daartoe strekkende schriftelijke bijzondere volmacht aan griffiemedewerker. Die volmacht moet (ook als deze in e-mailbericht is opgenomen) zijn ondertekend door advocaat (vgl. RvdW 2022/1050). In het geval dat volmacht a.b.i. art. 450 lid 3 Sv niet is voorzien van ondertekening door advocaat, wordt dat verzuim voor gedekt gehouden als verdachte of door hem ex art. 279 Sv gemachtigde raadsman ttz. in h.b. is verschenen en (mede) o.g.v. verhandelde ttz. komt vast te staan dat aan niet door advocaat ondertekende volmacht de wens van verdachte ten grondslag lag om (op rechtsgeldige wijze) h.b. te doen instellen. Daarvoor is in het bijzonder, maar niet uitsluitend, van belang wat verdachte of gemachtigde raadsman (zo nodig daarnaar uitdrukkelijk gevraagd) verklaart over bestaan van die wens (vgl. NJ 2016/102). Uit p-v van tz. blijkt dat door verdachte gemachtigde raadsman daar is verschenen. Gelet op verhandelde ttz. en in aanmerking genomen dat hof heeft vastgesteld dat het de toenmalige raadsvrouw was die met e-mailbericht de griffie heeft verzocht h.b. in te stellen, waarbij die e-mail kennelijk was bedoeld als volmacht in de zin van art. 450 lid 3 Sv, is ’s hofs oordeel dat verzuim om die volmacht te ondertekenen niet voor gedekt kan worden gehouden, niet zonder meer begrijpelijk. Volgt vernietiging en terugwijzing. Samenhang met 21/02250 (RvdW 2023/180) en 21/02452 (RvdW 2023/181).
HR 24-01-2023, ECLI:NL:HR:2023:86
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 januari 2023
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, M.J. Borgers, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
21/02249
- Conclusie
A-G mr. D.J.C. Aben
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:86, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑01‑2023
ECLI:NL:PHR:2022:1252, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑11‑2022
Essentie
Ontvankelijkheid hoger beroep, bijzondere schriftelijke volmacht tot instellen h.b. per niet ondertekende e-mail van advocaat. Hof heeft verdachte n-o verklaard in zijn h.b. omdat advocaat niet op rechtsgeldige wijze h.b. heeft ingesteld, aangezien de bij e-mailbericht door advocaat toegestuurde schriftelijke bijzondere volmacht in het geheel niet is ondertekend. HR: een door verdachte bepaaldelijk gevolmachtigde advocaat kan op de wijze van art. 450 lid 3 Sv een rechtsmiddel instellen d.m.v. verlenen van daartoe strekkende schriftelijke bijzondere volmacht aan griffiemedewerker. Die volmacht moet (ook als deze in e-mailbericht is opgenomen) zijn ondertekend door advocaat (vgl. RvdW 2022/1050 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.