Einde inhoudsopgave
RvdW 2023/171
Jeugdzaak. Bijzondere voorwaarde dat veroordeelde zich ‘zal houden aan een avondklok, te bepalen door de jeugdreclassering’ in strijd met art. 77z lid 2 Sr.
HR 24-01-2023, ECLI:NL:HR:2023:70
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
24 januari 2023
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, C. Caminada, T. Kooijmans
- Zaaknummer
21/02138
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Sancties
Jeugdstrafrecht (V)
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:70, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 24‑01‑2023
ECLI:NL:PHR:2022:1099, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑11‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 02‑05‑2022
- Wetingang
Essentie
Jeugdzaak. De door het hof opgelegde bijzondere voorwaarde dat veroordeelde zich ‘zal houden aan een avondklok, te bepalen door de jeugdreclassering’ is in strijd met art. 77z lid 2 Sr, omdat daarmee onvoldoende duidelijk is omschreven binnen welke begrenzingen de jeugdreclassering invulling kan geven aan deze ‘avondklok’.
Samenvatting
Het hof heeft een voorwaardelijke PIJ-maatregel opgelegd met als bijzondere voorwaarde onder meer ‘dat de veroordeelde zich zal houden aan een avondklok, te bepalen door de jeugdreclassering’. Uit de wetsgeschiedenis volgt dat de wetgever met het oog op de rechtszekerheid en een doeltreffende invulling en uitvoering van het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.