Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2003/87/EG tot vaststelling van een systeem voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Unie en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG
Artikel 28 Aanpassingen die van toepassing worden na de goedkeuring door de Unie van een internationale overeenkomst inzake klimaatverandering
Geldend
Geldend vanaf 08-04-2018
- Bronpublicatie:
14-03-2018, PbEU 2018, L 76 (uitgifte: 19-03-2018, regelingnummer: 2018/410)
- Inwerkingtreding
08-04-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-03-2018, PbEU 2018, L 76 (uitgifte: 19-03-2018, regelingnummer: 2018/410)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
1.
Binnen drie maanden na de ondertekening door de Unie van een internationale overeenkomst inzake klimaatverandering die leidt tot verplichte verminderingen van de broeikasgasemissies met meer dan 20 % in 2020 ten opzichte van 1990, zoals met de reductieverbintenis van 30 % door de Europese Raad van maart 2007 tot uiting is gebracht, dient de Commissie een verslag in waarin zij met name de volgende punten evalueert:
- a)
de aard van de maatregelen die bij de internationale onderhandelingen overeen zijn gekomen, alsmede de verbintenissen die andere ontwikkelde landen zijn aangegaan tot een met de Unie vergelijkbare emissiereductie, en de verbintenissen die economisch meer gevorderde ontwikkelingslanden zijn aangegaan om overeenkomstig hun verantwoordelijkheid en respectieve mogelijkheden een adequate bijdrage te leveren;
- b)
de consequenties van de internationale overeenkomst inzake klimaatverandering en in het verlengde daarvan de op Unievlak vereiste opties om op evenwichtige, transparante en billijke wijze over te gaan tot de reductiedoelstelling van 30 %, rekening houdend met het werk tijdens de eerste verbintenisperiode van het Protocol van Kyoto;
- c)
de concurrentiepositie van de be- en verwerkende industrieën in de Unie en in dat verband het gevaar van een weglekeffect;
- d)
het effect van de internationale overeenkomst inzake klimaatverandering op andere economische sectoren in de Unie;
- e)
het effect op de landbouwsector in de Unie, met inbegrip van het gevaar van een weglekeffect;
- f)
een passende regeling voor het opnemen van emissies en verwijdering van broeikasgassen in verband met landgebruik, verandering in landgebruik en bosbouw in de Unie;
- g)
bebossing, herbebossing, vermeden ontbossing en bosdegradatie in derde landen voor het geval hiervoor een internationaal erkend systeem tot stand komt;
- h)
de behoefte aan bijkomende communautaire beleidsmaatregelen met het oog op de broeikasgasreductieverbintenis van de Unie.
2.
Uitgaande van het in lid 1 bedoelde verslag dient de Commissie zo nodig bij het Europees Parlement en de Raad een wetgevingsvoorstel in tot wijziging van deze richtlijn met het oog op de inwerkingtreding van de wijzigingsrichtlijn bij de goedkeuring van de internationale overeenkomst inzake klimaatverandering door de Unie en met het oog op de verbintenis tot emissiereductie die ingevolge die overeenkomst gerealiseerd moet worden.
Dit voorstel berust op de beginselen van transparantie, economische efficiëntie en kosteneffectiviteit alsmede op een eerlijke en solidaire verdeling van de inspanningen tussen de lidstaten.
3.
Dat voorstel maakt het eventueel mogelijk dat de lidstaten naast de kredieten waarin deze richtlijn voorziet, gebruikmaken van CER's, ERU's of andere goedgekeurde kredieten van derde landen die de internationale overeenkomst inzake klimaatverandering hebben geratificeerd.
4.
Het voorstel omvat tevens eventuele andere maatregelen die nodig zijn om de verplichte verminderingen, als bedoeld in lid 1, op een transparante, evenwichtige en billijke wijze te helpen realiseren, en omvat met name uitvoeringsmaatregelen inzake het gebruik van bijkomende soorten projectkredieten door de exploitanten naast de in artikel 11 bis, leden 2 tot en met 5, bedoelde types in het EU-ETS te regelen of het gebruik door deze exploitanten van andere op grond van de internationale overeenkomst inzake klimaatverandering ingestelde mechanismen.
5.
Het voorstel bevat passende overgangsmaatregelen en opschortende maatregelen in afwachting van de inwerkingtreding van de internationale overeenkomst inzake klimaatverandering.