Zie de in hoger beroep overgelegde pleitnotitie van de raadsman.
HR, 22-01-2019, nr. 17/02296
ECLI:NL:HR:2019:42
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22-01-2019
- Zaaknummer
17/02296
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2019:42, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑01‑2019; (Cassatie)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2018:1223
ECLI:NL:PHR:2018:1223, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑11‑2018
Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2019:42
- Vindplaatsen
SR-Updates.nl 2019-0149
Uitspraak 22‑01‑2019
Inhoudsindicatie
Opzettelijk aanwezig hebben hennepplanten in woning verdachte (art. 3.C Opiumwet) en diefstal elektriciteit t.b.v. hennepkwekerij (art. 310 Sr). Mede gelet op hetgeen namens verdachte ttz. in h.b. is aangevoerd, is de bewezenverklaring, v.zv. inhoudende dat verdachte elektriciteit heeft "weggenomen", niet naar de eis der wet met redenen omkleed. Volgt partiële vernietiging en terugwijzing.
Partij(en)
22 januari 2019
Strafkamer
nr. S 17/02296
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 1 maart 2017, nummer 22/003213-16, in de strafzaak tegen:
[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] (Marokko) op [geboortedatum] 1989.
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft M.T. de Vaal, advocaat te 's-Gravenhage, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal G. Knigge heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en tot zodanige op art. 440 Sv gebaseerde beslissing als de Hoge Raad gepast zal voorkomen.
2. Beoordeling van het middel
2.1.
Het middel klaagt dat de bewezenverklaring van het onder 2 tenlastegelegde niet uit de gebezigde bewijsmiddelen kan worden afgeleid.
2.2.1.
Ten laste van de verdachte is onder 2 bewezenverklaard dat:
"hij in de periode van 08 december 2014 tot en met 27 januari 2015 te 's-Gravenhage met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid elektrische stroom, toebehorende aan Stedin Netbeheer BV."
2.2.2.
Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
"1. Een proces-verbaal aanhouding d.d. 27 januari 2015 van de Politie Eenheid Den Haag met nr. PL1500-2015028136-2. Dit proces-verbaal houdt onder meer in (pagina 10 tot en met 12):
als relaas van de opsporingsambtenaren:
Naar aanleiding van een MMA-melding dat er in [a-straat] te Den Haag een hennepkwekerij zou zijn, zijn wij, verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , op 27 januari 2015 omstreeks 09.20 uur ter plaatse gegaan samen met een fraude inspecteur van Stedin, [betrokkene 1] . Wij hebben bij de woning aangebeld. Wij zagen dat er werd opengedaan door een man die later opgaf te zijn:
[verdachte] , geboren [geboortedatum] -1989.
In de woning zag ik, verbalisant [verbalisant 1] , dat de woonkamer was opgesplitst, alwaar in de achterste ruimte een inwerking zijnde hennepkwekerij was gevestigd.
2. Een proces-verbaal aantreffen hennepkwekerij d.d. 27 januari 2015 van de Politie Eenheid Den Haag met nr. PL1500-2015028136-1. Dit proces-verbaal houdt onder meer in (pagina 57 tot en met 59):
als relaas van de opsporingsambtenaren:
Op 27 januari 2015 omstreeks 09:20 uur stelden wij, verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] een onderzoek in op de [a-straat] te Den Haag.
Omschrijving pand
Het pand is een tweekamer portiekwoning op de derde woonlaag. Bij binnenkomst kom je in een hal terecht.
Via de woonkamer zat er een houten plaat welke toegang gaf tot de kweekruimte.
In de kweekruimte stonden in totaal 186 hennepplanten.
Boven deze planten hingen totaal 12 assimilatielampen met bijbehorende armaturen.
Op het adres [a-straat] te 's-Gravenhage staat ingeschreven: [verdachte] , geboren op [geboortedatum] 1989.
Onderzoek Stedin
De stroomvoorziening van de hennepkwekerij is onderzocht door [betrokkene 1] , fraude-inspecteur bij de netwerkbeheerder Stedin, in aanwezigheid van ons. Hierbij werd geconstateerd dat de stroomvoorziening ten behoeve van de hennepkwekerij illegaal werd afgenomen.
Door de Netwerkbeheerder Stedin werd aangifte gedaan van diefstal van stroom.
Vaststelling hennep
Wij constateerden op grond van onze kennis en ervaring, opgedaan bij eerdere ontmantelingen van hennepkwekerijen, dat het hennepplanten waren.
(...)
4. Een geschrift, zijnde een rapportage diefstal energie d.d. 30 januari 2015, gericht aan de verbalisant van politie eenheid Bureau Zuiderpark, district Den Haag. Deze rapportage houdt onder meer in (pagina 28 tot en met 31):
als de op 30 januari 2015 opgemaakt aangifte van [betrokkene 1] :
Ik ben als fraudespecialist in dienst van Stedin Netbeheer B.V. gevestigd te Rotterdam. Ik ben belast met de opsporing van strafbare feiten gericht tegen Stedin Netbeheer B.V. en ik ben tevens bevoegd tot het doen van aangifte.
Diefstal is gepleegd in de periode van 8 december 2014 tot en met 27 januari 2015.
Op 27 januari 2015 omstreeks 09:26 uur was ik tezamen met politieambtenaren van politie Eenheid Den Haag bij het pand [a-straat] te 's-Gravenhage. Het betrof een portiekwoning.
Bij controle van de netcomponenten (hoofdleiding, aansluiting en meetinrichting) van Stedin Netbeheer BV en de elektrische installatie in de meterkast van dat pand zag ik dat de verzegeling van de deksel van de hoofdaansluitkast verbroken en verwijderd was. Tevens was de deksel van de hoofdaansluitkast verwijderd. Ik zag dat de deksel in de meterkast lag.
Ik zag dat de hoofdzekering(en) die bij het aansluiten van het pand op het elektriciteitsnet van Stedin Netbeheer BV aangebracht door personeel van een provider verzwaard waren.
Door deze hoofdzekering(en) te verzwaren kan er een grotere hoeveelheid elektrisch vermogen afgenomen worden.
Ik zag dat er aan de bovenzijde van de hoofdzekering(en) een illegale aansluiting was bijgeplaatst en aangesloten.
Deze illegale aansluiting zat aangesloten voor de elektriciteitsmeter zodat alle elektriciteit die via deze illegale aansluiting werd afgenomen niet door de elektriciteitsmeter werd geregistreerd.
Deze illegale aansluiting was destijds bij het aansluiten van het pand op het elektriciteitsnet van Stedin Netbeheer BV niet in opdracht van Stedin Netbeheer BV geïnstalleerd.
Uit bovenstaande bevindingen bleek dat met het aanbrengen van de illegale aansluiting er nadeel is ontstaan voor Stedin Netbeheer BV door een niet geregistreerd elektriciteitsverbruik.
Naar aanleiding van deze inventarisatie en het door Stedin Netbeheer B.V. ingestelde onderzoek is door mij een berekening gemaakt waaruit blijkt dat er minimaal 5.550 kWh illegaal is afgenomen (weggenomen) ten behoeve van de hennepkwekerij en eventueel huishoudelijk verbruik.
Niemand had het recht of de toestemming van Stedin Netbeheer B.V. om het zegel te verbreken of wijziging in de bedrading aan te brengen. Niemand is gerechtigd de elektra, zijnde eigendom van Stedin Netbeheer B.V. op deze wijze weg te nemen en zich toe te eigenen.
5. Een proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 27 januari 2015 van de Politie Eenheid Den Haag met nr. PL1500-2015028136-5. Dit proces-verbaal houdt onder meer in (pagina 79 tot en met 81):
als de op 27 januari 2015 afgelegde verklaring van de verdachte:
Ik woon op de [a-straat] in Den Haag. Ik woon daar alleen. Ik heb de hennepkwekerij ongeveer sinds een maand."
2.3.
Blijkens het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep heeft de raadsman van de verdachte aldaar het woord gevoerd overeenkomstig zijn overgelegde en in het procesdossier gevoegde pleitnota. De pleitnota houdt onder meer in:
"TENLASTELEGGING
1.
8 dec 2014 - 27 jan 2015, alleen of in vereniging, telen dan wel opzettelijk aanwezig hebben 186 planten.
2.
8 dec 2014 - 27 jan 2015, alleen of in vereniging, diefstal stroom.
FEITEN
1. Het verzoek is cliënt vrij te spreken van het onderdeel medeplegen en telen onder 1 en vrij te spreken van punt 2 wegens gebrek aan wettig en overtuigend bewijs.
Verklaring cliënt
2. Cliënt ontkent de kwekerij te hebben opgezet en iets te maken te hebben met diefstal stroom. Dat hebben volgens hem de 'Turk en Marokkaan' gedaan. (...)
In vereniging
3. Volgens de verdediging kan niet gesproken worden van bewuste en nauwe samenwerking. (...)
Diefstal stroom
4. Cliënt ontkent.
5. Er is volgens de verdediging geen (ondersteunend) bewijs dat cl hieraan heeft meegewerkt, hij verklaart ook 'dat weet ik niet, ik was daar niet bij' (p 81)."
2.4.
Mede gelet op hetgeen namens de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep is aangevoerd, is de bewezenverklaring van het onder 2 tenlastegelegde, voor zover inhoudende dat de verdachte elektriciteit heeft "weggenomen", niet naar de eis der wet met redenen omkleed.
2.5.
Het middel is terecht voorgesteld.
3. Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak, maar uitsluitend wat betreft de beslissingen ter zake van het onder 2 tenlastegelegde, waaronder begrepen de beslissingen omtrent de vordering van de benadeelde partij Stedin Netbeheer B.V. en de strafoplegging;
wijst de zaak terug naar het Gerechtshof Den Haag, opdat de zaak in zoverre op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan;
verwerpt het beroep voor het overige.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren A.L.J. van Strien en J.C.A.M. Claassens, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 22 januari 2019.
Conclusie 27‑11‑2018
Inhoudsindicatie
Opzettelijk aanwezig hebben hennepplanten in woning verdachte (art. 3.C Opiumwet) en diefstal elektriciteit t.b.v. hennepkwekerij (art. 310 Sr). Mede gelet op hetgeen namens verdachte ttz. in h.b. is aangevoerd, is de bewezenverklaring, v.zv. inhoudende dat verdachte elektriciteit heeft "weggenomen", niet naar de eis der wet met redenen omkleed. Volgt partiële vernietiging en terugwijzing.
Nr. 17/02296 Zitting: 27 november 2018 | Mr. G. Knigge Conclusie inzake: [verdachte] |
De verdachte is bij arrest van 1 maart 2017 door het gerechtshof Den Haag wegens onder 1 “opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod” en onder 2 ‘’diefstal’’, veroordeeld tot een taakstraf van 120 uur. Daarnaast heeft het hof de vordering van de benadeelde partij toegewezen en aan de verdachte een schadevergoedingsmaatregel opgelegd, een en ander zoals nader in het arrest bepaald.
Het cassatieberoep is ingesteld namens de verdachte en mr. M.T. de Vaal, advocaat te Den Haag, heeft één middel van cassatie voorgesteld.
Het gaat in deze zaak om een in de woning van de verdachte aangetroffen hennepkwekerij. De raadsman van de verdachte voerde aan dat de verdachte ontkent de hennepkwekerij te hebben opgezet en iets te maken te hebben met de diefstal van elektriciteit. “Dat hebben volgens hem de ‘Turk en Marokkaan’ gedaan”.1.Het hof sprak de verdachte onder 1 partieel vrij van het medeplegen van telen en verklaarde onder 1 enkel het opzettelijk aanwezig hebben van hennepplanten bewezen. Onder 2 verklaarde de rechtbank diefstal van elektriciteit bewezen. Het middel keert zich tegen die laatste bewezenverklaring.
4. Bewezenverklaring en bewijsvoering
4.1.
Ten laste van de verdachte is onder 2 bewezenverklaard dat:
‘’hij in de periode van 08 december 2014 tot en met 27 januari 2015 te ’s-Gravenhage met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid elektrische stroom, toebehorende aan Stedin Netbeheer BV.’’
4.2.
Deze bewezenverklaring steunt op de volgende door het hof gebezigde bewijsmiddelen:
‘’1. Een proces-verbaal aanhouding d.d. 27 januari 2015 van de Politie Eenheid Den Haag met nr. PL1500-2015028136-2. Dit proces-verbaal houdt onder meer in (pagina 10 tot en met 12) :
als relaas van de opsporingsambtenaren:
Naar aanleiding van een MMA-melding dat er in [a-straat] te Den Haag een hennepkwekerij zou zijn, zijn wij, verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2], op 27 januari 2015 omstreeks 09.20 uur ter plaatse gegaan samen met een fraude inspecteur van Stedin, [betrokkene 1].
Wij hebben bij de woning aangebeld. Wij zagen dat er werd opengedaan door een man die later opgaf te zijn:
[verdachte] , geboren [geboortedatum]-1989.
In de woning zag ik, verbalisant Van der Beek, dat de woonkamer was opgesplitst, alwaar in de achterste ruimte een inwerking zijnde hennepkwekerij was gevestigd.
2. Een proces-verbaal aantreffen hennepkwekerij d.d. 27 januari 2015 van de Politie Eenheid Den Haag met nr. PL1500-2015028136-1. Dit proces-verbaal houdt onder meer in (pagina 57 tot en met 59):
als relaas van de opsporingsambtenaren:
Op 27 januari 2015 omstreeks 09:20 uur stelden wij, verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] een onderzoek in op de [a-straat] te Den Haag.
Omschrijving pand
Het pand is een tweekamer portiekwoning op de derde woonlaag. Bij binnenkomst kom je in een hal terecht.
Via de woonkamer zat er een houten plaat welke toegang gaf tot de kweekruimte.
In de kweekruimte stonden in totaal 186 hennepplanten.
Boven deze planten hingen totaal 12 assimilatielampen met bijbehorende armaturen.
Op het adres [a-straat] te 's-Gravenhage staat ingeschreven: [verdachte], geboren op [geboortedatum] 1989.
Onderzoek Stedin
De stroomvoorziening van de hennepkwekerij is onderzocht door [betrokkene 1], fraude-inspecteur bij de netwerkbeheerder Stedin, in aanwezigheid van ons. Hierbij werd geconstateerd dat de stroomvoorziening ten behoeve van de hennepkwekerij illegaal werd afgenomen.
Door de Netwerkbeheerder Stedin werd aangifte gedaan van diefstal van stroom.
Vaststelling hennep
Wij constateerden op grond van onze kennis en ervaring, opgedaan bij eerdere ontmantelingen van hennepkwekerijen, dat het hennepplanten waren.
(…)
4. Een geschrift, zijnde een rapportage diefstal energie d.d. 30 januari 2015, gericht aan de verbalisant van politie eenheid Bureau Zuiderpark, district Den Haag. Deze rapportage houdt onder meer in (pagina 28 tot en met 31):
als de op 30 januari 2015 opgemaakt aangifte van [betrokkene 1]:
Ik ben als fraudespecialist in dienst van Stedin Netbeheer B.V. gevestigd te Rotterdam. Ik ben belast met de opsporing van strafbare feiten gericht tegen Stedin Netbeheer B.V. en ik ben tevens bevoegd tot het doen van aangifte.
Diefstal is gepleegd in de periode van 8 december 2014 tot en met 27 januari 2015.
Op 27 januari 2015 omstreeks 09:26 uur was ik tezamen met politieambtenaren van politie Eenheid Den Haag bij het pand [a-straat] te 's Gravenhage. Het betrof een portiekwoning.
Bij controle van de netcomponenten (hoofdleiding, aansluiting en meetinrichting) van Stedin Netbeheer BV en de elektrische installatie in de meterkast van dat pand zag ik dat de verzegeling van de deksel van de hoofdaansluitkast verbroken en verwijderd was. Tevens was de deksel van de hoofdaansluitkast verwijderd. Ik zag dat de deksel in de meterkast lag.
Ik zag dat de hoofdzekering(en) die bij het aansluiten van het pand op het elektriciteitsnet van Stedin Netbeheer BV aangebracht door personeel van een provider verzwaard waren.
Door deze hoofdzekering(en) te verzwaren kan er een grotere hoeveelheid elektrisch vermogen afgenomen worden.
Ik zag dat er aan de bovenzijde van de hoofdzekering(en) een illegale aansluiting was bijgeplaatst en aangesloten.
Deze illegale aansluiting zat aangesloten voor de elektriciteitsmeter zodat alle elektriciteit die via deze illegale aansluiting werd afgenomen niet door de elektriciteitsmeter werd geregistreerd.
Deze illegale aansluiting was destijds bij het aansluiten van het pand op het elektriciteitsnet van Stedin Netbeheer BV niet in opdracht van Stedin Netbehee[r] BV geïnstalleerd.
Uit bovenstaande bevindingen bleek dat met het aanbrengen van de illegale aansluiting er nadeel is ontstaan voor Stedin Netbeheer BV door een niet geregistreerd elektriciteitsverbruik.
Naar aanleiding van deze inventarisatie en het door Stedin Netbeheer B.V. ingestelde onderzoek is door mij een berekening gemaakt waaruit blijkt dat er minimaal 5.550 kWh illegaal is afgenomen (weggenomen) ten behoeve van de hennepkwekerij en eventueel huishoudelijk verbruik.
Niemand had het recht of de toestemming van Stedin Netbeheer B.V. om het zegel te verbreken of wijziging in de bedrading aan te brengen. Niemand is gerechtigd de elektra, zijnde eigendom van Stedin Netbeheer B.V. op deze wijze weg te nemen en zich toe te eigenen.
5. Een proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 27 januari 2015 van de Politie Eenheid Den Haag met nr. PL1500-2015028136-5. Dit proces-verbaal houdt onder meer in (pagina 79 tot en met 81):
Als de op 27 januari 2015 afgelegde verklaring van de verdachte:
Ik woon op de [a-straat] in Den Haag. Ik woon daar alleen. Ik heb de hennepkwekerij ongeveer sinds een maand.’’
5. De bespreking van het middel
5.1.
Het middel bevat de klacht dat de bewezenverklaring van het onder 2 tenlastegelegde niet uit de gebezigde bewijsmiddelen kan worden afgeleid.
5.2.
Ik stel voorop dat niet is bewezenverklaard dat de verdachte de diefstal heeft gepleegd door middel van braak of verbreking. Bewezen behoeft derhalve niet te worden dat het de verdachte is geweest die de verzegeling van de meterkast heeft verbroken en die een elektriciteitskabel voor de elektriciteitsmeter heeft geplaatst. Het enkele tot stand brengen van een dergelijke illegale aansluiting levert ook nog niet het wegnemen van elektriciteit op. Daarvoor is nodig dat opzettelijk van die aansluiting gebruik wordt gemaakt door het inschakelen van een apparaat dat via de illegale aansluiting van stroom wordt voorzien (vgl. HR 24 november 2015: ECLI:NL:HR:2015:3361). Een hennepteler die, wetende dat de stroom illegaal wordt afgetapt, op enig moment de assimilatielampen aanzet, maakt zich dus schuldig aan diefstal van elektriciteit. Degene wiens rol zich beperkt tot het dagelijks water geven van de planten, teelt wel, maar neemt geen elektriciteit weg, ook niet als hij weet dat het elektriciteitsverbruik illegaal is.
5.3.
Ik stel ook voorop dat niet bewezen is verklaard dat de verdachte de diefstal tezamen en in vereniging met een of meer anderen heeft gepleegd. Als sprake is van medeplegen, behoeft niet bewezen te worden dat de verdachte zelf een wegnemingshandeling heeft verricht als hiervoor bedoeld. Wel nodig is dan uiteraard dat sprake is van een bewuste en nauwe samenwerking met degene die wel zelf de assimilatielampen (en/of eventuele andere apparatuur) heeft aangezet. Daarvoor is onder meer vereist dat de verdachte een bijdrage aan de diefstal heeft geleverd die van voldoende gewicht is om van medeplegen te kunnen spreken. De grens met de medeplichtigheid moet daarbij goed bewaakt worden. In HR 8 december 2009, ECLI:NL:HR:2009:BJ9930 had de verdachte een houten gebouwtje op zijn terrein ter beschikking gesteld aan een onbekend gebleven persoon voor het telen van hennep. De hennepkwekerij werd vanuit de woonwagen van de verdachte voorzien van buiten de meter om afgetapte stroom. De bewezenverklaring van medeplichtigheid aan de door de onbekende persoon gepleegde diefstal van elektriciteit hield in cassatie stand. Of het enkele gelegenheid geven om illegaal stroom af te nemen een veroordeling wegens medeplegen van diefstal kan dragen, is de vraag.
5.4.
De Hoge Raad toont zich streng als het gaat om het bewijs van het plegen of het medeplegen van diefstal van elektriciteit bij hennepteelt. Onvoldoende is dat uit de door de feitenrechter gebezigde bewijsmiddelen blijkt van betrokkenheid van de verdachte bij de hennepteelt. Daarmee is nog niet bewezen dat de verdachte ook betrokken was (al dan niet in de vorm van medeplegen) bij de diefstal van elektriciteit. Dat geldt zeker voor hennepkwekerijen die zich bevinden in bedrijfsgebouwen waarvan de relatie tot de verdachte onduidelijk is.2.Maar ook bij hennepkwekerijen die zich in de woning van de verdachte bevinden, ligt de bewijslast hoog. In HR 22 november 2011, ECLI:NL:HR:2011:BT6448 gaf de verdachte grif toe dat hij wist dat er een hennepkwekerij in zijn woning was en dat hij had gezien dat er een extra elektriciteitskabel was aangebracht die door het huis liep. Dat achtte de Hoge Raad niet voldoende voor het bewijs van zowel het telen van hennep als van diefstal van elektriciteit. Het hof had gemotiveerd uiteengezet waarom het ‘alternatieve scenario’ waarop de verdachte zich beriep (namelijk dat andere personen de kwekerij runden) naar zijn oordeel niet aannemelijk was en dat het de verdachte daarom “verantwoordelijk” hield. Dat maakte het voor de Hoge Raad niet anders. De bewijslast mag, zou men kunnen zeggen, niet worden omgedraaid.3.
5.5.
Een relevant verschil met de onderhavige zaak zie ik niet. Dat de verdachte alleen in het desbetreffende pand woonde, sluit bepaald niet uit dat, zoals de verdachte beweerde, het kweken van de hennep en het stelen van de stroom het werk was van de “Turk en de Marokkaan”. De partiële vrijspraak van het medeplegen van de hennepteelt lijkt er daarbij op te wijzen dat het hof dit scenario voor mogelijk heeft gehouden. Die vrijspraak maakt het oordeel van het hof dat uit de bewijsmiddelen kan worden afgeleid dat het de verdachte is die de elektriciteit heeft weggenomen, er in elk geval niet begrijpelijker op.
5.6.
Het enkele feit dat in bewijsmiddel 4 wordt gesproken van “eventueel huishoudelijk verbruik” kan de bewijsconstructie niet redden. Uit het feit dat de verdachte de enige bewoner was, kan denkelijk wel de conclusie worden getrokken dat de verdachte stroom heeft afgenomen voor huishoudelijk gebruik. Dat die stroomafname buiten de meter om geschiedde, is daarmee niet gezegd en ook niet aannemelijk. Dat de stroom die wel buiten de meter om is afgenomen, “eventueel” deels voor huishoudelijke doeleinden is gebruikt, is enkel een mogelijkheid die niet wordt uitgesloten. Daaruit volgt dus niet dat de illegaal afgenomen stroom daadwerkelijk voor huishoudelijke doeleinden is gebruikt, laat staan door de verdachte. Daar komt bij dat het hof de bewezenverklaring kennelijk aldus heeft verstaan dat de verdachte in elk geval de stroom heeft weggenomen die voor de hennepkwekerij is gebruikt. Met een andere uitleg is de integrale toewijzing van de vordering van Stedin Netbeheer BV niet te rijmen.
6. Het middel slaagt.
7. Ambtshalve heb ik geen gronden aangetroffen die tot vernietiging van de bestreden uitspraak aanleiding behoren te geven.
8. Deze conclusie strekt tot vernietiging van de bestreden uitspraak en tot zodanige op art. 440 Sv gebaseerde beslissing als de Hoge Raad gepast zal voorkomen.
De Procureur-Generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden
AG
Voetnoten
Voetnoten Conclusie 27‑11‑2018
Zie onder meer HR 28 januari 2014, ECLI:NL:HR:2014:189; HR 3 maart 2015, ECLI:NL:HR:2015:508 en HR 3 november 2015, ECLI:NL:HR:2015:3218.
Vergelijk HR 15 december 2015, ECLI:NL:HR:2015:3585 en in vervolg daarop HR 20 maart 2018, ECLI:NL:HR:2018:390. Het ging in deze zaak om een woning waarvan onduidelijk is of de verdachte daarin woonde. Zie ook HR 30 oktober 2018, ECLI:NL:HR:2018:2002.