Einde inhoudsopgave
RvdW 2016/1069
Cassatieprocesrecht. Art. 426a lid 1 Rv. Niet-ontvankelijkheid. Verzoekschrift niet ondertekend door advocaat bij de Hoge Raad.
HR 14-10-2016, ECLI:NL:HR:2016:2345
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
14 oktober 2016
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, C.A. Streefkerk, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
16/03201
- Conclusie
A-G mr. G.R.B. van Peursem
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:2345, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 14‑10‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:990, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑07‑2016
Essentie
Cassatieprocesrecht. Art. 426a lid 1 Rv. Niet-ontvankelijkheid. Verzoekschrift niet ondertekend door advocaat bij de Hoge Raad.
Partij(en)
[Verzoeker], verzoeker tot cassatie, adv.: mr. O.P.N.M. Tennebroek.
Conclusie
Conclusie A-G mr. G.R.B. van Peursem:
1.
Verzoeker heeft middels een op 22 juni 2016 ter griffie van de Hoge Raad der Nederlanden ingekomen verzoekschrift beroep in cassatie ingesteld tegen de arresten van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 7 april 2016 en 16 juni 2016. In het laatstgenoemde arrest is de bij vonnis van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant van 3 december 2015 uitgesproken tussentijdse beëindiging van de toepassing van de schuldsaneringsregeling bekrachtigd. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.