Einde inhoudsopgave
RvdW 2016/1055
Onrechtmatige overheidsdaad. Wet i.v.m. beëindiging bekostiging onderwijs in allochtone levende talen (wet van 24 mei 2004, Stb.2004, 253); wetswijziging in strijd met art. 2 Protocol 1 EVRM (vrijheid van onderwijs)?
HR 14-10-2016, ECLI:NL:HR:2016:2341
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
14 oktober 2016
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, C.A. Streefkerk, G. de Groot, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
15/02413
- Conclusie
A-G mr. R.H. de Bock
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Verbintenissenrecht (V)
Staatsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:2341, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 14‑10‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:992, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑06‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑05‑2015
- Wetingang
Essentie
Onrechtmatige overheidsdaad. Wet i.v.m. beëindiging bekostiging onderwijs in allochtone levende talen (wet van 24 mei 2004, Stb. 2004, 253); wetswijziging in strijd met art. 2 Protocol 1 EVRM (vrijheid van onderwijs)?
Uit de rechtspraak van het EHRM met betrekking tot het in art. 2 EP gewaarborgde recht op onderwijs volgt dat aan deze bepaling niet een aanspraak kan worden ontleend op het kunnen volgen van onderwijs in een bepaalde taal en dat daaruit evenmin de verplichting voor staten volgt om een bepaald soort onderwijs aan te bieden of te subsidiëren. Daarom is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.