Einde inhoudsopgave
RvdW 2016/94
Partneralimentatie. Echtscheidingsconvenant waarin partijen m.b.t. bepaalde posten bewust zijn afgeweken van de wettelijke maatstaven; wijziging op voet art. 1:401 BW; maatstaf.
HR 18-12-2015, ECLI:NL:HR:2015:3635
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
18 december 2015
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, G. de Groot, M.V. Polak, V. van den Brink, T.H. Tanja-van de Broek
- Zaaknummer
15/00432
- Conclusie
A-G mr. L.A.D. Keus
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:3635, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 18‑12‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:1973, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑09‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑02‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 29‑01‑2015
- Wetingang
Art. 1:159, 1:401 BW
Essentie
Partneralimentatie. Echtscheidingsconvenant waarin partijen m.b.t. bepaalde posten bewust zijn afgeweken van de wettelijke maatstaven; wijziging op voet art. 1:401 BW; maatstaf.
Ingeval partijen in hun overeenkomst betreffende levensonderhoud bewust zijn afgeweken van de wettelijke maatstaven en een beding van niet-wijziging als bedoeld in art. 1:159 BW niet is gemaakt of is vervallen, geldt volgens vaste jurisprudentie (HR 23 oktober 1987, NJ 1988/438, m.nt. E.A.A. Luijten) dat de rechter slechts op de voet van art. 1:401 BW tot een wijziging van de overeenkomst betreffende levensonderhoud zal mogen overgaan indien de verzoeker stelt en de rechter aannemelijk oordeelt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.