Einde inhoudsopgave
RvdW 2016/110
Art. 81 lid 1 RO. CAO voor Uitzendkrachten. Handhaving door een door de cao-partijen in het leven geroepen stichting (HR 28 november 2014, ECLI:NL:HR:2014:3458). Proceskosten.
HR 18-12-2015, ECLI:NL:HR:2015:3620
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
18 december 2015
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
14/04737
- Conclusie
A-G mr. F.F. Langemeijer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:3620, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 18‑12‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:2094, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑10‑2015
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. CAO voor Uitzendkrachten. Handhaving door een door de cao-partijen in het leven geroepen stichting (HR 28 november 2014, ECLI:NL:HR:2014:3458). Proceskosten.
Partij(en)
- 1.
[eiseres 1],
- 2.
[eiseres 2]
- 3.
[eiser 3],
eiseres in cassatie, adv.: mr. D.Th.J. van der Klei,
tegen
De Stichting Naleving CAO voor uitzendkrachten, te Barendrecht, verweerster in cassatie, niet verschenen.
Conclusie
Conclusie A-G mr. F.F. Langemeijer:
1. De feiten en het procesverloop
1.1.
In cassatie kan worden uitgegaan van de feiten zoals vastgesteld in het bestreden arrest onder 2. Kort samengevat is tussen de werkgeversorganisatie in de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.