Bestuurdersaansprakelijkheid uit onrechtmatige daad
Einde inhoudsopgave
Bestuurdersaansprakelijkheid uit onrechtmatige daad (R&P nr. InsR11) 2019/4.5.3.1:4.5.3.1 Toepassingsbereik
Bestuurdersaansprakelijkheid uit onrechtmatige daad (R&P nr. InsR11) 2019/4.5.3.1
4.5.3.1 Toepassingsbereik
Documentgegevens:
mr. A. Karapetian, datum 01-01-2019
- Datum
01-01-2019
- Auteur
mr. A. Karapetian
- JCDI
JCDI:ADS349771:1
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
Materieel strafrecht / Algemeen
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Noyon/Langemeijer/Remmelink, aant. 4 bij art. 326 Sr.
HR 28 januari 1992, NJ 1992/363.
Smidt II, p. 532 en 534; HR 30 januari 1928, NJ 1928, p. 292.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Het soort handelingen dat de bestuurder verricht, is, als gezegd, niet beperkt tot koopovereenkomsten. Met name bij bedrijven die in de sfeer van de dienstverlening opereren, zullen er andersoortige overeenkomsten worden gesloten. En voor ondernemingen die financiële problemen ondervinden, zal de kredietovereenkomst, op grond waarvan de financier zich ertoe verbindt krediet te verstrekken, een aanzienlijk aandeel in de hoeveelheid gesloten overeenkomsten vertegenwoordigen. De bestuurder die in deze gevallen namens de vennootschap handelt, zal bedacht moeten zijn op de grens die art. 326 Sr in deze trekt.
De vraag luidt dus in welke gevallen de in de Beklamel-situatie verkerende bestuurder in strijd handelt met de uit art. 326 Sr voortvloeiende norm.
De delictsomschrijving van oplichting kan worden onderverdeeld in vier bestanddelen. In de eerste plaats dient er een gedraging te zijn verricht die kan worden gekarakteriseerd als het aanwenden van een in art. 326 Sr genoemd oplichtingsmiddel (i). De aanwending van het middel (of middelen) moet vervolgens iemand hebben bewogen (ii) tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld of het teniet doen van een inschuld (iii). Tot slot is vereist dat bij de genoemde gedragingen de dader een bepaald oogmerk had, namelijk het oogmerk om zichzelf of een ander wederrechtelijk te bevoordelen (iv). Hieronder zal worden bezien onder welke omstandigheden de handelingen van de bestuurder die rechtshandelingen verricht namens de vennootschap beantwoorden aan deze bestanddelen.
Het is van belang op te merken dat de hier onderzochte bestuurder in art. 326 Sr normadressaat is. De bepaling richt zich tot eenieder die met het oogmerk om zichzelf of een ander te bevoordelen de hiervoor genoemde gedragingen stelt. De bestuurder die de rechtshandelingen namens de vennootschap verricht, kan daarbij het oogmerk hebben om zichzelf te bevoordelen, maar zal gewoonlijk het oogmerk hebben op de bevoordeling van de vennootschap.
Het toepassingsbereik van de oplichtingsbepaling wordt in de eerste plaats bepaald door het ingetreden gevolg, hetgeen de prestaties betreft waartoe het slachtoffer wordt bewogen. Overeenkomsten tot koop, ruil of leen van een goed kunnen leiden tot het vervullen van het bestanddeel ‘afgifte van een goed’. Onder goed worden verstaan alle voorwerpen die enige waarde hebben voor de bezitter.1 De leverancier die ter uitvoering van een koopovereenkomst bepaalde goederen levert aan de vennootschap, geeft aldus een goed af. In feite geldt dit ook voor de financier die in het kader van een kredietovereenkomst geld overboekt naar de rekening van de vennootschap, aangezien de Hoge Raad in 1991 bepaalde dat overboeking van giraal geld ook valt onder ‘afgifte van een goed’ in de zin van art. 326 Sr.2 Niettemin lijkt het zuiverder het door de financier ter beschikking stellen van krediet in het kader van een financieringsovereenkomst te scharen onder de categorie ‘het aangaan van een schuld’. Op deze wijze wordt beter tot uitdrukking gebracht dat het aangaan van de verbintenis tot de verstrekking van krediet de relevante gedraging is waartoe ‘wordt bewogen’, en niet zozeer het ter uitvoering daarvan overmaken van het kredietbedrag. Schuld wordt hierbij opgevat als een verbintenis in vermogensrechtelijke zin.3