Einde inhoudsopgave
RvdW 2010, 211
Wet Bopz. Door klachtencommissie gegrond verklaarde klacht; niet-ontvankelijkheid. Klacht over niet-nakoming meldingsplicht gedwongen separatie aan Inspectie. Beperkingen in bewegingsvrijheid; verplichting schriftelijke mededeling aan patiƫnt.
HR 29-01-2010, ECLI:NL:HR:2010:BK5992
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
29 januari 2010
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, A. Hammerstein, W.A.M. van Schendel, C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
09/04265
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
BK5992
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Algemeen
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BK5992, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 29ā01ā2010
ECLI:NL:PHR:2010:BK5992, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04ā12ā2009
Beroepschrift, Hoge Raad, 26ā10ā2009
- Wetingang
Essentie
Wet Bopz. Door klachtencommissie gegrond verklaarde klacht; niet-ontvankelijkheid. Klacht over niet-nakoming meldingsplicht gedwongen separatie aan Inspectie. Beperkingen in bewegingsvrijheid; verplichting schriftelijke mededeling aan patiƫnt.
Uit art. 41 en 41a Wet Bopz volgt dat een door de klachtencommissie van het ziekenhuis gegrond verklaarde klacht niet meer ter beoordeling staat van de rechter.
Een klacht over het niet of niet tijdig melden van toepassing van separatie aan de Inspectie voor de Gezondheidszorg behoort niet tot de onderwerpen waarover ingevolge art. 41 lid 1 Wet Bopz kan worden geklaagd, hoewel de meldingsplicht blijkens ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.