Einde inhoudsopgave
RvdW 2010, 233
Steunbewijs en het bewijsminimum van art. 342 lid 2 Sv.
HR 26-01-2010, ECLI:NL:HR:2010:BK2094 (Steunbewijs en bewijsminimum)
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
26 januari 2010
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J.W. Ilsink, J. de Hullu, W.F. Groos, M.A. Loth
- Zaaknummer
08/00130
- Conclusie
A-G Aben
- LJN
BK2094
- Roepnaam
Steunbewijs en bewijsminimum
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BK2094, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 26‑01‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BK2094, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑10‑2009
- Wetingang
Essentie
De vraag of aan het bewijsminimum van art. 342, tweede lid, Sv is voldaan, laat zich niet in algemene zin beantwoorden, maar vergt een beoordeling van het concrete geval. De Hoge Raad kan daarom geen algemene regels geven over de toepassing van art. 342, tweede lid, Sv. In het onderhavige geval vindt de tot het bewijs gebezigde verklaring van de aangever voldoende steun vindt in het overige gebezigde bewijsmateriaal.
Samenvatting
De vraag of aan het bewijsminimum van art. 342, tweede lid, Sv is voldaan, laat zich niet in algemene zin beantwoorden, maar vergt een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.