Einde inhoudsopgave
RvdW 2010, 231
Mensensmokkel; wederrechtelijk verblijf.
HR 19-01-2010, ECLI:NL:HR:2010:BJ3574
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
19 januari 2010
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, J. de Hullu, W.M.E. Thomassen, W.F. Groos, M.A. Loth
- Zaaknummer
08/00756
- Conclusie
A-G Vegter
- LJN
BJ3574
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BJ3574, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 19‑01‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BJ3574, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑07‑2009
- Wetingang
Essentie
Mensensmokkel. Het verblijf van de vreemdeling die zich niet aan de voorwaarden houdt gesteld bij en krachtens de Vreemdelingwet is wederrechtelijk in de zin van art. 197a Sr. Art. 19 Schengen Uitvoeringsovereenkomst dat toestaat op het grondgebied te verblijven zolang het visum niet is verlopen of ingetrokken, doet daaraan niet af.
Samenvatting
Vrouwen met toeristenvisum waren werkzaam in prostitutie. Aan de vreemdeling die zich niet aan de voorwaarden houdt gesteld bij en krachtens de Vreemdelingwet is het verblijf in Nederland niet toegestaan. Dit verblijf is derhalve als wederrechtelijk in de zin van art. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.