Einde inhoudsopgave
RvdW 2010, 251
Onregelmatige geuridentificatieproef levert in casu geen novum op.
HR 26-01-2010, ECLI:NL:HR:2010:BL0564
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
26 januari 2010
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
09/00195 Hs
- LJN
BL0564
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BL0564, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 26‑01‑2010
Essentie
Onregelmatige geuridentificatieproef levert in casu geen novum op.
Partij(en)
Arrest op een aanvrage tot herziening van een in kracht van gewijsde gegaan vonnis van de Rechtbank te Almelo van 21 juni 2005, parketnummer 08/710172-05, ingediend namens: [Aanvrager]. Adv. mr. Plantenga, te Utrecht.
Uitspraak
Hoge Raad:
1. De uitspraak waarvan herziening is gevraagd
De Rechtbank heeft de aanvrager ter zake van 1., 2., 3., 4., 6. en 7. telkens ‘diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.