Einde inhoudsopgave
RvdW 2010, 214
Arbitrage. Zijn arbiters gehouden aantekeningen secretaris van mondelinge behandeling aan partijen ter beschikking te stellen?
HR 29-01-2010, ECLI:NL:PHR:2010:BK2007 (Van Wassenaar van Catwijck/Knowsley)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 januari 2010
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, J.C. van Oven, F.B. Bakels, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
09/00505
- Conclusie
A-G Wesseling-van Gent
- LJN
BK2007
- Roepnaam
Van Wassenaar van Catwijck/Knowsley
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BK2007, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑01‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BK2007, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑01‑2010
Beroepschrift, Hoge Raad, 21‑01‑2009
- Wetingang
Rv art. 843a, 1036-1048; BW art. 7:403
Essentie
Arbitrage. Zijn arbiters gehouden aantekeningen secretaris van mondelinge behandeling aan partijen ter beschikking te stellen?
De wet, ook art. 7:403 BW, voorziet niet in een verplichting van arbiters een schriftelijk verslag aan partijen ter beschikking te stellen van hetgeen tijdens de mondelinge behandeling is voorgevallen. Hetzelfde geldt voor de aantekeningen die de secretaris tijdens de mondelinge behandeling heeft gemaakt. Voor zover echter de arbiters ter zitting beslissingen hebben genomen, of partijen afspraken hebben gemaakt dan wel stellingen van de wederpartij als juist hebben erkend, volgt uit de aard van de door de arbiters aanvaarde opdracht dat zij ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.