Einde inhoudsopgave
RvdW 2010, 218
Factoring. Volmacht tot innen vorderingen. Vordering schuldenaar jegens gevolmachtigde tot (terug)betaling i.g.v. betaling niet bestaande vordering?; ongerechtvaardigde verrijking?
HR 29-01-2010, ECLI:NL:HR:2010:BK4470 (IFN/NOVA)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
29 januari 2010
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, E.J. Numann, J.C. van Oven, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
08/02055
- Conclusie
A-G Wuisman
- LJN
BK4470
- Roepnaam
IFN/NOVA
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
Verbintenissenrecht / Overige verbintenissen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BK4470, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 29‑01‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BK4470, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑11‑2009
Beroepschrift, Hoge Raad, 29‑04‑2008
- Wetingang
BW art. 3:36, 60; BW art. 6:203, 212
Essentie
Factoring. Volmacht tot innen vorderingen. Vordering schuldenaar jegens gevolmachtigde tot (terug)betaling i.g.v. betaling niet bestaande vordering?; ongerechtvaardigde verrijking?
Het niet bestaan van vorderingen brengt niet zonder meer mee dat de gevolmachtigde niet krachtens de volmacht de bevoegdheid had mede namens de volmachtgever de door de schuldenaar verrichte betalingen in ontvangst te nemen, maar kon wel ertoe leiden dat de betalingen als onverschuldigd moeten worden aangemerkt.
Ook ingeval de schuldenaar niet wist dat degene aan wie hij betaalde als gevolmachtigde optrad, hebben de bewuste betalingen te gelden als aan de volmachtgever gedaan met als gevolg dat jegens de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.