Einde inhoudsopgave
Arbeidsomstandighedenregeling
Artikel 1.9a Erkenning EU-beroepskwalificaties
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2020
- Bronpublicatie:
26-11-2019, Stcrt. 2019, 66040 (uitgifte: 13-12-2019, regelingnummer: 2019-0000155436)
- Inwerkingtreding
01-01-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-11-2019, Stcrt. 2019, 66040 (uitgifte: 13-12-2019, regelingnummer: 2019-0000155436)
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
Arbeidsrecht / Algemeen
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Sociale zekerheid re-integratie (V)
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
Arbeidsrecht / Bijzondere onderwerpen arbeidsrecht
1.
Het verzoek om registratie of herregistratie, bedoeld in artikel 1.5j, vijfde lid, van het besluit, dan wel om een certificaat van vakbekwaamheid als bedoeld in artikel 1.5h van het besluit, wordt ingediend bij de minister, of indien de minister een certificerende instelling als bedoeld in artikel 1.5a van het besluit heeft aangewezen, bij die instelling, onder verstrekking van de volgende documenten:
- a.
de documenten betreffende nationaliteit en verblijf, bedoeld in artikel 13, eerste lid, onderdeel a, van de wet;
- b.
een gewaarmerkte kopie van een in een betrokken staat verkregen opleidingstitel of bekwaamheidsattest waarop de aanvrager zich beroept;
- c.
in voorkomend geval een bewijs van zijn beroepservaring, waarbij in ieder geval inzicht wordt verschaft in de duur van deze beroepservaring en de onderdelen en inhoud waaruit de beroepswerkzaamheden hebben bestaan;
- d.
een verklaring omtrent het gedrag als bedoeld in de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens of een met die verklaring overeenkomend document als bedoeld in artikel 14, eerste lid, van de wet, of een attest waaruit blijkt van een verklaring onder ede of plechtige verklaring als bedoeld in artikel 14, tweede lid, van de wet indien een dergelijke verklaring ook van eigen onderdanen wordt vereist;
- e.
een document inzake gezondheid als bedoeld in artikel 15 van de wet indien een dergelijk document ook van eigen onderdanen wordt vereist; en
- f.
indien het verzoek en de in de onderdelen b, c, d en e bedoelde documenten in een andere dan de Nederlandse taal zijn gesteld, wordt op verzoek van de minister, dan wel de door hem aangewezen instelling, bedoeld in artikel 1.5b van het besluit, zo nodig een vertaling in het Nederlands overlegd die is opgesteld door een beëdigd vertaler. Indien de minister of hiervoor genoemde instelling daarmee instemt, kan een vertaling van de documenten in een andere taal dan het Nederlands worden overlegd.
2.
De minister of, indien de minister een certificerende instelling als bedoeld in artikel 1.5b van het besluit, heeft aangewezen, die instelling, stelt in het kader van de erkenning van beroepskwalificaties vast of de verzoeker beschikt over het beroepskwalificatieniveau, bedoeld in de artikelen 6 en 9 van de wet en met inachtneming van de termijnen, genoemd in artikel 19 van de wet.
3.
Met inachtneming van artikel 11 van de wet stelt de minister of indien de minister een certificerende instelling als bedoeld in artikel 1.5b van het besluit, heeft aangewezen, die instelling, de verzoeker op de hoogte van de eis van het met goed gevolg afleggen van een compenserende maatregel.
4.
De kosten verbonden aan het in behandeling nemen van een verzoek als bedoeld in het eerste lid, en aan het afleggen van een compenserende maatregel als bedoeld in artikel 11 van de wet, worden doorberekend aan de verzoeker. Deze kosten worden bij de verzoek voldaan overeenkomstig de aanwijzingen van de certificerende instelling.
5.
In geval op grond van artikel 11 van de wet aan de verzoeker de eis wordt gesteld dat hij een aanpassingsstage volgt:
- a.
wordt de verzoeker geïnformeerd over:
- 1°
de ontbrekende kennis, vaardigheden en competenties waarop de aanpassingsstage betrekking heeft;
- 2°
de duur van de aanpassingsstage;
- 3°
overige eisen die het kader van de aanpassingsstage worden gesteld; en
- b.
verricht de verzoeker tijdens deze periode werkzaamheden onder verantwoordelijkheid en begeleiding van een deskundige die is geregistreerd of geherregistreerd in het voor het desbetreffende vakgebied wettelijk verplicht gestelde register dan wel, in de overige gevallen, die in het bezit is van een certificaat van vakbekwaamheid op het desbetreffende vakgebied.
6.
In geval op grond van artikel 11 van de wet aan de verzoeker de eis wordt gesteld dat hij een proeve van bekwaamheid aflegt, wordt de verzoeker geïnformeerd over:
- a.
de ontbrekende kennis, vaardigheden en competenties waarop de proeve van bekwaamheid betrekking heeft;
- b.
de kosten; en
- c.
overige eisen die in het kader van de proeve van bekwaamheid worden gesteld.