Einde inhoudsopgave
Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties
Artikel 19 Procedure erkenning
Geldend
Geldend vanaf 26-08-2021
- Bronpublicatie:
14-07-2021, Stb. 2021, 400 (uitgifte: 25-08-2021, kamerstukken: 35726)
- Inwerkingtreding
26-08-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-07-2021, Stb. 2021, 400 (uitgifte: 25-08-2021, kamerstukken: 35726)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
1.
Onze Minister die het aangaat bevestigt binnen een maand de ontvangst van een aanvraag om erkenning van beroepskwalificaties, en deelt bij die gelegenheid in voorkomend geval mede met welke documenten de aanvraag dient te worden aangevuld.
2.
Onze Minister die het aangaat beslist zo spoedig mogelijk en in elk geval binnen drie maanden op de aanvraag. Deze termijn kan eenmaal met een maand worden verlengd, tenzij sprake is van een gereglementeerd beroep waarvoor een automatische erkenning geldt als bedoeld in titel III, hoofdstuk III, van de richtlijn of van automatische erkenning op basis van gemeenschappelijke opleidingsbeginselen als bedoeld in artikel 30c.
3.
Het besluit, bedoeld in het tweede lid, kan worden aangehouden in geval van het eisen van een aanpassingsstage of een proeve van bekwaamheid als bedoeld in artikel 11. De migrerende beroepsbeoefenaar wordt daarvan binnen de in het tweede lid bedoelde termijn op de hoogte gebracht.
4.
In geval van toepassing van het derde lid neemt Onze Minister die het aangaat zo spoedig mogelijk en in elk geval binnen een maand nadat de migrerende beroepsbeoefenaar een aanpassingsstage heeft doorlopen of een proeve van bekwaamheid heeft afgelegd, een besluit als bedoeld in het tweede lid.