Einde inhoudsopgave
Besluit Toelichting Tabel II
Post B.1
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2024
- Bronpublicatie:
20-12-2023, Stcrt. 2023, 27807 (uitgifte: 22-12-2023, regelingnummer: 2023-22510)
- Inwerkingtreding
01-04-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2023, Stcrt. 2023, 27807 (uitgifte: 22-12-2023, regelingnummer: 2023-22510)
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / In- en uitvoer
Omzetbelasting / Intracommunautaire transactie
Omzetbelasting / Tarief
Douane (V)
1. Inhoud van de post
- a.
de diensten die worden verricht ten aanzien van goederen als bedoeld in de posten a.1, a.2, a.7 en a.8;
- b.
de verbouwing, de reparatie, het onderhoud, de bevrachting en de verhuur van de schepen, bedoeld in post a.3, onder a tot en met d, alsmede de verhuur, de reparatie en het onderhoud van de voorwerpen – met inbegrip van uitrusting voor de visserij – die met die schepen vast verbonden zijn of die voor hun exploitatie dienen;
- c.
de verbouwing, de reparatie, het onderhoud, de bevrachting en de verhuur van de luchtvaartuigen, bedoeld in post a.3, onder e, alsmede de verhuur, de reparatie en het onderhoud van de voorwerpen die met deze luchtvaartuigen vast verbonden zijn of die voor hun exploitatie dienen;
- d.
andere diensten dan de diensten, bedoeld onder b en c, die worden verricht voor de rechtstreekse behoeften van de schepen, bedoeld in post a.3, onder a tot en met d, en hun lading en de luchtvaartuigen, bedoeld in post a.3, onder e, en hun lading;
2. Algemeen en juridisch kader
Post b.1 voorziet in een nultarief voor de diensten ten aanzien van de in de post opgesomde goederen. Onder post b.1 vallen:
- –
diensten die samenhangen met goederen die Nederland zijn binnengekomen maar nog niet zijn ingevoerd (goederen bedoeld in post a.1);
- –
diensten die rechtstreeks verband houden met goederen die worden uitgevoerd voor of door ondernemers (goederen bedoeld in post a.2);
- –
diensten die samenhangen met goederen die zich bevinden onder een bijzonder (belasting)regime (goederen die zich bevinden in een accijnsgoederenplaats (post a.7) of in een btw-entrepot (post a.8));
- –
een aantal specifiek benoemde diensten en andere diensten die worden verricht ten behoeve van de exploitatie of de rechtstreekse behoeften van de in post a.3 bedoelde schepen en luchtvaartuigen en hun lading.
Het nultarief kan bij de onder post b.1 vallende diensten alleen aan de orde komen als de plaats van heffing bij deze diensten in Nederland ligt (zie § 2.2 van de Algemene opmerkingen over de toepassing van het nultarief).
De communautaire basis van post b.1 is te vinden in diverse artikelen van de btw-richtlijn. Het gaat om de volgende artikelen:
- –
artikel 159 in samenhang met artikel 156, lid 1, onderdelen a t/m c, artikel 160, lid 1, onderdeel a, en artikel 161, onderdeel a (voor goederen bedoeld in post a.1);
- –
artikel 146, lid 1, onderdeel e (voor goederen bedoeld in post a.2);
- –
artikel 148, onderdelen c, d, f en g (voor goederen bedoeld in post a.3 en post a.4);
- –
artikel 159 in samenhang met artikel 157, lid 1, onderdeel a en b (voor goederen bedoeld in post a.7 en posta.8).
3. Diensten bedoeld in onderdeel a van post b.1
3.1. Diensten ten aanzien van goederen bedoeld in de posten a.1, a.2, a.7 ena.8
Met ‘diensten ten aanzien van’ goederen bedoeld in de posten a.1, a.2, a.7 en a.8' wordt bedoeld: ‘diensten voor de rechtstreekse behoeften van’ deze goederen, d.w.z. diensten die onontbeerlijk zijn voor de exploitatie van vorenbedoelde goederen.1. Het gaat om diensten die zijn noodzakelijk en bestemd zijn voor het internationale goederenvervoer over land, zee of via de lucht. Deze bestemming van de dienst dient vast te staan op het moment dat partijen de dienst met elkaar afspreken. Onder deze diensten vallen niet alleen de diensten die worden verricht aan ondernemers in de laatste schakel van de handelsketen, maar ook de diensten die in een eerdere fase worden verricht. Bij laatstbedoelde diensten gaat het bijvoorbeeld om diensten aan ondernemers die de in onderdeel a van post b.1 bedoelde goederen onder zich hebben, bijvoorbeeld de exporteur of de importeur.2.
Onderdeel a van post b.1 ziet op diverse diensten verricht aan ondernemers wiens bedrijfsuitoefening is gericht op:
- –
goederen die de Unie binnenkomen maar nog niet zijn ingevoerd of goederen die de Unie verlaten; en/of
- –
de exploitatie van AGP's respectievelijk btw-entrepots.
In de volgende onderdelen wordt nader ingegaan op de desbetreffende diensten.
3.1.1. Diensten ten aanzien van goederen als bedoeld in post a.1 en post a.2
Onder onderdeel a van post b.1 vallen in ieder geval de diensten die in een zee- of luchthaven worden verricht ten aanzien van goederen die de Unie binnenkomen of uitgaan. Het gaat om diverse diensten die worden verricht in het kader van het goederenvervoer dat de Unie binnenkomt of uitgaat en het vervoer dat daarop aansluit of daaraan voorafgaat. Het gaat om diensten ten aanzien van:
- –
goederen die de zee- of luchthaven hebben bereikt vanuit een derde-land en zich onder een douaneregime3. bevinden (goederen bedoeld in post a.1); of
- –
goederen die de zee- of luchthaven zullen verlaten met als bestemming een derde-land (goederen bedoeld in post a.2).
De term ‘goederen’ ziet zowel op Uniegoederen als op niet-Uniegoederen.
Voor de uitleg van het begrip 'zeehaven' wordt verwezen naar onderdeel 3.4 van de toelichting op post a.3. Voor de uitleg van het begrip ‘luchthaven’ geldt mutatis mutandis hetzelfde als voor de uitleg van het begrip ‘zeehaven’, met dien verstande dat het gaat om luchtvaartuigen als bedoeld in onderdeel e van post a.3 en om de heffing van luchthavengeld.
Als diensten ten aanzien van goederen die de Unie binnenkomen of uitgaan worden verricht op een andere plaats dan een zee- of luchthaven, vallen zij ook onder onderdeel a van post b.1 als zij aan de gestelde voorwaarden voldoen (zie eerste alinea van dit onderdeel). De ondernemer die de dienst verricht moet wel aan de hand van boeken en bescheiden aantonen dat de diensten zijn verricht ten aanzien van de in post a.1 of a.2 bedoelde goederen. Bij de diensten ten aanzien van de in post a.1 bedoelde goederen gaat het om de diensten die worden verricht bij het binnenkomen van de goederen in de Unie tot op de plaats van invoer van de goederen. Bij de diensten ten aanzien van de in post a.2 bedoelde goederen gaat het om de diensten die worden verricht als de goederen de Unie verlaten vanaf de plaats van inladen met als bestemming uitvoer uit de Unie, het vervoer daaronder begrepen.
Als de goederen in de Unie zijn ingevoerd, is op het na invoer eventueel aansluitende binnenlandse vervoer van die goederen onderdeel a van post b.1 niet (meer) van toepassing. Wel is het mogelijk dat op het vervoer dat plaats vindt ná de invoer post b.2 van toepassing is (zie de toelichting op post b.2).
3.1.2. Diensten in het kader van het in- en uitgaande goederenvervoer
De volgende diensten die worden verricht in het kader van het in- en uitgaande vervoer en het daarop aansluitende of daaraan voorafgaande vervoer van goederen die de Unie binnenkomen of uitgaan4. vallen onder het nultarief:
- a.
Het laden en lossen van de in post a.3 bedoelde schepen en luchtvaartuigen en van andere vervoermiddelen, zoals binnenschepen, treinwagons en vrachtauto’s. Onder het ‘laden en lossen’ valt onder meer het stuwen en vastzetten van de lading van vorengenoemde vervoermiddelen. De bij het laden en lossen van de genoemde vervoermiddelen ter beschikking gestelde elektriciteit, stoom, stikstof en het ter beschikking gestelde water e.d. delen in de toepassing van het nultarief. Hetzelfde geldt voor de terbeschikkingstelling van communicatiemiddelen bij het laden en lossen;
- b.
Het opslaan5. van niet-Uniegoederen die onder een douaneregeling zijn geplaatst. Het gaat om goederen als bedoeld in art. 149 DWU die gedurende maximaal 90 dagen worden opgeslagen en goederen die anderszins onder een douaneregime zijn geplaatst.
Het opslaan van Unie-goederen die de Unie zijn binnengekomen of gaan verlaten op de wal, in een loods e.d. in afwachting van het weghalen/wegvoeren van de goederen, valt onder het nultarief voor zover de opslag maximaal 1 maand duurt. De voor deze opslag ter beschikking gestelde kisten, pallets, containers e.d. delen in de toepassing van het nultarief. Als deze opslag langer duurt dan 1 maand, is de opslag vanaf dat tijdstip belast (algemeen tarief);
- c.
Het opslaan en vervoeren van goederen die de Unie binnenkomen en weer uitgaan;
- d.
Het ter beschikking stellen van kranen, vorkheftrucks e.d. met bedienend personeel voor het laden en lossen van de in c bedoelde goederen;
- e.
De diensten van controlebedrijven, zoals het tellen, wegen, meten, bemonsteren, merken e.d. van de in c bedoelde goederen;
- f.
Het opslaan en het verpakken van de in c bedoelde goederen. De hiervoor ter beschikking gestelde kisten, pallets, containers e.d. delen in de toepassing van het nultarief;
- g.
De verhuur van dekkleden ten behoeve van de opslag en het vervoer van goederen die de Unie binnenkomen en verlaten;
- h.
Het sorteren, inspecteren, merken en verzegelen van de lading van de in a genoemde vervoermiddelen. Onder ‘inspecteren’ valt ook monsteronderzoek van de lading;
- i.
Het verrichten van douaneformaliteiten voor (1) goederen die de Unie zijn binnengebracht en daarna onder een douaneregime zijn geplaatst en voor (2) goederen die uit andere hoofde onder een douaneregime zijn gebracht;
- j.
Het verrichten van douaneformaliteiten voor goederen die worden uitgevoerd (zie ook onderdeel 3.2);
- k.
Diensten ten aanzien van containers die in het internationale vervoer worden gebruikt. Met ‘diensten ten aanzien van containers’ wordt gedoeld op het verhuren van de bedoelde containers, herstel- en onderhoudswerkzaamheden aan deze containers en het vervoer en opslag van lege containers die in het internationale vervoer worden gebruikt.
3.1.3. Diensten ten aanzien van goederen bedoeld in post a.7 en post a.8
Onder onderdeel a van post b.1 vallen ook de diensten die worden verricht ten aanzien van de in post a.7 bedoelde accijnsgoederen en minerale oliën die worden gebracht naar of zich bevinden in een AGP die voor dat soort goederen is aangewezen. Het gaat hier om het vervoer van de betrokken goederen naar de AGP en om de opslag van die goederen in die AGP. Verder is onderdeel a van post b.1 van toepassing op de overige handelingen die op grond van de WA en de daarop gebaseerde voorschriften zijn toegestaan in de AGP. Bij deze overige handelingen gaat het onder meer om het vervaardigen van accijnsgoederen. Het nultarief geldt alleen als de goederen door de bedoelde handelingen niet in een zodanige staat worden gebracht, dat zij niet meer onder post a.7 vallen.
Onderdeel a van post b.1 ziet ook op diensten die worden verricht ten aanzien van de in post a.8 bedoelde bulkgoederen die worden gebracht naar of zich bevinden in een entrepot als bedoeld in post a.8. Bij deze diensten gaat het om het vervoer naar en de opslag van de betrokken goederen in het bedoelde entrepot. De post is ook van toepassing op de overige handelingen die worden verricht met betrekking tot de bedoelde bulkgoederen. Voorwaarde is wel dat de bulkgoederen door de handelingen niet in een zodanige staat worden gebracht, dat zij niet meer onder post a.8 vallen.
De ondernemer die deze diensten verricht zal de aanspraak op het nultarief moeten kunnen onderbouwen door bewijsmiddelen waaruit blijkt dat de bulkgoederen zijn opgeslagen in een entrepot als is bedoeld in post a.8. De vergunninghouder kan de dienstverrichter van deze bewijsmiddelen voorzien. De dienstverrichter kan de toepassing van het nultarief bij goederen bedoeld in onderdeel a van post a.8 aantonen aan de hand van een schriftelijke verklaring die de vergunninghouder heeft afgegeven (zie artikel 12, tweede lid, onderdeel c, van het uitvoeringsbesluit).
3.2. Diensten bij uitvoer goederen voor niet-ondernemers
Onder onderdeel a van post b.1 valt onder meer het vervoer van goederen die voor niet-ondernemers (zoals particulieren) worden uitgevoerd uit de Unie, zoals verhuisboedels, erfboedels, huwelijksuitzetten, tentoonstellingsgoederen, orkestuitrusting e.d. Ook diensten die nauw samenhangen met dit vervoer, vallen onder het nultarief. Het gaat hier bijvoorbeeld om het opslaan en verpakken van de desbetreffende goederen. De voor de opslag en het verpakken van de betrokken goederen ter beschikking gestelde kisten, pallets, containers e.d. delen in de toepassing van het nultarief. Ook het verrichten van douaneformaliteiten voor de uitvoer van deze goederen valt onder het nultarief.
3.3. Aantonen nultarief met betrekking tot vervoer van goederen die de Unie binnenkomen en uitgaan
De vervoerder van goederen bedoeld in de posten a.1, a.2, a.7 en a.8 dient de aanspraak op het nultarief aan te tonen aan de hand van boeken en bescheiden (artikel 12, eerste lid, van het uitvoeringsbesluit). Er geldt een vrije bewijsleer. De vervoerder kan op vorenbedoeld vervoer in ieder geval het nultarief toepassen als:
- –
een vervoersdocument (digitaal of op papier) bestaat waaruit het internationaal vervoer van de onderliggende goederen kan worden opgemaakt; en
- –
uit de inhoud van de douaneaangifte (digitaal of op papier) blijkt, dat de goederen onmiddellijk voorafgaand aan dat vervoer vanuit een derde-land (rechtstreeks of via een andere lidstaat) onder een douaneregime in Nederland zijn gebracht. Hetzelfde geldt voor het vervoer van goederen dat in Nederland plaatsvindt, waarbij de goederen in aansluiting op dat vervoer zullen worden vervoerd naar een derde-land.
3.4. Bemiddeling met betrekking tot goederen bedoeld in post a.1, a.2. a.7 en a.8
Onder onderdeel a van post b.1 valt ook het bemiddelen bij diensten ten aanzien van de goederen bedoeld in de posten a.1, a.2, a.7 en a.8. Met name het bemiddelen bij het sluiten van overeenkomsten tot levering, vervoer en opslag van de bedoelde goederen komt geregeld voor. Onder ‘bemiddeling’ wordt verstaan: de activiteit(en) van een tussenpersoon die erop is/zijn gericht om een rechtsbetrekking tot stand te brengen tussen zijn opdrachtgever en (een) derde(n), zonder dat de tussenpersoon een eigen belang heeft bij de inhoud van het contract. De activiteiten van de tussenpersoon bestaan bijvoorbeeld uit het aan (een) derde(n) wijzen op gelegenheden om een overeenkomst te sluiten met zijn opdrachtgever, het voor de derde contact leggen met zijn opdrachtgever en het in naam en voor rekening van de opdrachtgever onderhandelen over de details van de wederzijdse prestaties tussen zijn opdrachtgever en de derde.6. Voor bemiddeling is het niet noodzakelijk dat de bemiddelaar de opdrachtgever bindt bij het aangaan van een rechtsbetrekking met (een) derde(n).
Als de tussenkomst plaatsvindt op eigen naam, maar voor rekening van een derde, valt ook die bemiddeling onder onderdeel a van post b.1. Er is dan sprake van twee aparte prestaties (leveringen dan wel diensten, zie artikel 3, zesde lid, respectievelijk artikel 4, vierde lid, van de wet). Als er sprake is van bemiddeling in de zin van artikel 3, zesde lid, van de wet bij een levering van de in de post bedoelde goederen, hoeft de eerste levering (de levering aan de tussenpersoon) niet onder het nultarief te vallen.
De diensten van tussenpersonen die in naam en voor rekening van derden bemiddelen bij het in post b.2 bedoelde vervoer van goederen tot op de plaats van bestemming, zijn op grond van post b.4 aan het nultarief onderworpen (zie de toelichting op post b.4).
4. Diensten bedoeld in onderdeel b van post b.1
4.1. Verklaring van of namens exploitant van het schip
Op het tijdstip waarop een ondernemer een dienst verricht als bedoeld in onderdeel b van post b.1, is het mogelijk dat de ondernemer voor toepassing van het nultarief moet toetsen of het schip onder post a.3,onderdeel a, valt. Voor deze toets kan de ondernemer in beginsel afgaan op een verklaring die is afgegeven door of namens de (toekomstige) exploitant van het schip dat sprake is van een schip als bedoeld in post a.3, onderdeel a. Het gestelde in de onderdelen 3.4 en 3.7 van de toelichting op post a.3 is van overeenkomstige toepassing.
4.2. Verbouwing, reparatie, onderhoud, bevrachting en verhuur van de in post a.3 bedoelde schepen en verhuur, reparatie en onderhoud van voorwerpen die vast zijn verbonden met deze schepen of die voor hun exploitatie dienen
Onder ‘verbouwing’ van een in post a.3 bedoeld schip wordt verstaan: het aanbrengen van een bouwkundige wijziging/bouwkundige wijzigingen aan of in een bestaand schip. Ook de renovatie van een schip valt hieronder. Onder ‘verbouwing’ valt ook het ombouwen van zo’n schip tot een schip met een ander gebruiksdoel, voor zover dit gebruiksdoel is omschreven in post a.3.
Het classificeren van het ruim, tanks e.d. van de in post a.3 bedoelde schepen valt onder het nultarief. Hetzelfde geldt voor het uitvoeren van schoonmaakwerkzaamheden aan/op deze schepen.
Bij bevrachting van een in post a.3 bedoeld schip stelt de vervrachter aan de bevrachter de gehele of een deel van zijn scheepsruimte ter beschikking. Zowel totaalbevrachting als deelbevrachting vallen onder onderdeel b van post b.1.7.
Het charteren8. van een schip dat voldoet aan de in post a.3 gestelde voorwaarden valt onder het nultarief. Bij charteren gaat het onder meer om time charter (verhuur van schip met bemanning), bare boat charter (verhuur van schip zonder bemanning) en andere vormen van charter die niet het karakter hebben van goederenvervoer.
De verhuur van een in post a.3 bedoeld schip met bemanning aan de eindverbruiker voor het maken van pleziertochten op volle zee, valt niet onder het nultarief (zie onderdeel 3.5 van de toelichting op post a.3).
Voor de reikwijdte van het begrip ‘voorwerpen die vast zijn verbonden met de in post a.3 bedoelde schepen of voor hun exploitatie dienen’ wordt verwezen naar onderdeel 5.2 van de toelichting op post a.4.
5. Diensten bedoeld in onderdeel d van post b.1 (schepen)
5.1. Verklaring van of namens exploitant van het schip
Voor een ondernemer die een dienst verricht als bedoeld in onderdeel d van post b.1, geldt dat hij voor de toets of het schip onder post a.3, onderdeel a, valt, in beginsel kan afgaan op een verklaring die is afgegeven door of namens de (toekomstige) exploitant van het schip dat sprake is van zo'n schip. Het gestelde in de onderdelen 3.4 en 3.7 van de toelichting op post a.3 is van overeenkomstige toepassing.
5.2. Andere diensten verricht voor de rechtstreekse behoeften van de in post a.3 bedoelde schepen
Onder 'diensten verricht voor de rechtstreekse behoeften van' de in post a.3 bedoelde schepen wordt verstaan: diensten die onontbeerlijk zijn voor de exploitatie van deze schepen. Het gaat om diensten die noodzakelijk en bestemd zijn voor het internationale passagiers- en goederenvervoer over zee. Deze bestemming van de dienst dient vast te staan op het moment dat partijen de dienst met elkaar afspreken. Onder deze diensten vallen niet alleen de diensten die worden verricht aan exploitanten van de in post a.3 bedoelde schepen (de laatste schakel in de handelsketen), maar ook de diensten die in een eerdere fase worden verricht (zie onderdeel 3.1 van de toelichting op deze post). Voor de uitleg van ‘exploitant’ wordt verwezen naar onderdeel 3.4 van de toelichting op post a.3.
Onder onderdeel d van post b.1 vallen onder meer de volgende diensten:
- a.
Het slepen, loodsen en beloodsen van de in post a.3 bedoelde schepen;
- b.
Het bergen van de in post a.3 bedoelde schepen;
Met ‘bergen’ wordt bedoeld:
- –
het in een veilige haven brengen van een in post a.3 bedoeld schip dat met eigen middelen dit doel niet kan bereiken. Onder het bergen valt elke activiteit die direct is gericht op het behoud van zo’n schip en van haar bemanning, passagiers en lading. Ook het verlenen van hulp aan zo’n in problemen verkerend schip om dat schip en haar bemanning, passagiers en lading in veiligheid te brengen, valt onder onderdeel d van post b.1. Dit geldt ook voor de vergoeding voor de hulpverlening en het bergen (het hulp- en bergloon) voor de hulpverlening en/of het bergen als de opdracht voor het bergen naderhand niet succesvol kan worden uitgevoerd;
- –
het (op)ruimen van (wrakken van) de in post a.3 bedoelde schepen die in openbare wateren zijn gestrand, gezonken, aan de grond geraakt of vastgeraakt. Het nultarief geldt niet als het (op)ruimen of verwijderen plaatsvindt door of in opdracht van de beheerder van het water of waterstaatswerk.
- c.
De werkzaamheden van roeiers, verantwoordelijk voor het aanmeren van de in post a.3. bedoelde schepen aan de kade;
- d.
De werkzaamheden van waterklerken9. voor de in post a.3 bedoelde schepen;
- e.
De terbeschikkingstelling van havenfaciliteiten voor de in post a.3 bedoelde schepen waarvoor zeehavengeld wordt berekend;
- f.
Het communicatievaren (d.w.z. het vervoer van bemanningsleden van de in post a.3. bedoelde schepen vanaf het schip naar de wal (havenkade) en vanaf de wal (havenkade) terug naar het schip). Het vervoer vanaf de havenkade naar de woon- of verblijfplaats van de bemanning en vice versa valt hier niet onder;
- g.
Het vervoer van roeiers, loodsen en waterklerken vanaf de havenkade naar een onder post a.3 vallend schip en vanaf dit schip terug naar de wal (havenkade);
- h.
Het scheepsmanagement, voor zover bestaande uit diensten verricht voor de rechtstreekse behoeften van de in post a.3 bedoelde schepen;
- i.
Het uitlenen van personeel aan de exploitant van een schip als bedoeld in post a.3, onder a, voor zover het gaat om bemanningsleden die onontbeerlijk/noodzakelijk zijn voor de exploitatie van het schip10.;
- j.
De bemiddeling bij de verhuur en het charteren van de in post a.3 bedoelde schepen; Bij deze bemiddeling is het gestelde in onderdeel 3.4 van overeenkomstige toepassing;
- k.
De verhuur van boothuizen (roerend dan wel onroerend) die hoofdzakelijk (d.w.z. voor 70% of meer) worden gebruikt voor de stalling en het gebruik van reddingsboten als bedoeld in onderdeel b van post a.3 en hun toebehoren, voor zover de verhuurdienst een belaste dienst11. vormt.
5.3. Andere diensten verricht voor de rechtstreekse behoeften van de lading van de in post a.3 bedoelde schepen
Voor de uitleg van ‘diensten voor de rechtstreekse behoeften van’ wordt verwezen naar onderdeel 5.2.
Onder onderdeel d van post b.1 vallen onder meer de diensten die zijn opgesomd in onderdeel 3.1.2, in de punten a t/m k. Voor de toepassing van het nultarief is het niet relevant of de lading de status heeft van Uniegoederen of van niet-Uniegoederen.
Strikt genomen kunnen goederen alleen als lading van een schip worden aangemerkt vanaf het ogenblik waarop zij in het schip worden geladen tot het ogenblik waarop zij uit het schip worden gelost. Uit praktische overwegingen kan het nultarief worden toegepast op de diensten genoemd in onderdeel 3.1.2, in de punten a t/m k, als deze diensten worden verricht op de zeehaven of het zeehaventerrein (zie onderdeel 3.1.1). Bij de in onderdeel 3.1.2, punt b, bedoelde opslag van goederen op de wal, in een loods e.d. geldt voor de toepassing van het nultarief een maximumtermijn van 1 maand. Als goederen langer liggen opgeslagen, verliezen zij voor de toepassing van de post het karakter van lading.
5.4. Deskundigenonderzoek bij de in post a.3 bedoelde schepen en hun lading
Deskundigenonderzoek bij de in post a.3 bedoelde schepen en hun lading valt onder onderdeel d van post b.1 voor zover sprake is van een B2B-dienst en de afnemer een ondernemer is die in Nederland is gevestigd. Het begrip ‘gevestigd’ wordt uitgelegd conform het gestelde in artikel 6, eerste lid, van de wet.
Met ‘deskundigenonderzoek’ wordt in dit verband bedoeld: het feitelijk onderzoeken van een onder post a.3 vallend schip, de lading of de brandstof van zo’n schip. Het gaat bijvoorbeeld om het vaststellen van (de omvang van) eventuele schade aan zo’n schip of de lading van het schip en het onderzoeken van de kwaliteit van lading of brandstof van het schip (bemonstering). Dit onderzoek kan worden uitgevoerd door een schade-expert, een averijagent of een marineconsultant.
Het is mogelijk dat de werkzaamheden van een schade-expert enz. meer omvatten dan alleen het vaststellen van de omvang van de schade. Te denken valt werkzaamheden waarbij het adviserende/raadgevende/juridische karakter voorop staat, zoals:
- –
het uitvoeren van voorinspecties, d.w.z. het uitbrengen van advies aan de verzekerde of de verzekeraar over een te verzekeren object en het daaraan verbonden risico;
- –
het verstrekken van informatie aan de verzekerde of de verzekeraar over de aard, toedracht en omvang van de schade, de schuldvraag en/of de oorzaak van de schade;
- –
het afwikkelen van schadeclaims met betrekking tot schepen als omschreven in post a.3 en hun lading. Het gaat hier met name om het uitbrengen van advies over het nemen van schadebeperkende maatregelen en het te claimen of uit te keren schadebedrag;
- –
regreswerkzaamheden, d.w.z. werkzaamheden die zijn gericht op het verhalen van de schade op de aansprakelijke partij of het stellen van zekerheden om dit verhaalsrecht te waarborgen;
- –
het optreden als settlingagent, d.w.z. het namens een verzekeraar gemachtigd zijn tot uitbetaling van het schadebedrag.
Deze werkzaamheden met een adviserend/raadgevend/juridisch karakter vallen niet onder onderdeel d van post b.1, omdat zij niet worden verricht voor de rechtstreekse behoeften van (de lading van) schepen als bedoeld in post a.3.12.
Het is mogelijk dat schade-experts hun werkzaamheden voor de btw-heffing moeten splitsen tussen deskundigenonderzoek (aan het nultarief onderworpen) en een advies/raadgevende/juridische dienst (aan het algemene tarief onderworpen). Deze splitsing is in de praktijk problematisch.
Goedkeuring
Om splitsingsproblemen te voorkomen keur ik goed dat schade-experts, averijagenten en marineconsultants hun werkzaamheden (het hiervoor bedoelde deskundigenonderzoek en de werkzaamheden met een adviserend/raadgevend/juridisch karakter) in hun geheel beschouwen als een adviesdienst.
6. Diensten bedoeld in onderdeel c van post b.1: Verbouwing, reparatie, onderhoud, bevrachting en verhuur van de in post a.3 bedoelde luchtvaartuigen; schriftelijke verklaring afnemer
Voor de uitleg van de begrippen ‘verbouwing’,‘bevrachting’ en‘verhuur’ wordt verwezen naar onderdeel 4.2, met dien verstande dat waar ‘schip’ staat ‘luchtvaartuig’ moet worden gelezen.
De ondernemer die het nultarief toepast moet de toepasselijkheid van het nultarief aantonen aan de hand van boeken en bescheiden (artikel 12, eerste lid, van het uitvoeringsbesluit). Voor een ondernemer die een dienst verricht als bedoeld in onderdeel c van post b.1, geldt voor toepassing van het nultarief ook de voorwaarde dat hij een schriftelijke verklaring overlegt van de afnemer van de dienst dat het gaat om een luchtvaartuig als bedoeld in post a.3 (artikel 12, tweede lid, onderdeel a, 1°, van het uitvoeringsbesluit).
7. Andere diensten verricht voor de rechtstreekse behoeften van de lading van de in post a.3 bedoelde luchtvaartuigen
7.1. Verklaring van afnemer van de dienst
De ondernemer die het nultarief toepast moet de toepasselijkheid van het nultarief aantonen aan de hand van boeken en bescheiden (artikel 12, eerste lid, van het uitvoeringsbesluit). Voor een ondernemer die een dienst verricht als bedoeld in onderdeel d van post b.1 ten aanzien van luchtvaartuigen omschreven in onderdeel e van post a.3, geldt voor toepassing van het nultarief ook de voorwaarde dat hij een schriftelijke verklaring overlegt van de afnemer van de dienst dat het gaat om een luchtvaartuig als bedoeld in post a.3 (artikel 12, tweede lid, onderdeel a, 1°, van het uitvoeringsbesluit).
7.2. Andere diensten verricht voor de rechtstreekse behoeften van luchtvaartuigen bedoeld in onderdeel e van post a.3
Onder onderdeel d van post b.1 vallen onder meer andere diensten dan de diensten bedoeld in onderdeel c van post b.1, die worden verricht voor de rechtstreekse behoeften van de in post a.3 omschreven luchtvaartuigen. Voor de uitleg van ‘voor de rechtstreekse behoeften van’ is het gestelde in onderdeel 5.2. van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat waar ‘schepen’ staat ‘luchtvaartuigen’ moet worden gelezen. Voor de uitleg van het begrip ‘exploitant’ wordt verwezen naar onderdeel 3.4 van de toelichting op post a.3.
Onder onderdeel e van post a.3 vallen onder meer de volgende diensten:
- a.
Prestaties waarvoor start- en landingsrechten in rekening worden gebracht;
- b.
Het bergen van luchtvaartuigen bedoeld in onderdeel e van post a.3. Het gestelde in onderdeel 5.2, onder b, is van overeenkomstige toepassing;
- c.
De bemiddeling bij de verhuur en het charteren van luchtvaartuigen bedoeld in onderdeel e van post a.3. Het gestelde in onderdeel 3.4 van overeenkomstige toepassing.
7.3. Andere diensten verricht voor de rechtstreekse behoeften van de lading van luchtvaartuigen bedoeld in onderdeel e van post a.3
Voor de uitleg van ‘voor de rechtstreekse behoeften van’ wordt verwezen naar onderdeel 5.2. met dien verstande dat waar ‘schepen’ staat ‘luchtvaartuigen’ moet worden gelezen. Voor de uitleg van ‘de laatste schakel in de handelsketen’ wordt verwezen naar onderdeel 7.4 van de toelichting op post a.3.
Het gaat in dit verband onder meer om de diensten die zijn opgesomd in onderdeel 3.1.2, in de punten a t/m k. Voor de toepassing van het nultarief is het niet relevant of de lading de status heeft van Uniegoederen dan wel van niet-Uniegoederen.
Strikt genomen kunnen goederen alleen als lading van een luchtvaartuig worden aangemerkt vanaf het ogenblik waarop zij in het luchtvaartuig worden geladen tot het ogenblik waarop zij uit het luchtvaartuig worden gelost. Uit praktische overwegingen kan het nultarief worden toegepast op de diensten genoemd in onderdeel 3.1.2 punten a t/m k, als deze diensten worden verricht op de luchthaven of het luchthaventerrein. Bij de in onderdeel 3.1.2, punt b, bedoelde opslag van goederen op de wal, in een loods e.d. geldt voor de toepassing van het nultarief een maximumtermijn van een maand. Als goederen langer liggen opgeslagen, verliezen zij voor de toepassing van de post het karakter van lading.
7.4. Bemiddeling met betrekking tot de in post a.3 bedoelde schepen en luchtvaartuigen en hun lading
Onder onderdeel d van post b.1 valt ook het bemiddelen bij diensten ten aanzien van de in post a.3 bedoelde schepen en luchtvaartuigen en hun lading. Het gaat bijvoorbeeld om het bemiddelen bij het sluiten van overeenkomsten tot levering en verhuur van deze schepen en luchtvaartuigen en de levering van de lading van deze schepen en luchtvaartuigen. Het gestelde in onderdeel 3.4 is van overeenkomstige toepassing.
8. Onderaanneming
Diensten die worden verricht tegen zogenoemde ‘overnametarieven’ (d.w.z. diensten die onderaannemers verrichten aan de hoofdaannemer) vallen onder het nultarief als vaststaat dat deze diensten onontbeerlijk zijn voor de exploitatie van goederen of diensten die onder de posten b.1 en/of b.2. Het gaat om diensten die noodzakelijk en bestemd zijn voor het internationale goederenvervoer over land, zee of via de lucht (zie ook onderdeel 3.1 en onderdeel 5.2 van de toelichting op deze post). Deze bestemming van de dienst moet vaststaan op het moment dat de hoofdaannemer en de onderaannemer de dienst met elkaar afspreken. Te denken valt aan het laden en lossen van schepen of luchtvaartuigen die onder post a.3 vallen door een onderaannemer in opdracht van de hoofdaannemer.13. Ook het vervoer van goederen door een onderaannemer in opdracht van de hoofdaannemer valt onder het nultarief, als de onderaannemer aan de hand van boeken en bescheiden aantoont dat dit vervoer onder post b.1 en/of post b.2 valt. Bij het vervoer van onder post a.2 vallende goederen is daarvan in ieder geval sprake als de onderaannemer beschikt over door de Douane fysiek of digitaal afgestempelde douanedocumenten14. met betrekking tot de uitvoer van de betrokken goederen.
Voetnoten
Zie r.o. 25 van HvJ 4 mei 2017, C-33/16 (A Oy), ECLI:EU:C:2017:339.
Zie r.o. 46 van het eerder aangehaalde A Oy-arrest.
In artikel 18, tweede lid, van de wet wordt aangegeven wat wordt verstaan onder ‘douaneregime’.
Het kan hierbij zowel gaan om Uniegoederen als om niet-Uniegoederen.
Met ‘opslaan’ wordt gedoeld op de in artikel 31bis, lid 3, onderdeel b, van de uitvoeringsverordening bedoelde opslag, waarbij geen sprake is van exclusief gebruik van een onroerende zaak.
Zie o.a. HvJ 3 maart 2005, C-472/03 (Arthur Andersen), ECLI:EU:C:2005:135, HvJ 13 december 2001, C-235/00 (CSC Financial Services), ECLI:EU:C:2001:696 en HvJ 21 juni 2007, C-453/05 (Volker Ludwig), ECLI:EU:C:2007:369.
HvJ 18 oktober 2007, C-97/06 (Navicon SA), ECLI:EU:C:2007:609.
‘Charteren’ is het huren van een vervoermiddel (met of zonder bemanning) voor het verrichten van personen- of goederenvervoer.
Waterklerken treden op als contactpersoon tussen de wal en het schip en regelen allerlei organisatorische en administratieve zaken, zoals het in- en uitklaren van het schip en het afrekenen van zeehavengeld.
De uitlener dient dit aan de hand van boeken en bescheiden aan te tonen, d.w.z. via een verklaring van de exploitant van het schip als bedoeld in onderdeel 3.4 van de toelichting op post a.3 en het aantonen dat het uitlenen van het bemanningslid onontbeerlijk/noodzakelijk is voor de exploitatie van het schip.
De verhuurdienst is belast omdat het óf gaat om de verhuur van een roerend boothuis óf om de verhuur van een onroerend boothuis dat is uitgezonderd van de btw-vrijstelling voor de verhuur van onroerende zaken op grond van artikel 11, eerste lid, onderdeel b, van de wet.
Zie Hoge Raad 4 februari 1998, 32.860, ECLI:NL:HR:1998:AA2411.
zie het eerder aangehaalde A Oy-arrest.
zoals (de papieren print van) de confirmation of exit.