Einde inhoudsopgave
Arbeidsomstandighedenregeling
Bijlage I Maatregelen algemeen (V)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2012
- Bronpublicatie:
02-12-2011, Stcrt. 2011, 18269 jo Stcrt. 2011, 22513 (uitgifte: 22-12-2011, regelingnummer: G&VW/2011/GW/21159)
26-09-2011, Stcrt. 2011, 18269 jo Stcrt. 2011, 22513 (uitgifte: 13-10-2011, regelingnummer: G&VW/2011/GW/15337)
- Inwerkingtreding
01-01-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-12-2011, Stcrt. 2011, 18269 jo Stcrt. 2011, 22513 (uitgifte: 22-12-2011, regelingnummer: G&VW/2011/GW/21159)
26-09-2011, Stcrt. 2011, 18269 jo Stcrt. 2011, 22513 (uitgifte: 13-10-2011, regelingnummer: G&VW/2011/GW/15337)
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
Arbeidsrecht / Algemeen
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Sociale zekerheid re-integratie (V)
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
Arbeidsrecht / Bijzondere onderwerpen arbeidsrecht
Het is algemeen bekend dat blootstelling aan asbestvezels zeer gevaarlijk is. Asbestvezels kunnen leiden tot schade aan de gezondheid en tot de dood. Kerngedachte bij de regels omtrent asbest is dat het hier gaat om het leven en de gezondheid van mensen. Dit gevaar van blootstelling betekent dat als het op handelingen met asbest aankomt zeer zorgvuldige gehandeld dient te worden. De overheid moet er op kunnen vertrouwen dat bedrijven en personen die betrokken zijn bij het werken met asbest zeer zorgvuldig handelen en het risico van blootstelling tot het laagst mogelijk beperken. Dit betekent dat geëist wordt dat zij zich aan de regels houden die gelden voor werken met en rondom asbest. Indien het risico van blootstelling niet zo laag mogelijk is gehouden of een persoon zich niet aan de regels houdt, moet de overheid streng optreden ter bescherming van de gezondheid en het leven van mensen.
De overheid heeft ervoor gekozen om de zorgvuldigheid van asbestinventarisatiebedrijven en asbestverwijderingsbedrijven en de in deze bedrijven werkzame personen te borgen door een certificatiestelsel. Alleen die bedrijven en personen die een certificaat hebben, mogen handelingen met asbest verrichten (voor zover de wet een dergelijk certificaat verplicht stelt). Essentieel is dat de overheid er op moet kunnen vertrouwen dat certificaathouders zich aan de regels zullen houden en het risico van blootstelling zullen minimaliseren. Een certificaathouder die niet conform de regels handelt, beschaamt dat vertrouwen en dient in beginsel zijn certificaat te verliezen. Er kan niet meer op vertrouwd worden dat dit bedrijf zorgvuldig zal handelen. Derhalve verliest hij zijn certificaat. Een certificaathouder die het risico van asbestemissie niet minimaliseert of zelfs een asbestbesmetting veroorzaakt, heeft niet voldoende zorgvuldig gehandeld en dient ook in beginsel zijn certificaat te verliezen. Het is niet een daadwerkelijke blootstelling alleen die reden is voor onvoorwaardelijke intrekking. Enkel het risico van asbestemissie of het verhogen van dit risico betekent al dat een certificaathouder die een dergelijk risico laat ontstaan, de werkzaamheden niet meer mag verrichten. Het doel van de regelgeving is immers emissie en blootstelling te voorkomen. Om dit doel te bereiken moet het risico van emissie en blootstelling geminimaliseerd worden. Het is niet aanvaardbaar dat een certificaathouder die risico's verhoogd pas zijn certificaat verliest als het risico wordt verwezenlijkt en er mensen zijn blootgesteld.
De intrekking van het certificaat is bij een afweging van de betrokken belangen al snel gerechtvaardigd. Bij een afweging van de belangen van mensen dat hun gezondheid en leven niet in gevaar wordt gebracht door blootstelling aan asbestvezels en het belang van het bedrijf om zijn werkzaamheden te kunnen verrichten, wegen de belangen van de gezondheid en het leven van mensen altijd zwaarder. Het feit dat het intrekken van het certificaat zal leiden tot het einde van de activiteiten is, gezien de belangen, proportioneel. Het einde van de activiteiten is dan ook een aanvaard gevolg en geen reden om het certificaat niet in te trekken. Ook niet in die beperkte gevallen dat dit leidt tot het einde van het bedrijf. Van de mogelijkheid van herkansing of zonder voorwaarden verder te mogen werken, zal slechts gebruik gemaakt mogen worden als dit aanvaardbaar is. Dat wil zeggen dat de afwijking niet tot een hoog risico voor blootstelling heeft geleid én voldoende gegarandeerd is dat het leven en de gezondheid van mensen voortaan niet meer in gevaar komt.
Herhaling van het overtreden van regels en het laten ontstaan van (het risico van) een asbestemissie zal zeker dienen te leiden tot intrekking van het certificaat.
Herstelsancties
Het voorgaande betekent dat de kern van het sanctiestelsel is dat een (rechts)persoon die niet conform de regels werkt het werk niet meer mag verrichten. Uitgangspunt is dat een dergelijke (rechts)persoon het certificaat verliest. Er is voor gekozen om bij een eerste afwijking niet direct tot intrekking van het certificaat over te gaan. De certificaathouder krijgt een herkansing. De herkansing bestaat er uit dat het certificaat wordt geschorst waardoor het certificaat zijn geldigheid verliest . Als de certificaathouder voldoende maatregelen heeft getroffen wordt de schorsing ingetrokken.
Er is echter een verschil in ernst van afwijkingen waardoor er afwijkingen zijn waarbij het aanvaardbaar is dat het certificaat zijn geldigheid behoudt terwijl de certificaathouder de maatregelen treft. Het certificaat wordt ingetrokken als de certificaathouder niet binnen de termijn voldoende maatregelen treft.
Zoals gezegd zal een certificaathouder die overtredingen blijft begaan zijn certificaat verliezen ongeacht de ernst van de overtredingen.
In het sanctiestelsel wordt een onderscheid gemaakt tussen vier herstelsancties:
- 1.
onvoorwaardelijke intrekking
- 2.
schorsing
- 3.
voorwaardelijke intrekking
- 4.
waarschuwing
ad 1 | het certificaat wordt ingetrokken zonder herkansing; |
ad 2 | het certificaat verliest zijn geldigheid totdat de afwijking is opgeheven én voldoende is aangetoond dat de afwijking zich niet zal herhalen; |
ad 3 | het certificaat wordt ingetrokken als niet binnen een gestelde termijn bepaalde maatregelen zijn getroffen. De certificaathouder kan in die periode doorwerken, maar verliest zonder nadere beschikking zijn certificaat als de genomen maatregelen niet voor een bepaalde datum zijn getroffen; |
ad 4 | de certificaathouder wordt gewezen op de afwijking, maar deze afwijking heeft (nog) geen gevolgen voor de geldigheid van het certificaat. |
Verder is er een verzwaring die tot gevolg heeft dat een certificaathouder die overtredingen blijft begaan, zijn certificaat verliest. In bijlagen in SC-530 en SC-540 is opgenomen tot welke herstelsanctie een bepaalde afwijking leidt.
Schorsing als ordemaatregel
Naast de herstelsancties is voorzien in schorsing als een ordemaatregel waarbij het certificaat wordt geschorst met betrekking tot een locatie, een project of werkzaamheden. Hier wordt schorsing niet opgelegd als herstelsanctie, maar wordt voorkomen dat de certificaathouder verder werkt terwijl de sanctieprocedure loopt.
De onvoorwaardelijke intrekking en schorsing (herstelsanctie) worden niet direct opgelegd als de afwijking wordt geconstateerd. Eerst wordt een procedure doorlopen. Pas aan het einde van deze procedure neemt de CKI zijn beslissing en verliest het certificaat haar geldigheid (of niet). In beginsel is het certificaat tijdens deze procedure geldig en mag de certificaathouder de betreffende werkzaamheden verrichten.
Door de schorsing als herstelmaatregel mag de certificaathouder niet verder werken op de betreffende locatie, project of werk tijdens de procedure.
Van de ordemaatregel schorsing moet gebruik gemaakt worden wanneer doorwerken door de certificaathouder niet aanvaardbaar is. Schorsing is bijvoorbeeld aangewezen als er een asbestemissie heeft plaatsgevonden of het risico op een emissie sterk is toegenomen. Hierdoor heeft de certificaathouder het leven en gezondheid van mensen in gevaar gebracht.
Ook in die gevallen dat er mogelijk sprake is van dergelijke situatie, maar dit nog volledig moet worden uitgezocht, kan er grond zijn om te schorsen. Als de CKI in redelijkheid kan oordelen dat er sprake is geweest van gevaar voor het leven en de gezondheid van mensen, en dat het certificaat onvoorwaardelijk zal worden ingetrokken dan wel worden geschorst (herstelsanctie), is schorsing (ordemaatregel) aangewezen. Het risico dat de certificaathouder het leven en gezondheid van mensen in gevaar heeft gebracht, is te groot om de certificaathouder door te laten werken. In het geval dat na verloop van de procedure blijkt dat de situatie niet zo ernstig was of dat er toch geen onvoorwaardelijke intrekking of schorsing (herstelsanctie) wordt opgelegd, is de schorsing (ordemaatregel) toch terecht opgelegd. Het feit dat in redelijkheid door de CKI geoordeeld kon worden dat het leven en gezondheid in gevaar werd gebracht, betekent dat de schorsing als ordemaatregel terecht was.
Bij de vraag of schorsing als ordemaatregel moet worden gebruikt, zal de CKI moeten afwegen of het laten doorwerken door deze certificaathouder verantwoord is gezien het belang van mensen (werknemers en anderen) om niet blootgesteld te worden aan asbestvezels. In de bespreking van afwijkingen hieronder zal worden aangegeven wanneer schorsing (ordemaatregel) in ieder geval moet worden toegepast.
Het tijdens een schorsing verrichten van werkzaamheden op de betreffende locatie of het betreffenden project, of het verrichten van de betreffende werkzaamheden waarvoor een certificaat is vereist die is geschorst, leidt tot onvoorwaardelijke intrekking.
De schorsing dient wel de mogelijkheid te geven dat de certificaathouder het eventuele gevaar dat is ontstaan kan opheffen en de situatie kan veiligstellen.
Categorie-indeling
In de certificatieschema's zijn afwijkingen ingedeeld in categorieën waaraan een van de genoemde herstelsancties is verbonden.
Categorie I — onvoorwaardelijke intrekking
Categorie II — schorsing
Categorie III — voorwaardelijke intrekking
Categorie IV — waarschuwing
Uitgangspunt bij de indeling van de afwijkingen is dat afwijkingen die leiden tot blootstelling dan wel het risico op blootstelling verhogen, vallen onder Categorie II. Andere afwijkingen zullen onder Categorie III vallen, met uitzonderingen naar Categorie II en IV. Als de certificaathouder de gecertificeerde werkzaamheden (of daarmee verbonden werkzaamheden) verricht terwijl het certificaat is geschorst (zowel herstelsanctie als ordemaatregel), zal het certificaat onvoorwaardelijk worden ingetrokken.
Handelen in de geest van een norm
Een norm beschermt bepaalde belangen. Het wordt soms gesteld dat op een andere wijze dat belang beschermd kan worden. Dit is niet van belang. De bevoegde autoriteit heeft bepaald dat op de voorgeschreven wijze het belang wordt behartigd. Het is niet aan een certificaathouder om dit naast zich neer te leggen en eigen maatregelen te gaan bepalen. Er is een afwijking en deze leidt tot het opleggen van de herstelsanctie. Deze niveaus zijn nader uitgewerkt in de zogenaamde escalatieladder.