Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/538
Rijden zonder rijbewijs, art. 107 lid 1 WVW 1994. 1. Heeft hof ten onrechte volstaan met opsomming bewijsmiddelen zonder daarbij de daaraan ontleende redengevende feiten en omstandigheden te vermelden? 2. Heeft hof in strijd met art. 359 lid 6 Sv geen opgave van redenen gegeven die i.h.b. hebben geleid tot keuze van opleggen van vrijheidsbenemende straf? HR: art. 81 lid 1 RO. Samenhang tussen 19/01407, 19/01408 en 19/01409.
HR 07-04-2020, ECLI:NL:HR:2020:525
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
7 april 2020
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, A.L.J. van Strien, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
19/01408
- Conclusie
A-G mr. F.W. Bleichrodt
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Verkeersstrafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:525, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 07‑04‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:327, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑02‑2020
Essentie
Rijden zonder rijbewijs, art. 107 lid 1 WVW 1994. 1. Heeft hof ten onrechte volstaan met opsomming bewijsmiddelen zonder daarbij de daaraan ontleende redengevende feiten en omstandigheden te vermelden? 2. Heeft hof in strijd met art. 359 lid 6 Sv geen opgave van redenen gegeven die i.h.b. hebben geleid tot keuze van opleggen van vrijheidsbenemende straf? HR: art. 81 lid 1 RO. Samenhang tussen 19/01407, 19/01408 en 19/01409.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 19/01408
Datum 7 april 2020
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.