Einde inhoudsopgave
RvdW 2024/122
Caribische zaak. Misbruik van functie door een ambtenaar a.b.i. art. 2:354 SrC. Die bepaling is niet in strijd met het bepaaldheidsgebod (lex certa-beginsel).
HR 16-01-2024, ECLI:NL:HR:2024:12
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
16 januari 2024
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, T. Kooijmans, T.B. Trotman
- Zaaknummer
21/01028 C
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2024:12, Uitspraak, Hoge Raad, 16‑01‑2024
ECLI:NL:PHR:2023:1020, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 21‑11‑2023
Beroepschrift, Hoge Raad, 03‑04‑2023
- Wetingang
Art. 2:354 SrC
Essentie
Caribische zaak. Misbruik van functie door een ambtenaar als bedoeld in art. 2:354 Wetboek van Strafrecht Curaçao (SrC). Ook gedragingen die niet in strijd zijn met de wet kunnen onder art. 2:354 SrC vallen. De bepaling is niet in strijd met het bepaaldheidsgebod (lex certa-beginsel).
Samenvatting
Art. 2:354 Wetboek van Strafrecht Curaçao (SrC) stelt onder meer strafbaar de ambtenaar die opzettelijk ‘met misbruik van zijn functie’ iets doet of nalaat om enig voordeel (voor zichzelf of een ander) te verkrijgen. Dat brengt met zich dat de betreffende gedraging van de ambtenaar in relatie moet staan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.