Einde inhoudsopgave
RvdW 2024/112
Faillissementsrecht. Goederenrecht. Faillissement erfpachter; tijdens faillissement verschuldigd geworden erfpachtcanon boedelschuld?; aard verplichting tot betaling erfpachtcanon.
HR 19-01-2024, ECLI:NL:HR:2024:56
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 januari 2024
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, C.E. du Perron, S.J. Schaafsma
- Zaaknummer
23/00045
- Conclusie
A-G mr. G. Snijders
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
Goederenrecht / Genotsrechten
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2024:56, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑01‑2024
ECLI:NL:PHR:2023:1037, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 17‑11‑2023
Beroepschrift, Hoge Raad, 03‑02‑2023
- Wetingang
Essentie
Faillissementsrecht. Goederenrecht. Faillissement erfpachter; tijdens faillissement verschuldigd geworden erfpachtcanon boedelschuld?; aard verplichting tot betaling erfpachtcanon.
Samenvatting
De verplichting tot betaling van de erfpachtcanon is in het stelsel van het BW geen goederenrechtelijke verplichting, maar een kwalitatieve verbintenis die rust op de erfpachter. De wetgever heeft voor de verplichting tot betaling van de erfpachtcanon en voor opzegging van de erfpacht wegens wanbetaling een regeling getroffen in art. 5:85 lid 2, art. 5:92 lid 2 en art. 5:87 lid 2 en 3 BW en heeft voor de erfpachtcanon geen met art. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.