Einde inhoudsopgave
Regeling veiligheid zeeschepen
Artikel 40 Sportvissersvaartuigen
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2010
- Bronpublicatie:
11-06-2010, Stcrt. 2010, 9366 (uitgifte: 21-06-2010, regelingnummer: CEND/HDJZ-2010/806)
- Inwerkingtreding
01-07-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-06-2010, Stcrt. 2010, 9366 (uitgifte: 21-06-2010, regelingnummer: CEND/HDJZ-2010/806)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Staatsrecht / Grondrechten
Vervoersrecht / Zeevervoer
Staatsrecht / Staatsinrichting
1.
Schepen die bedrijfsmatig worden gebruikt voor recreatieve visserij met meer dan 12 passagiers, zijn, indien zij op 17 augustus 2000 waren voorzien van een op grond van het Schepenbesluit 1965 afgegeven geldig certificaat van deugdelijkheid, bij het ondernemen van nationale reizen vrijgesteld van:
- a.
de stabiliteitseisen voor schepen in beschadigde toestand, opgenomen in hoofdstuk II-1, deel B, van de bijlage bij richtlijn 2009/45/EG, mits ten minste wordt voldaan aan de stabiliteitseisen voor schepen in onbeschadigde toestand, opgenomen in de IS-Code;
- b.
de eisen inzake constructieve brandbescherming, opgenomen in hoofdstuk II-2 van de bijlage bij richtlijn 2009/45/EG, mits is voldaan aan de voorwaarde dat in elk geval de verblijven voor passagiers voldoen aan de eisen inzake constructieve brandbescherming voor vrachtschepen uit bijlage IV van het Schepenbesluit 1965, zoals die luidden op 31 december 2004, of aan de voorwaarde dat de vluchtwegen uit die verblijven naar het open dek voldoende breed zijn en korter dan vijf meter.
2.
Aan de in het eerste lidbedoelde vrijstelling zijn de navolgende beperkingen verbonden:
- a.
de vrijstelling geldt uitsluitend voor reizen in een vaargebied van maximaal 35 mijl uit de Nederlandse kust;
- b.
met het schip mogen slechts reizen worden ondernomen bij daglicht, bij een windkracht van ten hoogste 6 Beaufort en een significante golfhoogte van ten hoogste 2 meter.
3.
De vrijstelling geldt niet voor schepen met nachtaccommodatie voor passagiers.