Einde inhoudsopgave
Regeling veiligheid zeeschepen
Bijlage 5 Medische uitrusting
Geldend
Geldend vanaf 20-11-2021
- Bronpublicatie:
08-11-2021, Stcrt. 2021, 45892 (uitgifte: 19-11-2021, regelingnummer: IENW/BSK-2021/289860)
- Inwerkingtreding
20-11-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-11-2021, Stcrt. 2021, 45892 (uitgifte: 19-11-2021, regelingnummer: IENW/BSK-2021/289860)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Staatsrecht / Grondrechten
Vervoersrecht / Zeevervoer
Staatsrecht / Staatsinrichting
(bijlage als bedoeld in de artikelen 25 en 49 van de Regeling veiligheid zeeschepen)
Artikel 1. Toepassing op vissersvaartuigen
1
Deze bijlage is tevens van toepassing op vissersvaartuigen.
2
Voor de toepassing van deze bijlage wordt met de kapitein van een schip gelijkgesteld de schipper van een vissersvaartuig.
Artikel 2. Benodigde medische uitrusting
1
Aan boord van een schip zijn de in de tabellen 1 en 2 voorgeschreven geneesmiddelen, verpleeg- en verbandartikelen, handboeken en overige benodigdheden aanwezig. Voor schepen waarmee gevaarlijke stoffen als bedoeld in hoofdstuk VII, deel A, van het SOLAS-verdrag worden vervoerd en veerboten als bedoeld in artikel 3, tweede lid, van richtlijn 92/29/EEG kunnen afwijkende hoeveelheden gelden. Deze afwijkende hoeveelheden staan tussen haakjes vermeld.
2
De in de kolommen A tot en met E voor een benodigdheid als bedoeld in het eerste lid aangegeven minimumhoeveelheid geldt voor schepen met een gemonsterde bemanning tot en met 15 personen. Bij een bemanningssterkte van meer dan 15 personen wordt die hoeveelheid voor elke volgende groep van ten hoogste 15 personen steeds met honderd procent vermeerderd tot maximaal de voor die benodigdheid in tabel 1of 2 aangegeven maximumhoeveelheid, met dien verstande dat de maximumhoeveelheid voor een andere benodigdheid dan een receptplichtig geneesmiddel mag worden overschreden.
3
In afwijking van het tweede lid behoeft bij een bemanningssterkte van 15 tot en met 24 personen de in de kolommen A tot en met E voor een benodigdheid aangegeven hoeveelheid slechts met vijftig procent te worden vermeerderd. Indien de in de tabellen aangegeven hoeveelheid van een benodigdheid één bedraagt, behoeft deze hoeveelheid bij een bemanningssterkte van 15 tot en met 24 personen niet te worden vermeerderd.
Artikel 3. Inhoud medicijnkisten aan boord van reddingsboten e.d.
1
De tot de uitrusting van reddingsboten, reddingsvlotten en hulpverleningsboten behorende medicijnkisten bevatten de in kolom R van de tabellen 1 en 2 voorgeschreven benodigdheden.
2
De in kolom R aangegeven hoeveelheden gelden per 50 personen, met uitzondering van het middel tegen zeeziekte, waarvoor de per persoon benodigde hoeveelheden zijn vermeld.
Artikel 4. Bewaren van de medische uitrusting
1
De in artikel 2 bedoelde medische uitrusting wordt in daarvoor geschikte kisten of in daarvoor ingerichte kasten of ruimten bewaard.
2
Onder de Opiumwet vallende preparaten die deel uitmaken van de medische uitrusting, worden bewaard in een kluis, waarvan de sleutel berust bij de kapitein of bij de zeevarende aan wie de kapitein het gebruik en beheer van de medische uitrusting heeft overgedragen.
Artikel 5. Levering en verpakking van geneesmiddelen en antidota
1
De geneesmiddelen en antidota worden afgenomen bij een apotheker, hetgeen moet blijken uit een merk op de verpakking.
2
Op de verpakking van de bestanddelen van de medische uitrusting is voor zover mogelijk, het nummer aangebracht dat is vermeld in deze bijlage. Tevens is een afschrift van de controlelijsten bevestigd op de in artikel 4, eerste lid, van deze bijlage bedoelde kisten, kasten of ruimten.
3
Op de etiketten, aanwezig op de verpakking van de benodigdheden zijn zo veel mogelijk naast de Nederlandse, de Latijnse benamingen vermeld, overeenkomstig de nomenclatuur van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO).
Artikel 6. Jaarlijkse inspectie medische uitrusting
1
De jaarlijkse inspectie van de medische uitrusting vindt plaats voorafgaand aan de onderzoeken waaraan het schip wordt onderworpen in verband met de voor dat schip benodigde certificaten. De inspectie heeft geen betrekking op de in artikel 3 bedoelde medische uitrusting voor reddingsvlotten.
2
De kapitein stelt bij de inspectie een controlelijst op met daarop de benamingen en codes van alle geneesmiddelen, verplegingsartikelen en antidota die ingevolge deze bijlage aan boord van het schip zijn vereist, en vermeldt daarbij zowel de voorgeschreven hoeveelheden als de daadwerkelijk aan boord aanwezige hoeveelheden. In voorkomend geval wordt tevens de houdbaarheidsdatum van die benodigdheden vermeld. De controlelijst vermeldt voorts de naam, de vlag en de thuishaven van het schip.
3
Indien de inspectie uitwijst dat de medische uitrusting van het schip in overeenstemming is met deze bijlage, ondertekent de kapitein de controlelijst en biedt hij deze aan de Inspectie Leefomgeving en Transport of, indien het onderzoek door een krachtens artikel 23 van het besluit aangewezen rechtspersoon wordt verricht, aan die rechtspersoon ter visering aan.
Kolom A: | vrachtschepen, zeilschepen en vissersvaartuigen met een onbeperkt vaargebied |
Kolom B: | vrachtschepen, zeilschepen en vissersvaartuigen met een vaargebied dat zich niet verder uitstrekt dan GMDSS-zeegebied A2 als bedoeld in voorschrift IV/2 van het SOLAS-verdrag en vrachtschepen gecertificeerd overeenkomstig de CCSS-Code |
Kolom B1: | vrachtschepen, zeilschepen en vissersvaartuigen met een vaargebied dat zich niet verder uitstrekt dan de Nederlandse Exclusieve Economische Zone en die niet langer dan 7 aaneengesloten dagen buiten een Nederlandse haven zijn |
Kolom C: | vrachtschepen, zeilschepen en vissersvaartuigen met een vaargebied dat zich niet verder uitstrekt dan GMDSS-zeegebied A1 als bedoeld in voorschrift IV/2 van het SOLAS-verdrag tot 30 mijl uit de kust van een Europees land en vrachtschepen gecertificeerd overeenkomstig de SCV-Code waarmee reizen worden ondernomen in onbeschutte wateren (exposed waters) als bedoeld in voorschrift I/2.15 van die code |
Kolom D: | passagiersschepen, niet zijnde schepen waarmee korte internationale of nationale reizen als bedoeld in voorschrift III/3 van het SOLAS-verdrag worden gemaakt |
Kolom E: | passagiersschepen waarmee korte internationale of nationale reizen als bedoeld in voorschrift III/3 van het SOLAS-verdrag worden gemaakt en passagiersschepen gecertificeerd overeenkomstig de SCV-Code waarmee reizen worden ondernomen in onbeschutte wateren (exposed waters) als bedoeld in voorschrift I/2.15 van die code |
Max.: | maximumhoeveelheid |
Kolom R | reddingsboten, reddingsvlotten en hulpverleningsboten per 50 personen |
RMA | het middel dient in beginsel slechts op advies van de Radio Medische Dienst of van een arts te worden toegediend of toegepast |
f | slechts voorgeschreven bij één of meer bemanningsleden van het vrouwelijk geslacht |
t | slechts voorgeschreven op reizen in tropische wateren |
z | slechts voorgeschreven voor zeilschepen |
[ ] | slechts voorgeschreven voor schepen die gevaarlijke stoffen vervoeren en veerboten als bedoeld in artikel 3, tweede lid, van richtlijn 92/29/EEG, indien hiervoor een afwijkende hoeveelheid is voorgeschreven |
amp | ampul |
cap | capsule |
fla | flacon |
opl | oplossing |
tabl | tablet |
smelttabl | smelttablet |
inj | injectie |
im | intramusculair (in een spier) |
iv | intraveneus (in een ader) |
sc | subcutane (onderhuidse) |
Code | Aanv. code | Vereiste middelen | A | B | B1 | C | D | E | Max. | R | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Middelen tegen hart- en vaatziekten | ||||||||||||||
1.1.03 | RMA | Adrenaline amp 1 mg/1 ml (voor im, iv en sc inj) | 6 | 3 | 3 | – | 6 | 6 | 12 | – | ||||
1.2.03 | RMA | Isosorbide-dinitraat tabl 5 mg | 20 | 10 | 5 | 10 | 20 | 20 | 60 | 10 | ||||
1.4.03 | RMA | Fytomenadion amp 10 mg/1 ml (voor im inj) | 2z [10] | 2z [5] | – | – | 2 | 2 [5] | 4 [15] | – | ||||
1.4.04 | RMA | Oxytocine amp 5U/1 ml (voor im en iv inj) | 6f | 3f | – | 3f | 6 | 3 | 12 | – | ||||
1.5.03 | RMA | Metoprolol tabl 50 mg | 30 | 10 | 5 | – | 30 | 10 | 60 | – | ||||
1.6.03 | RMA | Carbasalaatcalcium 100 mg of Acetylsalicylzuur tabl 80 mg | 120 | 60 | 30 | – | 120 | 60 | 240 | – | ||||
Geneesmiddelen voor het maagdarmkanaal | ||||||||||||||
2.1.05 | Algeldraat+magnesiumhydroxide susp 300 ml | 2 | 1 | – | – | 4 | 2 | 8 | – | |||||
2.1.06 | RMA | Omeprazol tabl/caps 20 mg | 60 | 30 | 10 | – | 60 | 30 | 150 | – | ||||
2.2.04 | RMA | Ondansetron smelttabl 4 mg | 18 | 6 | 3 | 3 | 18 | 18 | 36 | – | ||||
2.2.05 | RMA | Metoclopramide amp 10 mg/2 ml (voor im inj) | 5 [30] | – [10] | – | – | 5 | – [10] | 10 [60] | – | ||||
2.3.03 | Lactulose sir, flac 300 ml | 2 | 1 | – | – | 2 | 1 | 4 | – | |||||
2.3.04 | RMA | Nalaurylsulfoactaat /Sorbitol/Na-citraat microklysma | 12 | 4 | 2 | – | 12 | 12 | 24 | – | ||||
2.4.02 | Loperamide caps 2 mg | 80 | 40 | 20 | 40 | 80 | 40 | 200 | 40 | |||||
2.6.02 | Vaseline/lidocaïne crème 3%, tube 30 g | 2 | 1 | 1 | – | 1 | 5 | – | ||||||
Pijnstillende en krampwerende middelen | ||||||||||||||
3.1.04 | Ibuprofen drag 400 mg | 40 | 20 | 10 | – | 40 | 20 | 100 | – | |||||
3.1.05 | Paracetamol tabl 500 mg | 80 [200] | 40 [100] | 20 | 20 | 80 | 80 [100] | 200 [300] | 80 | |||||
3.2.05 | RMA | Morfine HCL amp 10 mg/1 ml (voor im en sc inj) (IN KLUIS BEWAREN) | 10 [40] | 5 [10] | 2 | – | 10 | 10 [20] | 30 [40] | – | ||||
3.2.06 | RMA | Tramadol caps 50 mg | – | – | – | – | – | – | – | 30 | ||||
3.3.03 | RMA | Diclofenac supp 100 mg | 10 | 5 | 5 | 5 | 10 | 5 | 20 | – | ||||
Geneesmiddelen voor het zenuwstelsel | ||||||||||||||
4.1.03 | RMA | Diazepam mikroclysma 10 mg/2,5 ml | 10 [10] | 2 [5] | 2 | – | 10 | 5 [20] | 20 [20] | – | ||||
4.1.04 | RMA | Oxazepam tabl 10 mg | 20 | 10 | 5 | – | 20 | 10 | 50 | – | ||||
4.2.03 | RMA | Haloperidol tabl 1 mg | 20 | 10 | 5 | – | 20 | 10 | 50 | – | ||||
4.2.04 | RMA | Haloperidol amp 5 mg/1 ml (voor im en iv inj) | 10 | 2 | 2 | – | 10 | 5 | 20 | – | ||||
4.3.04 | Cyclizine supp 100 mg | 20 | 10 | 5 | – | 20 | 20 | 100 | – | |||||
4.3.05 | Cinnarizine tabl 25 mg | 50 | 20 | 10 | 10 | 50 | 50 | 200 | 6 pp | |||||
4.4.03 | RMA | Carbamazepine tabl 200 mg | 20 | 10 | 5 | – | 20 | 20 | 50 | – | ||||
4.5.02 | RMA | Temazepam tabl/caps 10 mg | 20 | 10 | 5 | – | 20 | 20 | 50 | – | ||||
Anti-allergische en anti-anafylactische middelen | ||||||||||||||
5.1.05 | RMA | Clemastine tabl 1 mg | 20 | 10 | 5 | – | 20 | 20 | 50 | – | ||||
5.2.03 | RMA | Dexamethason amp 5 mg/1 ml (voor im en iv inj) | 5 | 2 | 2 | – | 5 | 2 | 5 | – | ||||
Geneesmiddelen voor het ademhalingsstelsel | ||||||||||||||
6.1.05 | RMA | Salbutamol 0,1 mg/ds, inhalator 200 ds | 2 [5] | 1 [5] | 1 [5] | – | 2 | 1 [5] | 4 [5] | – | ||||
6.1.06 | RMA | Beclomethasone 0,05 mg/ds, inhalator 200 ds | – [5] | – [5] | – [5] | – | – | – [5] | – [5] | – | ||||
6.1.07 | RMA | Voorzetkamer voor 6.1.02 en 6.1.03 | 1 [2] | 1 [2] | 1 [2] | – | 1 | 1 [2] | 1 [2] | – | ||||
6.2.02 | Dextromethorfan sir, flac 200 ml | 3 | 1 | 1 | – | 3 | 1 | 6 | – | |||||
6.3.02 | RMA | Xylometazoline neusdr. 0,1%, druppelflac 10 ml | 5 | 3 | 3 | – | 5 | 3 | 10 | – | ||||
Infectiewerende middelen | ||||||||||||||
7.1.11 | RMA | Amoxicilline met clavulaanzuur tabl 500/125 | 60 | 20 | 10 | – | 60 | 20 | 120 | – | ||||
7.1.12 | RMA | Doxycycline tabl 100 mg | 20 | 5 | 5 | – | 20 | 5 | 50 | – | ||||
7.1.13 | RMA | Cefuroxim amp 750 mg + 5 ml opl (voor im inj) | 15 | 6 | 6 | – | 15 | 6 | 30 | – | ||||
7.2.03 | RMA | Co-trimoxazol tabl 800+160 mg | 30 | 10 | 5 | – | 30 | 10 | 60 | – | ||||
7.4.04 | RMA | Metronidazol tabl 500 mg | 20 | 10 | 5 | – | 20 | 10 | 50 | – | ||||
7.4.05 | RMA | Metronidazol supp of ovule 500 mg1. | – [10] | – | – | – | – | – | – [25] | – | ||||
7.5.02 | RMA | Ciprofloxacine tabl 500 mg | 80 | 40 | 20 | – | 80 | 40 | 200 | – | ||||
7.6.03 | RMA | Tetanusvaccin amp 0,5 ml (voor im inj) (KOEL BEWAREN) | 5 | 2 | 2 | – | 5 | 2 | 5 | – | ||||
7.6.04 | RMA | Anti-tetanus immunoglobuline amp 250 E/2 ml (voor im inj) (KOEL BEWAREN) | 3 | 1 | 1 | – | 3 | 1 | 5 | – | ||||
7.7.04 | .t | RMA | Atovaquon/proguanil tabl 250/100 mg | 252 | 124 | – | – | 252 | 124 | 756 | – | |||
7.7.05 | .t | RMA | Artemether/Lumefantrine tabl 20/120 mg | 120 | 48 | – | – | 120 | 120 | 312 | – | |||
7.7.06 | .t | RMA | Artemether 80 mg/ml, 1 ml amp | 10 | 5 | – | – | 10 | 5 | 20 | – | |||
Preparaten bestemd voor rehydratie en toevoer van calorieën en plasmavervangmiddelen | ||||||||||||||
8.1.03 | RMA | ORS met samenstelling vlgs WHO standaard, zakje voor de bereiding van 1 liter rehydratie-vloeistof | 18 | 6 | 6 | – | 18 | 6 | 36 | – | ||||
8.1.04 | RMA | NaCl 0,9% infuusvloeistof, flac 500 ml | 2 [10] | 1 [6] | – | – | 4 | 2 [6] | 4 [10] | – | ||||
8.3.02 | RMA | Plasmavervangmiddel naar keuze, flac 500 ml | 5 | 3 | 1 | – | 5 | 3 | 10 | – | ||||
Geneesmiddelen voor dermatologisch gebruik | ||||||||||||||
9.1.23 | Chloorhexidine 0,5%, flac 30 ml | 4 | 2 | 1 | 1 | 4 | 2 | 8 | 1 | |||||
9.1.24 | Chloorhexidine/Cetrimide opl, flac 250 ml | 3 | 1 | – | – | 3 | 3 | 5 | – | |||||
9.1.25 | Handalcohol 70% | 2 | 1 | 1 | – | 2 | 1 | 4 | – | |||||
9.1.26 | Fusidinezuur crème, tube 30 g | 3 | 2 | 1 | – | 3 | 2 | 6 | – | |||||
9.1.27 | Betadine zalf, tube 30 g | 3 | 2 | 1 | 1 | 3 | 2 | 6 | – | |||||
9.1.28 | Capsicum compositum crème, tube 30 g | 3 | 1 | 1 | – | 3 | 1 | 6 | – | |||||
9.1.29 | Miconazolnitraat crème 2%, tube 30 g | 4 | 2 | 1 | – | 4 | 2 | 8 | – | |||||
9.1.30 | Zilversulfadiazine crème 1%, tube 50 g (KOEL BEWAREN) | 5 | 3 | – | – | 5 | 5 | 8 | – | |||||
9.1.31 | Lang houdbare antiseptische crème geschikt voor behandeling van brandwonden | – | – | – | – | – | – | – | 1 | |||||
9.1.32 | Lanette/menthol crème 2%, tube 10 g | 2 | – | – | – | 2 | 1 | 5 | – | |||||
9.1.33 | Permetrine lotion 10 mg/g, flac 59 ml | 3 | 1 | – | – | 3 | 1 | 5 | – | |||||
9.1.34 | RMA | Triamcinolon 0.1%, tube 30 g | 2 | 1 | – | – | 2 | 1 | 4 | – | ||||
9.1.35 | Aciclovir tabl 400 mg | 200 | 100 | 50 | – | 200 | 100 | 400 | – | |||||
Middelen voor oogheelkundig gebruik | ||||||||||||||
9.2.08 | RMA | Tetracaïne oogdruppels 0,5%, unitdose (KOEL BEWAREN) | 20 | 10 | 5 | – | 20 | 10 | 40 | – | ||||
9.2.09 | Pilocarpine oogdruppels 2%, druppelflac 10 ml (KOEL BEWAREN) | 1 | 1 | 1 | – | 1 | 1 | 2 | – | |||||
9.2.10 | Fluoresceïne strips 1%, verpakking van 10 stuks | 1 | 1 | 1 | – | 1 | 1 | 2 | – | |||||
9.2.11 | Tetracycline oogzalf 1%, tube 4g (KOEL BEWAREN) | 2 [5] | 1 [3] | 1 [3] | 1 | 2 | 1 [3] | 4 [10] | – | |||||
9.2.12 | Fusidinezuur ooggel1%, unitdose 0,2 g (KOEL BEWAREN) | 24 | 12 | 6 | – | 24 | 12 | 48 | – | |||||
9.2.13 | Fysiologisch zout voor oogspoeling | 2 | 1 | 1 | 1 | 2 | 1 | 8 | 1 | |||||
Middelen voor oorheelkundig gebruik | ||||||||||||||
9.3.04 | Polymyxine-B bevattende oordruppels | 2 | 1 | 1 | – | 2 | 1 | 4 | – | |||||
Middelen tegen mond- en keelaandoeningen | ||||||||||||||
9.4.02 | Chloorhexidine gorgeldrank 2%, flac 200 ml | 2 | 1 | 1 | – | 2 | 1 | 4 | – | |||||
Lokaal-anesthetica | ||||||||||||||
9.5.04 | Lidocaïne 2%, flac 20 ml zonder adrenaline (voor im en sc inj) | 2 | 1 | 1 | – | 2 | 1 | 4 | – | |||||
9.5.05 | Spuitbus voor cryotherapie | 2 | 1 | 1 | – | 2 | 1 | 4 | – | |||||
Aanvullende antidota voor gevaarlijke stoffen | ||||||||||||||
10.1.01 | RMA | Calciumgluconaat gel 2%, tube 25 g | – [5] | – [5] | – | – | – | – [10] | – [40] | – | ||||
10.2.05 | RMA | Atropinesulfaat amp 1 mg/1 ml (voor im en iv inj) | – [15] | – [15] | – | – | – | – [30] | – [100] | – | ||||
10.2.06 | RMA | Calciumgluconaat bruistabl 1 g | – [20] | – [20] | – | – | – | – [40] | – [100] | – | ||||
10.2.09 | RMA | Geactiveerde kool, poeder, flac 50 g | – [2] | – [2] | – | – | – | – [2] | – [2] | – | ||||
10.2.10 | RMA | Aethylalcohol opl 95%, flac 500 ml | – [3] | – [1] | – | – | – | – [1] | – [3] | – | ||||
Diversen | ||||||||||||||
12.1.02 | RMA | Glucagon amp 1 mg + ml opl (voor im en iv inj) (KOEL BEWAREN) | 2z | 2z | – | 2z | 4 | 2 | 4 | – |
Code | Vereiste middelen | A | B | B1 | C | D | E | Max. | R | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Reanimatiebenodigdheden | ||||||||||
II.1.11 | Zuurstofkoffer draagbaar, compleet met gebruiksaanwijzingen, inclusief 1 gevulde medicinale zuurstoffles 2 l/200 bar, reduceerventiel met flowmeter en beademingsballon met groot, middelgroot en klein masker1. | 1 | 1 | 1 | – | 1 | 1 | 1 | – | |
II.1.12 | Gevulde medicinale zuurstoffles (reserve) 2 l/200 bar, die aansluit bij II.1.11 en bij voorkeur daarbij op te bergen | – [1] | – [1] | – | – | – | – [3] | – [3] | – | |
II.1.13 | Zuurstoffles met zuurstof voor medische toepassing 40 l/200 bar of verdeeld over maximaal 4 flessen die allen dezelfde kleurcodering, vuldruk en aansluiting hebben, klaar voor direct gebruik in het ziekenverblijf van het schip, met 2 flowmeters voor het toedienen van zuurstof aan 2 personen tegelijk1 | – [1] | – [1] | – | – | – | – [1] | – [1] | – | |
II.1.14 | Afzuigeenheid mechanisch om de bovenste luchtwegen vrij te maken | 1 | 1 | 1 | – | 1 | 1 | 1 | – | |
II.I.15 | Hulpmiddel voor mond op mond beademing | 1 [2] | 1 [2] | 1 | 1 | 2 | 2 | 4 | – | |
II.2.16 | Guedel (Mayo-tube) no 3 | – [2] | – [2] | – | – | – | – [2] | – [4] | – | |
II.2.17 | Guedel (Mayo-tube) no 4 | – [2] | – [2] | – | – | – | – [2] | – [4] | – | |
II.2.18 | Zuurstofmaskers disposable (tot 60% zuurstof) met bijbehorende flexibele aansluitslangen | 2 [10] | 2 [10] | 2 [10] | – | 2 | 2 [10] | 6 [20] | – | |
Verbandmiddelen en hechtingsmateriaal | ||||||||||
II.2.21 | Stuwband | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 4 | 1 | |
II.2.22 | Hechtingsset | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 4 | – | |
II.2.23 | Zelfklevend elastisch verband 4 m/6 cm | 1 | 1 | 1 | 1 | 2 | 1 | 2 | 1 | |
II.2.24 | Hydrolast windsel 4 m/6 cm | 30 | 15 | 8 | 8 | 60 | 60 | 120 | – | |
II.2.25 | Tunnelverband voor vingers m applicator, rol 5 m | 4 | 1 | 1 | 1 | 4 | 4 | 12 | – | |
II.2.26 | Hydrofiel gaas 5x5 cm steriel, verpakking van 16 | 10 | 5 | 3 | 1 | 20 | 20 | 40 | – | |
II.2.27 | Hydrofiel gaas 10x10 cm steriel, verpakking van 25 st | 3 | 2 | 2 | 1 | 3 | 3 | 10 | 1 | |
II.2.28 | Vaseline gaas steriel 10x10 cm | 20 | 10 | 10 | 10 | 20 | 20 | 40 | – | |
II.2.29 | Hydrofiel watten, 100 g | 1 | 1 | 1 | 1 | 4 | 4 | 10 | – | |
II.2.30 | Metalline laken steriel 73x250 cm | 1 | 1 | 1 | – | 2 | 2 | 2 | – | |
II.2.31 | Driekante doeken | 4 | 4 | 2 | 2 | 4 | 4 | 4 | 4 | |
II.2.32 | Handschoenen niet steriel, per paar | 12 | 6 | 3 | 3 | 12 | 12 | 24 | 3 | |
II.2.33 | Handschoenen steriel M, per paar | 3 | 2 | 1 | – | 6 | 12 | 12 | – | |
II.2.34 | Handschoenen steriel L, per paar | 3 | 2 | 1 | – | 6 | 12 | 12 | – | |
II.2.35 | Pleisterverband waterbest 1 m/6 cm | 3 | 2 | 1 | 1 | 3 | 2 | 6 | 1 | |
II.2.36 | Snelverband steriel nr 2 middel | 10 | 4 | 4 | 2 | 20 | 20 | 40 | 4 | |
II.2.37 | Hechtpleister waterbest 5 m/1¼ cm | 2 | 1 | 1 | 1 | 2 | 2 | 5 | 1 | |
II.2.38 | Zwaluwstaart pleisters steriel | 20 | 10 | 5 | 5 | 20 | 20 | 40 | 5 | |
II.2.39 | Hechtingen atraumatisch vicryl 4-0 | 10 | 5 | 5 | – | 10 | 10 | 20 | – | |
II.2.40 | Synthetische watten 3 m/10 cm | 2 | 1 | 1 | – | 2 | 2 | 4 | – | |
II.2.41 | Oogklepje | 2 | 1 | 1 | – | 3 | 3 | 3 | – | |
II.2.42 | Oogcompressen, 5 stuks | 2 | 1 | 1 | – | 3 | 3 | 3 | – | |
II.2.43 | Veiligheidsspelden (RVS), 12 st | 2 | 1 | 1 | 1 | 3 | 3 | 3 | 1 | |
Instrumenten | ||||||||||
II.3.11 | Scalpel steriel disposable | 3 | – | – | – | 3 | – | 6 | – | |
II.3.12 | Instrumentendoos (RVS) voor chirurgische instrumenten | 1 | 1 | 1 | – | 1 | 1 | 2 | – | |
II.3.13 | Schaar chirurgisch (RVS) | 1 | 1 | 1 | – | 1 | 1 | 2 | – | |
II.3.14 | Verbandschaar Lister 18 cm (RVS) | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 3 | 1 | |
II.3.15 | Pincet anatomisch (RVS) | 1 | 1 | 1 | – | 1 | 1 | 2 | – | |
II.3.16 | Pincet chirurgisch (RVS) | 1 | 1 | 1 | – | 1 | 1 | 2 | – | |
II.3.17 | Arterieklem vlgs Kocher (RVS) | 1 | 1 | 1 | – | 1 | 1 | 2 | – | |
II.3.18 | Naaldvoerder Mathieu 17 cm (RVS) | 1 | 1 | 1 | – | 1 | 1 | 2 | – | |
II.3.19 | Scheerapparaat disposable | 5 | 2 | 2 | – | 5 | 5 | 10 | – | |
II.3.20 | Splinterpincet (RVS) | 1 | 1 | 1 | – | 1 | 1 | 2 | – | |
Materiaal voor onderzoek en medische controle | ||||||||||
II.4.11 | Tongspatels disposable | 50 | 10 | 5 | – | 50 | 50 | 100 | – | |
II.4.12 | Teststrips voor urineanalyse: bloed/glucose/eiwit/nitriet/leucocyten, 50 strips | 1 | 1 | 1 | – | 1 | 1 | 2 | – | |
II.4.13 | Bladen voor registratie lichaamstemp en pols | 20 | 5 | 5 | – | 20 | 20 | 40 | – | |
II.4.14 | Medische kaart voor informatie bij evacuatie | 4 | 2 | 2 | – | 4 | 4 | 10 | – | |
II.4.15 | Stethoscoop | 1 | 1 | 1 | – | 1 | 1 | 1 | – | |
II.4.16 | Bloeddrukmeter, bij voorkeur automatisch | 1 | 1 | 1 | – | 1 | 1 | 1 | – | |
II.4.17 | Thermometer voor koorts | 3 | 2 | 2 | – | 3 | 3 | 6 | – | |
II.4.18 | Thermometer voor hypothermie | 1 | 1 | 1 | – | 1 | 1 | 1 | – | |
II.4.19 | Penlight ooglampje + blauw kapje | 2 | 1 | 1 | – | 2 | 2 | 2 | – | |
II.4.20.t | Snelle malariatest | 2 | 2 | – | – | 2 | 2 | 2 | – | |
Materiaal voor injecties, perfusie, puncties en catherisatie | ||||||||||
II.5.11 | Urinezak met aansluiting op condoom | 2 | – | – | – | 2 | 1 | 2 | – | |
II.5.12 | Urinecatheter steriel Thieman zonder ballon nr 12 en 16 | 1 | – | – | – | 1 | 1 | 2 | – | |
II.5.13 | Catheterglijmiddel lidocaïne 2%/chloorhexidine 0,05% | 2 | – | – | – | 2 | 2 | 4 | – | |
II.5.14 | Injectiespuiten steriel 2 ml disposable | 50 [100] | 25 [50] | 5 | 5 | 50 | 40 [50] | 100 [200] | – | |
II.5.15 | Injectiespuiten steriel 5 ml disposable | 10 | 5 [10] | 2 | – | 10 | 10 | 20 [20] | – | |
II.5.16 | Injectienaalden steriel sc 16x½ mm, passend op 14 en 15 | 25 | 10 | 5 | – | 25 | 10 | 50 | – | |
II.5.17 | Injectienaalden steriel im 40x0,8 mm, passend op 14 en 15 | 50 [100] | 25 [50] | 5 | 5 | 50 | 25 [50] | 100 [200] | ||
II.5.18 | Infuusnaalden steriel 1,2 te gebruiken bij inbrengen infuus | 4 [10] | 2 [10] | 1 | – | 8 | 4 [10] | 8 [20] | – | |
II.5.19 | Infuus systeem steriel | 4 [10] | 2 [10] | 1 | – | 8 | 4 [10] | 8 [20] | – | |
II.5.20 | Nierbekken | 2 | 1 | 1 | – | 1 | 1 | 4 | – | |
Verplegingsartikelen | ||||||||||
II.6.11 | Set, persoonlijke beschermingsmiddelen: schort, beschermende bril en mondneusmasker | 4 | 3 | 3 | – | 4 | 3 | 20 | – | |
II.6.12 | Ondersteek | 1 | – | – | – | 2 | 2 | 3 | – | |
II.6.13 | Warmwaterzak | 1 | 1 | – | – | 2 | 1 | 3 | – | |
II.6.14 | Urinaal | 1 | – | – | – | 2 | 2 | 3 | – | |
II.6.15 | ColdHotpack Maxi 20x30 cm (IN VRIEZER BEWAREN) | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 2 | – | |
II.6.16 | Reddingdeken aluminiumfolie | 1 | 1 | 1 | 1 | 2 | 2 | 4 | 1 | |
Immobilisatiemateriaal | ||||||||||
II.7.11 | Vervormbare spalk voor vingers/tenen | 2 | 1 | 1 | – | 2 | 2 | 4 | – | |
II.7.12 | Vervormbare spalk voor onderarm en hand, set van 6 stuks | 1 | 1 | 1 | – | 1 | 1 | 2 | – | |
II.7.13 | Vacuüm spalken (halve/hele arm, half/heel been) met handpomp of equivalent | 1 | 1 | – | 1 | 2 | 2 | 3 | – | |
II.7.14 | Nekkraag | 2 | 2 | 1 | – | 2 | 2 | 4 | – | |
II.7.15 | Vacuümschelpmatras met voetpomp | 1 | – | – | – | 1 | 1 | 1 | – | |
II.7.16 | Waar de voorgeschreven bemanning uit meer dan 3 personen bestaat een bij het schip en bedrijfshulpverleningsplan passend vervoermiddel voor een persoon | 1 | 1 | – | 1 | 2 | 2 | 2 | – | |
Desinfectie, insectenverdelging, bescherming | ||||||||||
II.8.11 | Drinkwater desinfectiemiddel, geschikt voor menselijke consumptie, hoeveelheid voor 1 keer de totale drinkwatervoorraad aan boord | 2 | 1 | 1 | – | 2 | 2 | 5 | – | |
II.8.12 | Diëthyltoluamide (DEET) 50% insect repellent, flac 30 ml | 30 | 15 | 8 | – | 30 | 30 | 60 | – | |
II.8.13 | Spuitbaar bestrijdingsmiddel tegen vliegend en kruipend ongedierte naar keuze, spuitflacon | 2 | 1 | 1 | – | 2 | 1 | 10 | – | |
Diverse benodigdheden | ||||||||||
II.9.21 | Body bag | 1 [2] | – | – | – | 2 | – | 1 [2] | – | |
II.9.22 | Geneeskundig Handboek voor de Scheepvaart, laatste editie incl. aanvullingen | 1 | 1 | 1 | – | 1 | 1 | 1 | – | |
II.9.23 | MFAG, laatste editie incl. aanvullingen als bedoeld in artikel 25 van de Regeling veiligheid zeeschepen | [1] | [1] | [1] | – | – | [1] | [1] | – | |
II.9.24 | EHBO-boekje Oranje Kruis, laatste editie | – | – | – | 1 | – | – | 1 | – | |
II.9.25 | Hersluitbare waterdichte medicijnkist of tas, bestemd voor alle artikelen uit kolom R met inhoudsopgave en behandelingsvoorschrift gedrukt op waterbestendig materiaal. | – | – | – | – | – | – | – | 1 |
Voetnoten
De bereiding en aflevering van Metronidazol zetpillen kan op praktische bezwaren stuiten. Volgens informatie van de fabrikant is het mogelijk om vaginale ovules ook rectaal te gebruiken. Ovules (Flagyl) zijn daarom een gelijkwaardig alternatief.
In verband met het explosiegevaar dat zuurstof onder druk kan opleveren, geschiedt de berging van de zuurstoffles(sen) op een wijze die passend is, bij voorkeur in de buitenlucht of in een geventileerde ruimte. Extra medicinale zuurstof als beschreven onder II.1.12 is toegestaan en wordt geadviseerd voor alle schepen.