Einde inhoudsopgave
Regeling veiligheid zeeschepen
Artikel 41b Vaart rond de eilanden van Caribisch-Nederland
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2014
- Bronpublicatie:
16-06-2014, Stcrt. 2014, 16426 (uitgifte: 17-06-2014, regelingnummer: IENM/BSK-2014/115681)
- Inwerkingtreding
01-07-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-06-2014, Stcrt. 2014, 16426 (uitgifte: 17-06-2014, regelingnummer: IENM/BSK-2014/115681)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Staatsrecht / Grondrechten
Vervoersrecht / Zeevervoer
Staatsrecht / Staatsinrichting
1.
Caribisch-Nederlandse schepen die niet buiten de gebiedsbegrenzingen, bedoeld in het tweede lid, worden gebracht zijn vrijgesteld van de bepalingen van de hoofdstukken 3 tot en met 5 van het besluit en hoofdstuk 3 van deze regeling, mits voldaan wordt aan de eisen, bedoeld in bijlage 6.
2.
De gebiedsbegrenzingen, bedoeld in het eerste lid zijn:
- a.
voor Bonaire: het gebied, begrensd door de lijnen gaande van de meest oostelijke punt van Bonaire (68-12'W) in de richting zuid tot de parallel van 12-00' noorderbreedte, vandaar in de richting west tot de meridiaan van 68-17' westerlengte, vandaar in de richting 327 naar een punt op 12-15' noorderbreedte en 68-27' westerlengte, vandaar in de richting 022 naar een punt op 12-20' noorderbreedte en 68-25' westerlengte en vandaar in de richting van de vuurtoren Seroe Ventana.
- b.
voor Sint Eustatius: het gebied, begrensd door de parallellen 17-27' en 17-33' noorderbreedte en de meridianen van 62-55' en 63-02' westerlengte;
- c.
voor Saba: het gebied, begrensd door de parallellen van 17-35' en 17-41' noorderbreedte en de meridiaan van 63-11' en 63-17' westerlengte.