Einde inhoudsopgave
RvdW 2016/649
IPR. Toepasselijk recht op onrechtmatige internetpublicaties; convergerende uitleg begrip ‘land waar de schade zich voordoet’ in zin art. 4 lid 1 Rome II met begrip ‘plaats waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan of kan voordoen’ in zin art. 5 sub 3 EEX-Vo (oud); centrum van belangen gelaedeerde. Exceptieclausule art. 4 lid 3 Rome II.
HR 03-06-2016, ECLI:NL:HR:2016:1054
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
3 juni 2016
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, M.V. Polak
- Zaaknummer
15/01169
- Conclusie
A-G mr. P. Vlas
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Europees verbintenissenrecht
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Internationaal privaatrecht / Conflictenrecht
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:1054, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 03‑06‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:71, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑03‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑02‑2015
- Wetingang
Art. 10:159 BW; art. 1, 4 Verordening (EG) nr. 864/2007 (Rome II); art. 5 punt 3 EEX-Verordening (nr. 44/2001)
Essentie
IPR. Toepasselijk recht op onrechtmatige internetpublicaties; convergerende uitleg begrip ‘land waar de schade zich voordoet’ in zin art. 4 lid 1 Rome II met begrip ‘plaats waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan of kan voordoen’ in zin art. 5 sub 3 EEX-Vo (oud); centrum van belangen gelaedeerde. Exceptieclausule art. 4 lid 3 Rome II.
Uit punt 7 van de considerans van Rome II blijkt dat de wetgever van de Europese Unie van belang acht dat het materiële toepassingsgebied en de bepalingen van die verordening stroken met (onder meer) de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.