Einde inhoudsopgave
RvdW 2016/653
Vermogensrecht, erfrecht. Zoon heeft vóór het overlijden van de moeder onrechtmatig gelden onttrokken aan haar vermogen. Berekening rente over de daaruit ontstane vordering; art. 6:119 lid 1 BW.
HR 27-05-2016, ECLI:NL:HR:2016:995
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
27 mei 2016
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders
- Zaaknummer
14/05680
- Conclusie
A-G mr. E.B. Rank-Berenschot
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:995, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 27‑05‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:37, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑02‑2016
Essentie
Vermogensrecht, erfrecht. Zoon heeft vóór het overlijden van de moeder onrechtmatig gelden onttrokken aan haar vermogen. Berekening rente over de daaruit ontstane vordering; art. 6:119 lid 1 BW.
Partij(en)
[de zoon], eiser tot cassatie, verweerder in het incidenteel cassatieberoep, adv.: mr. J.H.M. van Swaaij,
tegen
[de dochter], te Noorwegen, verweerster in cassatie, eiseres in het incidenteel cassatieberoep, adv.: mr. M.E. Bruning.
Conclusie
Conclusie A-G mr. E.B. Rank-Berenschot:
1. Feiten en procesverloop
1.1
De relevante feiten in cassatie zijn als volgt.1.
- (a)
[de vader], de vader van partijen, is op 20 juli 1982 overleden. Bij testament van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.