Einde inhoudsopgave
RvdW 2016/650
Onrechtmatige daad. Opzegging door vereniging van lidmaatschap van bij haar aangesloten lid in strijd met art. 2:8 lid 1 BW; sluit achterwege laten van vernietiging besluit op voet art. 2:15 lid 1 onder b BW vordering uit onrechtmatige daad uit? Ontoelaatbare verrassingsbeslissing.
HR 03-06-2016, ECLI:NL:HR:2016:1061
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
3 juni 2016
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
15/02092
- Conclusie
A-G mr. J. Spier
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Ondernemingsrecht (V)
Verbintenissenrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:1061, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 03‑06‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:78, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑02‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑06‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑04‑2015
- Wetingang
Art. 2:8, 2:15, 6:162 Bw; art. 33 Rv
Essentie
Onrechtmatige daad. Opzegging door vereniging van lidmaatschap van bij haar aangesloten lid in strijd met art. 2:8 lid 1 BW; sluit achterwege laten van vernietiging besluit op voet art. 2:15 lid 1 onder b BW vordering uit onrechtmatige daad uit? Ontoelaatbare verrassingsbeslissing.
De normen van art. 2:8 lid 1 BW en van art. 6:162 BW hebben een eigen karakter en dienen te worden ingevuld aan de hand van de omstandigheden van het geval. Voor zover het cassatiemiddel een beroep doet op de omstandigheid dat het lid van de vereniging niet op de voet van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.