Einde inhoudsopgave
RvdW 2016/681
WOTS. Verwerping strafmatigingsverweer en verweer dat de rechtbank geen verlof tot verdere tenuitvoerlegging zou moeten verlenen omdat de Duitse veroordeling in strijd met art. 6 EVRM tot stand is gekomen. HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 24-05-2016, ECLI:NL:HR:2016:963
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
24 mei 2016
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, J. de Hullu, Y. Buruma
- Zaaknummer
15/04864
- Conclusie
A-G mr. P.C. Vegter
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Internationaal strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:963, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 24‑05‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:395, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑03‑2016
Essentie
WOTS. Verwerping strafmatigingsverweer en verweer dat de rechtbank geen verlof tot verdere tenuitvoerlegging zou moeten verlenen omdat de Duitse veroordeling in strijd met art. 6 EVRM tot stand is gekomen. HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Groningen, van 30 september 2015, nummer 18/859900-15, omtrent een verzoek van de Bondsrepubliek Duitsland tot overname van de tenuitvoerlegging van een rechterlijke beslissing tegen: [veroordeelde]. Adv.: mr. G. Spong, te Amsterdam.
Conclusie
Conclusie A-G mr. P.C. Vegter:
1.
Bij vonnis van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.