Einde inhoudsopgave
RvdW 2016/666
Beklagzaak: ontoereikende motivering oordeel dat klager is veroordeeld ter zake van een feit waarvoor een geldboete van de vijfde categorie kan worden opgelegd.
HR 31-05-2016, ECLI:NL:HR:2016:1022
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
31 mei 2016
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, V. van den Brink
- Zaaknummer
15/03509
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Voorfase
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:1022, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 31‑05‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:437, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑04‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 26‑08‑2015
- Wetingang
Essentie
De ongegrondverklaring van het beklag (tegen conservatoir beslag) is ontoereikend gemotiveerd vanwege het oordeel van de rechtbank dat de klager door het hof is veroordeeld ter zake van een feit waarvoor een geldboete van de vijfde categorie kan worden opgelegd (art. 3 onder B juncto art. 11 lid 5 Opiumwet). De omstandigheid dat het hof in de bewezenverklaring ‘een grote hoeveelheid’ heeft weggestreept en in de kwalificatie niet de zinsnede ‘terwijl het feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid van een middel’ heeft opgenomen, is door de rechtbank als een kennelijke misslag beschouwd op de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.