Einde inhoudsopgave
Het deskundigenadvies in de civiele procedure (R&P nr. 165) 2008/5.5.3.4
5.5.3.4 Contacten met één partij
G. de Groot, datum 20-10-2008
- Datum
20-10-2008
- Auteur
G. de Groot
- JCDI
JCDI:ADS448717:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Voetnoten
Voetnoten
Hof Den Bosch 17 oktober 2006, LJN BA0264. Zie ook Hof Amsterdam 23 november 2006, NJ F 2007, 59: niet in aanmerking voor een benoeming als deskundige kwam een persoon die als adviseur van één van partijen bleek op te treden.
Rb. Roermond 24 maart 2005, LJN AT2618.
Rb. Leeuwarden 14 november 2007, LJN BB8114.
HR 12 februari 1993, NJ 1993, 234.
Rb. Arnhem 12 oktober 2005, LJN AU8391.
Hof Arnhem 27 juni 2006, LJN AY5418. Anders: Hof Arnhem 8 april 2008, LJN BD2252.
Rb. Rotterdam 8 augustus 2007, LJN BB3478.
Hof Leeuwarden 20 september 2000, 9900083, ongepubliceerd. De zaak heeft geleid tot HR 12 november 2004, LJN AP9636; vlg. conclusie A-G Verkade onder 2.6. Vgl. Vzr. Rb. Amsterdam 10 januari 2008, LJN BC3099: door rechtbank benoemde deskundige hoefde geen antwoord te geven op na beëindiging van de opdracht door één van partijen gestelde nadere vragen.
Rb. Arnhem 15 februari 2006, LJN AW1836.
Een makelaar die als deskundige was benoemd in een verdeling na echtscheiding, werd door de vrouw ingeschakeld bij de verkoop van onroerende zaken. De man voerde vervolgens aan dat de makelaar niet langer als onpartijdig kon worden beschouwd. Kennelijk op grond hiervan besloot het hof Den Bosch tot vervanging van de deskundige.1 Verdere motivering ontbreekt.
Een WAM-verzekeraar klaagde in een whiplash-zaak dat de door de rechtbank benoemde arbeidsdeskundige partijdig was omdat deze alleen met de wederpartij had gesproken. De rechtbank Roermond verwierp de klacht met de overweging dat de deskundige had vermeld dat de verzekeraar vooraf op de hoogte was van het horen van de wederpartij, zodat de verzekeraar daarbij aanwezig had kunnen zijn. De rechtbank oordeelde dat het voor risico van de verzekeraar komt dat deze hiervan geen gebruik heeft gemaakt.2 De rechtbank Leeuwarden werd in een zaak geconfronteerd met een klacht over partijdigheid van een deskundige die vragen had gesteld aan de partijdeskundige van de ene partij, zonder tevens de partijdeskundige van de wederpartij te benaderen. Volgens de rechtbank was dit onvoldoende om te concluderen dat de deskundige partijdig was.3
Eenzijdig verkregen informatie gebruiken
De rechtbank Arnhem heeft aanleiding gezien een nieuw deskundigenadvies in te winnen in een zaak waarin de eerder benoemde deskundige de uitgangspunten van de opdracht had miskend en in het deskundigenadvies niet alleen was afgegaan op de informatie uit het procesdossier, maar tevens op informatie die hij mondeling van één partij buiten medeweten van de wederpartij had verkregen. Na verschijning van het concept-rapport sprak de deskundige alsnog met de wederpartij. Laatstgenoemde klaagde bij de rechtbank over partijdigheid van de deskundige. De rechtbank nam bij de beoordeling van de klacht in aanmerking dat de deskundige niet verplicht was partijen in elkaars aanwezigheid te horen,4 maar vond het van belang dat de deskundige partijen in een wezenlijk andere fase van het deskundigenonderzoek buiten elkaars aanwezigheid had gehoord, terwijl voor de ene partij niet voldoende kenbaar was wat door de andere partij met de deskundige was besproken en in hoeverre de informatie van de andere partij had bijgedragen aan het concept-rapport van de deskundige. De rechtbank vond het begrijpelijk dat de wederpartij het vertrouwen in de onpartijdigheid van de deskundige had verloren, zag daarom geen aanleiding de deskundige om een nadere toelichting te vragen en achtte benoeming van een andere deskundige noodzakelijk.5 Het oordeel van de rechtbank dat de klacht over partijdigheid van de deskundige begrijpelijk is, bevat een zeker subjectief element en lijkt daarom niet volledig aan te sluiten bij de in par. 5.3.4.4 besproken Straatsburgse maatstaf van de objectief gerechtvaardigde schijn van partijdigheid.
Bezichtiging in aanwezigheid van één partij
Een eigenaar van een pand vorderde schadevergoeding van een gemeente en stelde dat de gemeente zich onvoldoende had ingespannen om haar toezegging na te komen dat zij zou proberen de bestemming van het pand te wijzigen. In eerste aanleg werd een deskundige benoemd. Deze bezichtigde het pand en sprak bij de bezichtiging met de eigenaar van het pand. Hij had verzuimd de gemeente uit te nodigen en die was bij de bezichtiging niet vertegenwoordigd. De klacht van de gemeente hierover achtte de rechtbank juist, maar volgens de rechtbank was er onvoldoende aanleiding het rapport op deze grond geheel of ten dele buiten beschouwing te laten. In hoger beroep voerde de gemeente aan dat de deskundige een eenzijdig beeld had geschetst en zijn taak niet onpartijdig en naar beste weten had verricht. Volgens het hof was het onjuist om de gemeente niet uit te nodigen, maar was de gemeente daardoor niet in haar belangen geschaad. De deskundige had, alvorens te rapporteren, zijn concept-rapport aan partijen gezonden en hen in de gelegenheid gesteld daarop commentaar te leveren. Het commentaar van de gemeente was door de deskundige in het definitieve rapport in aanmerking genomen en vermeld. De grief werd verworpen 6
In een zaak bij de rechtbank Rotterdam was in geschil of een woning ten tijde van de koop niet de eigenschappen had die nodig zijn voor een normaal gebruik als woonhuis. De rechtbank had een deskundige benoemd, die het huis had bezichtigd. Het betrof de woning van eisers. De wederpartijen klaagden dat de deskundige partijdig was, omdat hij hen niet had uitgenodigd om de bezichtiging bij te wonen. De rechtbank constateerde dat de deskundige de wederpartijen in strijd met de instructie van de rechtbank niet had uitgenodigd om bij de bezichtiging te zijn. Omdat het de woning van eisers betrof, kon de rechtbank zich voorstellen dat eisers aanwezig waren geweest, ook al bleek dat niet uit het deskundigenadvies. De rechtbank nam aan dat de deskundige zich niet eenzijdig had laten voorlichten door eisers, omdat in het deskundigenadvies was aangetekend dat gedaagden niet waren uitgenodigd voor de plaatsopneming in verband met de stellige overtuiging van de deskundige dat de inspectie volstrekt onafhankelijk moest plaatsvinden. De klacht over partijdigheid van de deskundige werd niet expliciet verworpen. Het enkele feit dat de wederpartijen niet bij de plaatsopneming aanwezig waren geweest, stond volgens de rechtbank niet in de weg aan het gebruik van het deskundigenadvies in de uitspraak.7
Contacten met één partij na het deskundigenadvies
Van een deskundige wordt verlangd dat hij zijn onpartijdigheid ook bewaakt nadat het deskundigenadvies is voltooid. Een deskundige die in opdracht van de rechter in eerste aanleg een deskundigenadvies had uitgebracht en op verzoek van één partij commentaar had geleverd op de uitspraak van de rechtbank, kwam in hoger beroep niet meer in aanmerking als deskundige toen het hof nadere voorlichting door een deskundige noodzakelijk achtte.8
De rechtbank Arnhem kwam in een andere zaak tot een ander oordeel. In geschil was of whiplashklachten ongevalsgevolg waren. Op gemeenschappelijk verzoek van partijen was een rapport uitgebracht door een neuroloog. Deze had daarna aanvullend gerapporteerd op verzoek van alleen eiser. De rechtbank verwierp het verweer van de verzekeraar dat het aanvullende rapport niet aan het bewijs kon bijdragen. Eiser had bij de aanvullende vragen de daaraan voorafgaande correspondentie tussen partijen gevoegd en de vragen kwamen de rechtbank niet onlogisch voor. Volgens de rechtbank waren de vragen dermate 'open' dat niet op grond hiervan kon worden geoordeeld dat de neuroloog zijn rapporten niet (meer) objectief en naar beste weten had opgesteld. Ook de inhoud van het aanvullende rapport bood daarvoor geen aanknopingspunten. De enkele omstandigheid dat eiser zich eenzijdig tot de neuroloog had gewend, maakte dit volgens de rechtbank niet anders. Essentieel was dat partijen zich bij de rechter hebben kunnen uitlaten over de bewijsmiddelen, waaronder de beide rapporten. De verzekeraar had hiervan gebruik gemaakt en had nagelaten te vermelden welke andere vragen aan de neuroloog hadden moeten worden voorgelegd.9