Het deskundigenadvies in de civiele procedure
Einde inhoudsopgave
Het deskundigenadvies in de civiele procedure (R&P nr. 165) 2008/5.5.3.6:5.5.3.6 Betekenis van het eigen oordeel van een deskundige over zijn onpartijdigheid
Het deskundigenadvies in de civiele procedure (R&P nr. 165) 2008/5.5.3.6
5.5.3.6 Betekenis van het eigen oordeel van een deskundige over zijn onpartijdigheid
Documentgegevens:
G. de Groot, datum 20-10-2008
- Datum
20-10-2008
- Auteur
G. de Groot
- JCDI
JCDI:ADS443765:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Rb. Breda 16 juni 2004, LJN AP3011.
Rb. Leeuwarden 6 september 2000, H 97.987, ongepubliceerd.
Hof Leeuwarden 24 juli 2002, LJN AE5850.
Rb. Amsterdam 28 maart 2007, 330997/HAZA 05-3449, ongepubliceerd.
EHRM 5 juli 2007, 31930/04, EI-112C 2007, 115, m.nt. M.F.J.M. de Werd, besproken door Coenraad 2007a (Sara Lind Eggertsdótdr/IJsland). Zie par. 5.3.4.7.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
In de drie hierna te bespreken zaken kreeg de deskundige van de rechter gelegenheid te reageren op een klacht over partijdigheid, waarna de rechter het eigen oordeel van de deskundige over zijn onpartijdigheid overnam.
Bij de beoordeling van een geschil tussen Remu enerzijds en de Staat en De Klerk anderzijds over de aansprakelijkheid voor schade aan kabels achtte de rechtbank een deskundigenonderzoek nodig. Remu stelde voor een met name genoemde medewerker van KEMA als deskundige te benoemen. De Staat en De Klerk beriepen zich op de schijn van partijdigheid van deze persoon. Zij stelden daartoe dat Remu een klant was van KEMA en dat Remu na advies van TNO om KEMA te benoemen zelf de betrokken medewerker had voorgesteld. Volgens de rechtbank was dat onvoldoende voor gerede twijfel aan de onafhankelijkheid van KEMA jegens partijen. De rechtbank achtte de onpartijdigheid van KEMA afdoende gewaarborgd op grond van informatie die KEMA desgevraagd aan de rechtbank had verstrekt:
`KEMA Nederland B.V. levert diensten op het gebied van energievoorziening en kwaliteitszorg in Nederland en daarbuiten. De Nederlandse elektriciteitsbedrijven behoren tot onze klantenkring. Conform haar statuten is KEMA daarbij bij het vormen van haar oordeel en het vastleggen daarvan onafhankelijk van opdrachtgevers en derden.
In dat kader hanteert KEMA in het algemeen de gedragslijn, dat haar werknemers die betrokken zijn (geweest) bij de ontwikkeling of fabricage van producten of werkwijze dan wel bij het (management)systeem van een bepaalde partij, geen werkzaamheden ten behoeve van die partij verrichten tot beoordeling van dergelijke producten, werkwijze of organisatie.'1
De rechtbank overwoog 'ten overvloede' dat deskundigen op het onderhavige gebied niet in ruime mate voorhanden zijn. Zoals uiteengezet in par. 5.3.4.6, is de beschikbaarheid van deskundigen bij de beoordeling van de onpartijdigheid van een deskundige ook wel meegewogen door de Europese Commissie en het Europese Hof voor de Rechten van de Mens.
De rechtbank Leeuwarden benoemde een deskundige in een geschil over de vraag of een door de ene partij aan de andere partij verkocht paard geschikt was voor de fokkerij. Gedaagde trok de onpartijdigheid van de door de rechtbank benoemde deskundige in twijfel, waarna de deskundige de rechtbank desgevraagd als volgt informeerde:
`Kende u [eiser] voordat u uw onderzoek in deze zaak heeft verricht?
Antwoord: Nee. Ik had [eiser] nimmer ontmoet. [Eiser] had twee kennissen bij zich, een vader en een zoon, die ik wel oppervlakkig ken van keuringen van de Koninklijke Vereniging Het Friesch Paarden Stamboek. De naam van deze mensen is mij echter niet bekend. Ik tref hen zo nu en dan op keuringen in het zuiden van het land. [Gedaagde] ken ik ook oppervlakkig. Ook hem tref ik met enige regelmaat op keuringen van de Koninklijke Vereniging Het Friesch Paarden Stamboek of op andere hippische evenementen.'
De rechtbank oordeelde vervolgens dat het enkele feit dat de deskundige twee kennissen van eiser en gedaagde oppervlakkig kende, omdat hij deze personen met enige regelmaat trof op keuringen, niet meebracht dat twijfel aan de onpartijdigheid van de deskundige gerechtvaardigd was.2 Het hof Leeuwarden verenigde zich in hoger beroep met dit oordeel met de overweging dat geen nieuwe feiten waren gesteld die twijfel aan de onpartijdigheid van de deskundige konden voeden, bijvoorbeeld door overlegging van een rapport van een partijdeskundige.3
De rechtbank Amsterdam benoemde in een medische aansprakelijkheidszaak een deskundige die niet bereid bleek de benoeming te aanvaarden. In zijn plaats benoemde de rechtbank een andere deskundige, X, die de benoeming aanvaardde. Beide partijen maakten daarop kenbaar aan de rechtbank dat zij het ongelukkig achtten dat de rechtbank X had benoemd en deze de benoeming had aanvaard. Als reden gaven zij hiervoor dat X zich publiekelijk afficheerde als leerling van gedaagde. De rechtbank zag geen aanleiding de deskundige X te vervangen en overwoog dat X zich, nadat hij daarover expliciet door de rechtbank was bevraagd, voldoende vrij had geacht een deskundigenadvies in de zaak uit te brengen.4 Hier wreekt zich dat het inzicht van de rechter in de kwalificaties van de deskundige voorafgaand aan de benoeming in hoge mate afhankelijk is van toevalligheden, zolang er geen behoorlijk deskundigenregister is. Dat X was opgeleid door gedaagde, stond op de website van X.
Pleidooi voor een zelfstandig oordeel van de rechter
In par. 5.3 heb ik uiteengezet dat het naar Straatsburgse rechtspraak aan de rechter is om toezicht te houden op de onpartijdigheid van de deskundige. In par. 5.5.2 kwam aan de orde dat de Minister van Justitie een vergelijkbaar standpunt heeft ingenomen. Als de rechter onvoldoende oog heeft voor de onpartijdigheid van de deskundige, kan de onpartijdigheid van het gerecht in het gedrang komen, zoals blijkt uit de uitspraak in de zaak Sara Lind Eggertsdóttir/IJsland.5 Naar mijn opvatting is het dan ook niet toereikend dat de rechter de visie van een deskundige op diens onpartijdigheid in een bepaalde zaak overneemt zonder zelfstandig te toetsen of de indruk van een partij dat een deskundige partijdig is, op grond van alle omstandigheden van het geval gerechtvaardigd is.