Einde inhoudsopgave
Regeling veiligheid zeeschepen
Artikel 38 Verminderd vrijboord voor baggermaterieel
Geldend
Geldend vanaf 21-12-2019
- Bronpublicatie:
11-12-2019, Stcrt. 2019, 67066 (uitgifte: 12-12-2019, regelingnummer: IENW/BSK-2019/253231)
- Inwerkingtreding
21-12-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-12-2019, Stcrt. 2019, 67066 (uitgifte: 12-12-2019, regelingnummer: IENW/BSK-2019/253231)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Staatsrecht / Grondrechten
Vervoersrecht / Zeevervoer
Staatsrecht / Staatsinrichting
1.
Dit artikel is van toepassing op baggermaterieel als bedoeld in:
- a.
IMO-Circulaire nr. 2285: Richtlijnen voor de bouw en het gebruik van baggermaterieel met verminderd vrijboord, DR-67, indien het schip is gebouwd voor 1 januari 2010, dan wel
- b.
IMO-Circulaire nr. 236: Richtlijnen voor de bouw en het gebruik van baggermaterieel met verminderd vrijboord, DR-68, zoals laatstelijk gewijzigd, indien het schip is gebouwd na 1 januari 2010.
2.
In afwijking van het eerste lid, onderdeel b, kan op verzoek van de eigenaar van een schip gebouwd voor 1 januari 2010 IMO-Circulaire nr. 236 worden toegepast.
3.
Aan baggermaterieel van 500 GT of meer, gebouwd op of na 5 augustus 2000, dat voldoet aan de in het eerste lid bedoelde richtlijnen, kan door de vaststelling van een baggerlastlijn een verminderd vrijboord worden toegekend voor het laden, lossen en vervoeren van bagger.
4.
Aan de toekenning van het verminderde vrijboord kunnen beperkingen met betrekking tot vaargebieden en vaarcondities worden verbonden. Deze beperkingen worden vermeld op het internationaal certificaat van vrijstelling betreffende de uitwatering of, indien voor het schip een nationaal veiligheidscertificaat benodigd is, in een aanhangsel bij dat certificaat.