Een nieuwe visie op de afstamming
Einde inhoudsopgave
Een nieuwe visie op de afstamming (R&P nr. PFR5) 2014/10.3:10.3 Het IVRK en de rechten van ouders
Een nieuwe visie op de afstamming (R&P nr. PFR5) 2014/10.3
10.3 Het IVRK en de rechten van ouders
Documentgegevens:
mr. P.A.W. Kuijper, datum 24-01-2014
- Datum
24-01-2014
- Auteur
mr. P.A.W. Kuijper
- JCDI
JCDI:ADS401527:1
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Afstamming en adoptie
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Van den Brink 2006, p. 68.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Het voorkomen van deze problemen en het creëren van een optimale omgeving om hun kind op te voeden, vallen onder de autonome bevoegdheden van de ouders, die hun ex art. 5 IVRK worden toegekend:
‘De staten eerbiedigen de verantwoordelijkheden, rechten en plichten van ouders (…) voor het voorzien in passende leiding en begeleiding bij de uitoefening door het kind van de in dit Verdrag erkende rechten, op een wijze die verenigbaar is met de zich ontwikkelende vermogens van het kind’.
Deze laatste bijzin expliciteert het recht van de ‘nieuwe’ ouders om te bepalen op welk moment zij het kind informatie willen geven over zijn ‘oude’ ouders, ervan uitgaande dat art. 7 IVRK dan ook deze ‘oude’ ouders bedoelt.
Niet alleen in art. 5, maar ook in art. 18 IVRK wordt over de rechten van de ouders geschreven.
Art. 18 IVRK: ‘De staten doen alles wat in hun vermogen ligt om de erkenning te verzekeren van het beginsel dat beide ouders de gezamenlijke verantwoordelijkheid dragen voor de opvoeding en ontwikkeling van het kind’.
Deze artikelen beschermen de ouders tegen inmenging van de staat.1 Ook andere artikelen, zoals o.a. de art. 3 lid 2 en 14 IVRK, benadrukken nog eens de plicht van de verdragsluitende Staten om de rechten en plichten van de ouders met betrekking tot hun kind te eerbiedigen.