Een nieuwe visie op de afstamming
Einde inhoudsopgave
Een nieuwe visie op de afstamming (R&P nr. PFR5) 2014/10.11:10.11 Samenvatting
Een nieuwe visie op de afstamming (R&P nr. PFR5) 2014/10.11
10.11 Samenvatting
Documentgegevens:
mr. P.A.W. Kuijper, datum 24-01-2014
- Datum
24-01-2014
- Auteur
mr. P.A.W. Kuijper
- JCDI
JCDI:ADS401584:1
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Afstamming en adoptie
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Dit hoofdstuk beschreef het recht van het kind om zijn ouders te kennen, de plicht van de ouders om hun kind te informeren over zijn afstamming en de conflicten die het gevolg kunnen zijn van enerzijds dit recht en anderzijds deze plicht. Veel aandacht werd geschonken aan het grote aantal niet-genetische vaders en de daaruit voortvloeiende problemen voor de moeders. De conclusie van dit hoofdstuk moet zijn:
dat ieder kind recht heeft om te weten wie zijn ouders zijn;
dat titel 1.11 BW geen onderscheid maakt tussen echte ‘biologische’ en adoptiefouders;
dat het kind het recht, maar niet de plicht, heeft om van het onder 1 genoemde recht gebruik te maken;
dat ouders de plicht hebben om hun kinderen zo goed mogelijk te verzorgen en op te voeden en dat ouders in dezen een hoge mate van autonomie hebben;
dat ouders ook mogen en moeten bepalen of en zo ja, op welk moment zij het kind informatie geven over de totstandkoming van hun ouderschap;
dat daarbij het belang van het kind altijd de hoogste prioriteit heeft;
dat soms deze belangen van het kind ook in het belang van de moeder kunnen zijn, zodat zij niet gedwongen kan worden om de naam van de ‘echte’ vader (de verwekker of aan haar bekende spermadonor) bekend te maken;
dat een moeder de rechten van haar kind moet eerbiedigen om zijn ouders te kennen en dus alles in het werk moet stellen dat dit kind dan ook twee, hem bekende, ouders heeft;
dat op grond van een nieuw wetsartikel de mogelijkheid moet worden gecreëerd de periode van het vaderloos zijn van het kind tot een absoluut minimum te beperken.