Einde inhoudsopgave
RvdW 2015/341
Overschrijding redelijke termijn.
HR 10-02-2015, ECLI:NL:HR:2015:265
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
10 februari 2015
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, V. van den Brink, E.S.G.N.A.I. van de Griend
- Zaaknummer
12/05854
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:265, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 10‑02‑2015
ECLI:NL:PHR:2014:2837, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑12‑2014
Essentie
Overschrijding redelijke termijn.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 5 december 2012, nummer 23/002052-11, in de strafzaak tegen: [verdachte]. Adv. mr. H.K. ter Brake, te Hoorn.
Conclusie
Conclusie A-G mr. E.J. Hofstee:
1.
Het Gerechtshof Amsterdam heeft bij arrest van 5 december 2012 het vonnis waarbij verzoeker is veroordeeld voor 1., 2., 4., 5. en 7. telkens: ‘medeplegen van in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3, onder B, van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd’, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.