Einde inhoudsopgave
RvdW 2015/322
Cassatie in het belang der wet. Hoger beroep tegen afwijzing van verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis ontvankelijk, ook al is bij het hoger beroep tegen de gevangenhouding al eerder een verzoek tot schorsing gedaan.
HR 10-02-2015, ECLI:NL:HR:2015:255
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
10 februari 2015
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, W.A.M. van Schendel, J.P. Balkema, Y. Buruma, E.S.G.N.A.I. van de Griend
- Zaaknummer
14/04179
- Conclusie
A-G mr. G. Knigge
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:255, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 10‑02‑2015
ECLI:NL:PHR:2014:1960, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑11‑2014
- Wetingang
Art. 71 lid 1 en lid 2, 80 lid 1, 86 lid 1, 87 lid 1 en lid 2 Sv
Essentie
Gelet op hetgeen in HR 20 april 2010, NJ 2010/253 is overwogen, heeft het hof verdachte ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep tegen de afwijzing van het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis op de grond dat reeds een eerder verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis door het hof was behandeld. Het door het hof genoemde ‘eerdere verzoek’ betrof immers een verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis dat is gedaan in de raadkamer waarin het hoger beroep tegen de toewijzing van de vordering gevangenhouding werd behandeld, terwijl niet is gebleken dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.