Einde inhoudsopgave
RvdW 2015/329
Slagende bewijsklacht ter zake van de Wet MOT (inmiddels opgegaan in de WWFT).
HR 10-02-2015, ECLI:NL:HR:2015:261
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
10 februari 2015
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, W.A.M. van Schendel, N. Jörg
- Zaaknummer
13/00713
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Bijzonder strafrecht (V)
Financieel recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:261, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 10‑02‑2015
ECLI:NL:PHR:2014:2834, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑12‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑09‑2013
- Wetingang
Essentie
In het systeem van de Wet MOT (inmiddels opgegaan in de WWFT) kon worden volstaan met melding van de objectieve indicatoren, zodat niet in strijd met de Wet MOT werd gehandeld indien niet tevens subjectieve indicatoren werden vermeld. Noch de tekst van de art. 8 en 9 (oud) Wet MOT, noch de wetsgeschiedenis biedt enig aanknopingspunt voor de opvatting dat eerst dan (volledig) aan de desbetreffende meldingsplicht was voldaan, indien naast de objectieve indicatoren ook subjectieve indicatoren werden vermeld. Het oordeel van het hof dat een MOT-melding die was verricht op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.